Veelgestelde vraag
Wat is foetale en neonatale allo-immuun trombocytopenie, FNAIT?

Als een foetus of een pasgeboren baby te weinig bloedplaatjes heeft, kan dat komen omdat de afweerstoffen van de moeder de bloedplaatjes van het kind afbreken. Dat noemen we FNAIT. Dat kan gebeuren als er eiwitten (antigenen) van de vader op de bloedplaatjes van het kind zitten. Het afweersysteem van de moeder herkent die antigenen als lichaamsvreemd en gaat afweerstoffen aanmaken. Via de placenta kunnen die bij het kind terechtkomen, waar ze vervolgens de bloedplaatjes afbreken.

Hoeveel bloedplaatjes worden afgebroken kan verschillen, van een beetje tot heel veel. De ernstige vorm met verhoogde bloedingsneiging komt maar heel zelden voor (0,15% van de pasgeborenen met moederlijke FNAIT-antistoffen). De baby kan dan een hersenbloeding (intra-ventriculaire bloeding) of een orgaanbloeding (long, darmen) krijgen. Bij de mildere vormen kan de baby blauwe plekken, puntbloedinkjes en bloedingen krijgen na de geboorte. Als een pasgeboren baby te weinig bloedplaatjes heeft (zeker met verhoogde bloedingsneiging), is het belangrijk om aanvullend onderzoek te doen. Met een echo kunnen inwendige bloedingen worden opgespoord. Bloedonderzoek bij de ouders laat zien welke eiwitten op de bloedplaatjes zitten en of de moeder afweerstoffen tegen bloedplaatjes heeft. Bij een verhoogde bloedingsneiging door FNAIT is behandeling nodig. Als de klachten niet ernstig zijn, is goed in de gaten houden (watchful waiting) voldoende. Als er wel klachten of problemen zijn of als er een medische ingreep moet worden gedaan, kan een speciale bloedplaatjestransfusie worden gegeven die rekening houdt met de HPA-antistoffen in het kind. Eventueel in combinatie met immuunglobulines die ervoor zorgen dat de bloedplaatjes langer leven.

Ook interessant