De zoveelste nacht…

Door Myrna op 8 december 2014

Ik ben boos. Boos, boos en nog eens boos. En moe. Zó ontzettend moe. Hoe dat komt? Door meneer herfst en zijn beste vriend meneer winter. Die twee en ik, nee, wij zijn geen vrienden. Verre van zelfs. En dat zullen we ook nooit worden. Hoe zacht ze ook worden in de toekomst, ik ken geen genade. Genade ken je alleen wanneer er een zekere ‘gunfactor’ aanwezig is, en dat is er niet. Wel een ‘haatfactor’ die een 100 scoort op schaal van 0 tot 10.

Ik lig in bed. Het is 21.32 uur. Voor mij betekent dit dat ik al drie uur quality time heb met mijn bed. Eerst tweeënhalf uur zittend, met de tv aan o.i.d. en de rest van de tijd liggend, lezend in het zoveelste boek. Voordat ik de diagnoses had gekregen snapte niemand dat ik hier zo’n behoefte aan had, dat ik die rust en lange nachturen echt nodig had. Met de diagnoses viel echter alles op zijn plek.
Rond 17:00 uur is mijn energie op. Daarom duik ik zo snel mogelijk na het eten mijn warme bedje in om mijn vermoeide lijf de rust te geven die het nodig heeft.

Ik lig nog steeds in bed en het is inmiddels 23:32 uur. Al anderhalf uur doe ik tevergeefs pogingen tot slapen. Ik heb pijn, zo veel pijn. En ik ben moe, zó ontzettend moe. Maar slapen? Nee.. dat wilt niet lukken. Er is namelijk sprake van zoveel pijn, dat het niet uitmaakt op welke manier ik lig, hang of zit (en sta, maar dat doe je niet in bed. Toch?) het doet allemaal pijn. En niet een beetje pijn, maar een beetje erg veel pijn. En dus blijf ik woelen en draaien, dwing ik mezelf af en toe stil te liggen om vervolgens met een diepe zucht toch maar weer om te draaien.

Ik lig in bed, het is 00:10 en ik ben nog steeds wakker. Inmiddels heb ik thermosokken aangetrokken om mijn voeten (lees: ijsblokken) warm te maken. Mijn lijf is klaarblijkelijk te moe om zelf de temperatuurregeling onder controle te houden. Op dit punt ben ik zo moe dat ik mijn vermoeidheid niet meer lijk te voelen, ik ben ‘over mijn vermoeidheid om bij in slaap te vallen’ heen (zoals mama dat vroeger altijd zei). Wat dit inhoudt? Nou, simpelweg dat de ogen die net nog klein waren van de slaap nu wijd open naar het plafond staren. Ga even uit bed zou je zeggen. Maar dat is het hem nou juist, als ik dat doe slaap ik gegarandeerd de hele nacht niet meer.

Ik zit in bed. De klok geeft 01.30 uur aan. Inmiddels ben ik zo’n vier keer naar de wc geweest (als je wakker en doodmoe bent blijf je een constante aandrang voelen namelijk, althans, ik wel). Ik luister naar de geluiden buiten, de wind loeit en het regent zachtjes. Ik ga weer liggen en trek mijn dekens op tot aan mijn oren. Ik heb het ijskoud van vermoeidheid, heb nog meer pijn door de inmiddels stijve spieren en slapen? ….

04:17 uur, ik schrik wakker. Blijkbaar ben ik ergens toch in slaap gevallen. Zacht kreunend draai ik naar mijn andere zij. Ik heb te lang in dezelfde positie gelegen en voel me een oude vrouw van 95 in plaats van een jonge twintiger. Met een diepe zucht laat ik mijn ogen weer dicht vallen en probeer ik mijn hoofd leeg te houden.

06:00 uur. Ik hoor een wekker gaan op de verdieping onder mij en schrik wederom wakker. Mompel een verwensing en draai weer langzaam om. Ik heb in de tussentijd zo diep geslapen dat mijn nek stijf is en de pijn doortrekt naar mijn hoofd. Erg fijn.

07:00 uur, mijn wekker gaat, maar ik schrik niet. Ik was al een half uur klaarwakker. Nog steeds lig ik in bed, met koude voeten, een pijnlijk lijf en die eeuwige vermoeidheid. Ik kreun en doe mijn ogen dicht. Ik voel dat ik ieder moment kan wegzakken en doe ze snel weer open. Ik mag niet in slaap vallen, ik moet opschieten. Om 07:40 moet ik op de fiets richting stage zitten. Langzaam duw ik mezelf overeind en probeer aan te voelen hoe het met mijn energiehuishouding gesteld is.

Het is 08:10 en ik plof neer op een stoel met een kop thee in mijn handen. Eerst opwarmen, dan de trap op. Eenmaal boven plof ik opnieuw neer op een stoel. Mijn hoofd is te zwaar voor mijn nek en ik leg hem zachtjes in mijn handen, steunend met mijn ellebogen op tafel. Het doet zeer, maar daar besteed ik even geen aandacht aan. Ik ben moe, zó moe. En de dag moet nog beginnen.

Het is 21:30 uur en ik lig op bed. Vandaag ga ik wat eerder slapen, het was een lange dag. Ik leg mijn boek weg en draai me om. De pijn en vermoeidheid dringen zich aan me op, trekken de aandacht, willen gehoord worden. En ik hoor ze, maar negeer ze. Een half uur later stap ik uit bed en slenter naar de kast, pak Diazepam (spierverslapper en slaapmiddel) en Diclofenac (pijnstiller), slik ze in en stap weer terug in bed. Draai me om en doe mijn ogen dicht.

23:45 uur, nog steeds in bed, mezelf afvragend waarom pijnstillers nooit willen werken bij mij. Ik geef het op, zet mijn gedachten op nul en wacht geduldig af wat de nacht verder brengt. De tijd zal leren hoeveel slaap mij vannacht gegund wordt. Maar één ding is zeker, Mijn energie is ver te zoeken en dat zal gedurende de herfst en winter ook niet meer in de veel beter worden. Het ziet er leuk uit hoor, die verkleurde blaadjes en sneeuw. Maar geef mij maar de warme zon, dan moet ik wel in de schaduw blijven, maar dan heb ik in ieder geval een betere nachtrust.