Kind met down ervaart pijn niet anders.
Valkenburgs onderzoek heeft betrekking op de COMFORT-gedragsschaal, ontwikkeld in het Erasmus MC. Dit instrument helpt bij het bepalen van pijn bij mensen mensen die zich slecht kunnen uitdrukken, met name door het syndroom van Down.Bij veel kinderen moet Down syndroom is op jonge leeftijd een ingrijpende operatie noodzakelijk, vanwege aangeboren afwijkingen, met daarna behandeling op een intensive care afdeling.
Uit het onderzoek blijkt dat veel ouders hun kind met het syndroom van Down als minder pijngevoelig zien en dat de kinderen moeite hebben om aan te geven of ze pijn hebben of niet.
Valkenburg vergeleek de waarnemings- en pijndrempels voor warmte en koude van kinderen met down met de drempels van broers of zussen. Kinderen met het syndroom van Down blijken iets trager te reageren, maar blijken juist gevoeliger voor warmte en koude pijn.
De COMFORT gedragsschaal kan ook gebruikt worden om pijn en onrust te meten bij jonge kinderen met Down op de intensive care. Eerdere studies lieten zien dat kinderen met een verstandelijke handicap minder pijnstillers kregen tijdens algehele narcose.
Verpleegkundigen en artsen beschrijven kinderen met Down vaak als zeer onrustig na een operatie. Daarom zouden ze ook hogere doseringen slaapmedicatie nodig hebben.
Volgens Valkenburg hebben kinderen met het syndroom van Down na een open hartoperatie niet meer of minder pijnstillers en slaapmedicatie nodig dan kinderen zonder het syndroom van Down.
Verder blijkt, in tegenstelling tot de heersende mening, dat doseringen van morfine niet aangepast hoeven te worden bij kinderen met het syndroom van Down na een grote operatie.
Bron: artsennet.nl, erasmusmc.nl