Ouders zijn sleutel tot therapietrouw bij astma

Door Roesja van Doorn op 1 juli 2013

‘Wij stopten de medicatie’, las Ted Klok, kinderarts in opleiding in de Isala klinieken, pas in een artikel waarin artsen een ziektegeschiedenis beschreven. ‘Dat kunnen ze helemaal niet, dat kan alleen de patiënt zelf! Maar zo denken we als artsen: ik schrijf voor en de patiënt voert uit.’ Bij kinderartsen ligt het weer een beetje anders. ‘Ouders zijn geen uitvoerders van doktersbeleid, ze bepalen zelf wat ze wel of niet aan hun kind geven. Je moet je dus niet opstellen als voorschrijver die tijdens een kort consult even een receptje voorschrijft. Artsen moeten als coach denken, overtuigen met argumenten, en vragen wat ouders ervan vinden.’

Dat geldt zeker bij kinderen met astma, voor wie trouw gebruik van de inhalatiemedicijnen van groot belang is. Toch is bekend dat maar 30 tot 70 procent van de voorgeschreven medicatie wordt gebruikt. Maar kinderen onder controle bij de huisarts kregen 66 procent van de voorgeschreven middelen toegediend, tegenover 84 procent in de kinderartsgroep. Die groepen zijn wel verschillend. ‘De kinderen die bij de kinderarts onder controle waren, hadden wat ernstiger astma en waren vaker opgenomen geweest. Maar we weten dat het voor therapietrouw niet veel uitmaakt hoe ernstig de astma is.’

Klok voerde groepsgesprekken met ouders over hoe zij dachten over astma en behandeling. Er waren flinke verschillen tussen ouders wier kind bij de kinderarts onder controle was, en degenen wier kind bij de huisarts kwam. In die laatste groep viel op dat ouders vaker ideeën hadden over astma en behandeling die niet overeenkwamen met hoe artsen ernaar kijken.

Dat verschil komt doordat kinderartsen de richtlijnen volgen. Wij voeren netjes uit wat daarin staat: we zien de kinderen en hun ouders regelmatig, we bouwen een vertrouwensband op en we proberen hun beweegredenen te achterhalen.’ Wat hem opviel bij de huisartsen is dat de zorg voor kinderen met astma daar ‘vaak heel minimaal’ was. Iemand komt bij de huisarts met een vraag en daar doe je iets mee. Als je de bal bij de ouders legt en zegt dat ze maar moeten komen als het niet goed gaat, kan het voorkomen dat ouders drie jaar lang zelf aan het dokteren slaan.’

Er zijn echter wel huisartspraktijken waar de zorg steeds beter wordt georganiseerd, en er zijn ziekenhuizen waar ouders elke afspraak een andere kinderarts zien. Dat is geen basis voor een vertrouwensband.’

Bron: Medisch Contact