Veelgestelde vraag
Waardoor kun je een verhoogde afbraak van bloedplaatjes hebben?

  • Dat kan gebeuren als je immuunsysteem zich richt tegen je eigen bloedplaatjes. De meest voorkomende immuunreactie is immuungemedieerde trombocytopenie, ITP. Je maakt dan zelf afweerstoffen aan die je eigen bloedplaatjes afbreken. Heel soms zijn dat medicatieafhankelijke afweerstoffen, maar dat komt bijna niet voor bij kinderen.
  • Ook pasgeboren baby’s kunnen te weinig bloedplaatjes hebben. Omdat de moeder afweerstoffen aanmaakt tegen de bloedplaatjes van haar ongeboren kind (foetale en neonatale allo-immuun trombocytopenie, FNAIT) of door medicatieafhankelijke afweerstoffen (als de moeder quinidine of bepaalde anti-epileptica gebruikt).
  • Je kunt ook een tekort krijgen als je ineens extra veel bloedplaatjes nodig hebt. Bijvoorbeeld na een grote operatie of een ongeluk. Of als je een aandoening hebt waarbij stolsels in je kleine vaatjes ontstaan (microangiopatische stoornissen zoals HUS).
  • Je bloedplaatjes kunnen ook beschadigd raken als je bloed door een apparaat buiten je lichaam stroomt, bijvoorbeeld bij een dialyse, bij gebruik van een hartlongmachine of bij ECMO (extracorporale membraanoxygenatie).
  • Je bloedplaatjes kunnen ook vast komen te zitten (sequestratie) door een vergrote milt. Je bloedplaatjes blijven dan in je milt hangen (pooling), waar ze vervolgens worden afgebroken. Een vergrote milt kun je krijgen door een virale infectie (zoals de ziekte van Pfeiffer), sikkelcelziekte of een probleem in je leverpoortader. Soms komen bloedplaatjes vast te zitten aan von willebrandfactor (VWF), waarna ze worden afgebroken, dit is het geval bij Von Willebrandziekte type 2B.

Ook interessant