Veelgestelde vraag
Zijn er nog andere oorzaken waardoor een tekort aan bloedplaatjes rondom de geboorte en congenitale trombocytopenie (CTP) kan bestaan?

Ja. Als pasgeboren baby kun je een tekort aan bloedplaatjes hebben. Dat kan komen door nITP (zie in het overzicht de veelgestelde vraag over nITP), maar er zijn nog verschillende andere oorzaken. Zoals een kleine, niet goed werkende placenta die bij de ongeboren baby zorgt voor een tijdelijk tekort aan bloedplaatjes. Als pasgeborene kun je ook te weinig bloedplaatjes hebben door een infectie. Je beenmerg moet dan erg hard werken om afweercellen (witte bloedcellen) aan te maken, waardoor het niet genoeg bloedplaatjes kan aanmaken. Je kunt ook een tekort aan bloedplaatjes krijgen als ze te veel worden gebruikt, bijvoorbeeld als je een infuus of een centrale lijn hebt en er een bloedpropje of -stolsel ontstaat.

De oorzaak van het tekort kan ook genetisch zijn. Door een foutje in je erfelijk materiaal is je beenmerg anders aangelegd waardoor je een tekort aan bloedplaatjes hebt. Je hebt dan een congenitale trombocytopenie (CTP), en dat gaat niet vanzelf over. Op dit moment zijn er meer dan negentig genafwijkingen bekend en in sommige gevallen is er, behalve het tekort aan bloedplaatjes, meer aan de hand. Zo kun je bij bepaalde vormen van congenitale trombocytopenie (CTP) ook last hebben van doofheid, minder goed werkende nieren, staar, afweerstoornissen, pigmentafwijkingen in je huid of haar (albinisme) of afwijkend gevormde ledematen. Daarom moet bij het onderzoek ook goed worden gekeken of er tekenen zijn van andere afwijkingen. Bij een klein aantal erfelijke vormen van trombocytopenie is er ook een verhoogde kans op bloedkanker: leukemie. Jaarlijkse controle is dan noodzakelijk. Een congenitale trombocytopenie (CTP) kan al vroeg, in het eerste levensjaar, worden ontdekt vanwege puntbloedinkjes en blauwe plekken. Soms wordt het pas later ontdekt, bijvoorbeeld na een val of ingreep.

Ook interessant