Veelgestelde vraag
Hoe vormen de geslachtsklieren zich?

Tussen de zevende en tiende week ontwikkelen de oergonaden zich verder onder invloed van de geslachtschromosomen, ook vele andere genen op andere chromosomen spelen hierbij een rol. De geslachtsorganen worden mannelijk (testes) of vrouwelijk (eierstokken). De mannelijke foetus heeft zowel een X- als een Y-chromosoom. Verschillende genen, waaronder het SRY-gen op het Y-chromosoom, onderdrukken de uitgroei van de oergonaden tot eierstokken. De oergonaden groeien daardoor uit tot zaadballen, testes. Als de testes voldoende ontwikkeld zijn, kunnen ze twee soorten hormonen aan gaan maken; testosteron en Anti-Müller-Hormoon (AMH). Deze twee hormonen zijn erg belangrijk voor de vorming van de inwendige en uitwendige geslachtsdelen en de verdere mannelijke ontwikkeling.
De twee eierstokken gaan in een later stadium oestrogeen aanmaken, testosteron en AMH maken ze niet aan. Door de afwezigheid van testosteron en AMH en de aanmaak van oestrogeen komt de vorming van de inwendige en uitwendige geslachtsdelen en de verdere vrouwelijke ontwikkeling op gang

Ook interessant