Een op de acht kinderen en jongeren hoort stemmen, het kan ook weer vanzelf overgaan

Ter nagedachtenis.

Onlangs is Kim overleden. Kim heeft zich met hart en ziel ingezet voor de Cyberpoli. Om haar en haar werk te eren, willen we iedereen in staat stellen over haar werk te lezen. Rust zacht, lieve Kim.

Kim van Slobbe was kinderpsychiater in Levvel (voorheen Bascule) te Amsterdam. Ze is destijds gepromoveerd op ‘auditieve hallucinaties in de jeugd’ ofwel het horen van stemmen bij kinderen en jongeren.

Wat zijn auditieve hallucinaties?

Dat betekent letterlijk gehoorshallucinaties. Dan neem je dingen waar met je gehoor die er niet zijn. Als we het hebben over auditieve verbale hallucinaties, dan hoor je specifiek stemmen.

Komt dat veel voor, stemmen horen?

Ja, het komt heel veel voor. Zo’n een op de acht kinderen en jongeren (en ongeveer een op de twintig volwassenen en ouderen) geeft aan wel eens iets te hebben gehoord wat anderen niet kunnen horen.

Is dat iets waar kinderen en jongeren zich zorgen over maken?

Op de polikliniek van het UMC Utrecht, waar we in 2013 waren begonnen specifiek zorg te leveren aan kinderen en jongeren die stemmen horen, merkten we wel dat ze blij waren dat ze daar iets op tv over hadden gezien omdat zij dachten dat zij de enigen waren en dat zij gek werden. Aan de andere kant is het voor een heel grote groep een beleving die ze wel eens hebben, maar waar zij zich niet per se zorgen over maken, waarschijnlijk als het niet heel negatieve stemmen zijn of stemmen die opdrachten geven. Vaak kom je er pas later in je leven achter dat niet iedereen hetzelfde is, en dat andere mensen andere dingen voelen en denken. Zelfs bij iets heftigs als bijvoorbeeld seksueel misbruik komt iemand er soms pas in de puberteit achter dat het helemaal niet normaal is. Als je iets van jongs af aan meemaakt, weet je soms niet beter en denk je dat iedereen dat heeft of meemaakt.

Kinderen van acht jaar horen soms al stemmen. Hoe kom je daarachter?

Je kunt er best goed naar vragen. Zelfs al bij kinderen van vijf jaar oud. Kinderen van deze leeftijd zijn uit zichzelf met heel concrete dingen bezig; wie kan het beste voetballen en zo, maar als je er actief naar vraagt, hebben ze veel meer te vertellen. Ik kan hele interviews houden met kinderen van zes over stemmen horen, als je er maar naar vraagt.

Vraag je dat direct: ‘Hoor je wel eens stemmen?’

Ja hoor, je kunt er gewoon naar vragen. Maar veel hulpverleners hebben bewust of onbewust wat schroom om ernaar te vragen. Als een kind ja zegt, weten ze vervolgens niet wat ze ermee moeten. Dat maakt dat ze er niet meteen naar vragen. Of ze weten niet dat je ernaar kunt vragen, maar dat kan prima, als je maar concreet bent.

Ligt hier ook een rol voor de huisarts?

Zeker, bijvoorbeeld om te screenen. Hoe zit het kind erbij, hoe gaat het op school, hoe gaat het thuis, hoe zit het in zijn vel. Zo krijg je een eerste indruk van wat er mogelijk verder speelt. Een tweede stap kan zijn een gesprek met de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidzorg (POH GGZ). De ondersteuners zijn vaak psychologen of orthopedagogen die zich aan een huisartsenpraktijk hebben verbonden. De POH GGZ kan dan een triage of inschatting doen wat er aan de hand is.

Als een kind van twaalf jaar stemmen hoort, moet je dan zoeken naar onderliggende problematiek?

Het korte antwoord is ja, met het toenemen van de leeftijd is het horen van stemmen vaak een indicator dat er iets aan de hand is. Wordt het kind gepest, zijn er problemen thuis of is er sprake van psychiatrische problematiek? Dus stemmen horen op zich is niet per se een indicatie voor specifiek een schizofrene ontwikkeling, maar voor een breed scala aan onderliggende (psychiatrische) problematiek, waar bij algemeen onderzoek onder pubers ongeveer de helft positief op scoort. Je moet in de breedte screenen en de levensgeschiedenis, familieanamnese en omgevingsfactoren in kaart brengen. Dat is geen rocket science maar goede diagnostiek; hoe kun je het verklaren dat deze jongere nu stemmen hoort?

Stemmen horen, hoe ontstaat dat eigenlijk?

Het is deels nog een hypothese, maar we lijken een beetje te snappen wat er gebeurt in je brein. Als je stemmen hoort, zijn de taalcentra in je brein actief. Een taal-maakcentrum en een taal-ontvangcentrum. Als ik praat is jouw taal-ontvangcentrum actief want je hoort mij, maar misschien ook je taal-maakcentrum omdat je ondertussen al over een volgende vraag nadenkt. Als je stemmen hoort, worden deze centra actief, maar dan vooral aan één kant van het brein, de rechterkant. Ons brein kan alles aan twee kanten, maar één kant is dominant. Bij de meeste mensen is dat links voor taal, maar de stemmen komen vaak uit het rechter hersengebied. Dat maakt dat het voor mensen klinkt alsof het geluid niet van henzelf is. Op jonge leeftijd is het vaak nog een onschuldig fenomeen; tot je vroege puberteit gebeurt er in de hersenen nog heel veel. De verbindingen tussen de verschillende hersengebieden zijn nog niet superefficiënt en er zijn er ook te veel van. De hersenen zijn nog wat kwetsbaarder, ontvankelijker om af en toe iets te doen wat ze niet hoeven te doen. De extra’s die later met wat snoeiwerk en het efficiëntere netwerk in de hersenen wel weer verdwijnen. Als je heel jong bent, kun je nog niet goed onderscheiden of die stemmen je eigen gedachten waren, je geweten of iets anders. Als je wat ouder wordt en je sociaal-emotionele ontwikkeling zich verder heeft ontwikkeld, ben je ook wat beter in staat om te herkennen of het een onbewust fenomeen is waar je geen controle over hebt, of dat het toch gewoon een eigen gedachte of iets uit je geweten was.

Dus het horen van stemmen kan op een ‘natuurlijke’ manier weer verdwijnen?

Voor een deel gebeurt dat omdat het brein biologisch verder rijpt en zich verder ontwikkelt, en voor een deel heeft het te maken met de psychologische rijping waardoor je, naarmate je ouder wordt, beter onderscheid kunt maken in wat je waarneemt en daar ook een uitleg aan kunt geven.

Kinderen lopen er vaak lang mee rond. Is er voldoende aandacht voor het probleem?

Ik vind van niet. Psychische klachten zouden beter bespreekbaar moeten zijn. Op het consultatiebureau wordt bijvoorbeeld niet standaard gevraagd of een kind lekker in z’n vel zit, of het wordt gepest en dergelijke. Het is inderdaad zo dat meer dan de helft van de kinderen die ik zag al meer dan twee jaar stemmen hoorde en daar nooit over had verteld, maar inmiddels wel twee tot drie psychiatrische diagnoses had. Vertellen over stemmen deden ze pas nadat ze er op het jeugdjournaal iets over hadden gezien.

Waarom komen ze er niet mee?

Het klinkt bijna als een cliché, maar het is vooral de angst om voor gek verklaard te worden. Bij kinderen, maar ook volwassenen en ouderen, heerst een enorm stigma om over dit soort zaken te spreken. Meer awareness en meer informatie is nodig. Dat het veel voorkomt en dat je je niet meteen zorgen hoeft te maken, maar dat we wel verder moeten kijken, zodat je er niet zelf mee blijft rondlopen.

Wat is er mogelijk qua behandeling?

De basis is altijd het aanpakken van mogelijk onderliggende oorzaken. In het verlengde daarvan vermindert en/of verdwijnt stemmen horen meestal. We hebben daarnaast een speciaal behandelprogramma, ‘Sterker dan je stemmen’ ontwikkeld. Dat is een gedragstherapeutisch behandelprotocol dat kinderen en jongeren leert om te gaan met het horen van stemmen. Het gaat er niet om dat ze weggaan (want dat doel kun je niet altijd waarmaken als de oorzaak niet kan worden aangepakt), maar dat je sterker bent dan je stemmen. Het programma kent twee hoofdlijnen: de eerste is voorlichting, psycho-educatie. Begrijpen wat er in je hersenen gebeurt als je stemmen hoort. Bij negen van de tien jongeren is dat al voldoende. Als je steeds die bedreigende stemmen hoort en geen idee hebt wat dat is, kan dat heel indrukwekkend zijn, maar als je snapt dat het je eigen hersenen zijn die een loopje met je nemen, kun je er anders mee omgaan. Soms kun je daarna al stoppen, is dat voldoende. De tweede lijn is cognitieve gedragstherapie. Samen met je behandelaar stel je concrete doelen: wat doe je door je stemmen wat je niet meer wilt doen, zoals boos worden, jezelf beschadigen of ruzie maken. Of wat doe je niet meer door die stemmen wat je wel wilt doen, zoals met de bus gaan of in je eigen bed slapen. Je kiest een aantal doelen en probeert daar weer de baas over te worden. De jongere maakt wekelijks opdrachten om aan die doelen te werken, net als bij alle andere cognitieve gedragstherapieën.

Kun je hiervan een voorbeeld noemen?

Ik heb een jongen van 12 jaar in behandeling gehad die ervan overtuigd was dat anderen zijn stemmen konden horen. Hij schaamde zich hier enorm voor en trok zich terug. We hebben toen heel simpel de iPhone gepakt en het gesprek opgenomen. Samen hebben we teruggeluisterd of de stemmen te horen zijn.

Wat doet het stemmen horen met jongeren?

Kinderen worden heel kwetsbaar. Ze hebben een laag zelfbeeld, zijn heel gestrest en slapen slecht. Om ze weerbaarder te maken, werken we aan hun zelfbeeld en aan een betere slaaphygiëne. Als je positief over jezelf denkt en iemand maakt een lelijke opmerking, dan is dat beter te hebben dan als je jezelf ook niets waard vindt. We laten de kinderen via een dagboekje positieve dingen benoemen; ze moeten per dag drie dingen opschrijven waar ze tevreden over zijn, maakt niet uit hoe klein, zodat ze weer positieve dingen van zichzelf gaan zien. De behandeling van een laag zelfbeeld beschouw ik als een bijlage van het ‘Sterker dan je stemmen’-programma. Er bestaan bewezen goede behandelprotocollen voor een laag zelfbeeld.

Een zijstap: hoe kun je dat breder bekend maken?

Vanuit bijvoorbeeld scholen zouden we meer kunnen werken aan de geestelijke gezondheid van onze jeugd. We leren wel expliciet verkeersregels maar nauwelijks tot geen sociale regels over bijvoorbeeld de schadelijke gevolgen van pesten en waarom je dat dus absoluut nooit zou moeten doen. En als we bijvoorbeeld een anti-pestprogramma inzetten, dan is dat soms ook pas nadat iemand daarvoor uit is gekomen; een hele drempel. Ik vind dat we als maatschappij meer en steviger aandacht moeten besteden aan de psychische gezondheid van onze jeugd. Ik ben een voorstander voor een algemene aanpak. Het is stigmatiserend en onnodig om dat geheel aan de psychiatrie over te laten. Jeugdartsen, scholen, sportclubs en dergelijke moeten meer aandacht hebben voor psychische weerbaarheid en gezondheid. De psychiatrie kan daar wel een aansturende en/of ondersteunende rol in nemen.

Gebeurt er wel genoeg aan onderzoek voor jongeren die stemmen horen?

Ja en nee, er zijn veel meer onderzoekers voor volwassenen die stemmen horen dan voor de jeugd. Naar mijn idee zouden we eerst beter inzicht moeten hebben en definiëren wat stemmen horen nou eigenlijk is voordat we wezenlijk verder kunnen komen. De bevindingen zijn zo divers. Het persisteren (voortduren) van stemmen horen is een indicatie voor psychopathologie, maar wat is persisterend? Drie maanden, zes maanden, drie jaar, zes jaar … we weten het eigenlijk niet. Het lijkt mij het beste voor nu het stemmen horen te beschouwen als een signaal en eventueel te onderzoeken wat er onderliggend speelt. Zoals we dat doen met de bloeddruk, die te hoog of te laag kan zijn en waarbij de oorzaak ook heel divers kan zijn.

Wanneer praat je over serieuze waarschuwingen?

Als een kind neutrale of positieve stemmen hoort en er lijkt bij het kind zelf, thuis en op school niks aan de hand, dan kun je afwachten. Is het kind onder de twaalf jaar, zijn er andere gedrags- of emotieproblemen of hoort het negatieve stemmen, dan zou ik altijd gedegen diagnostiek doen om zicht te krijgen of er toch iets speelt wat de aandacht verdient, en zo niet, dan het kind en zijn of haar ouders voorlichting geven over stemmen horen en het kind in ieder geval een tijd laagfrequent volgen in zijn of haar ontwikkeling. Boven de twaalf is het sneller een aanwijzing dat er mogelijk wat aan de hand is, dus dan ben je er alerter op. Want hoe ouder, hoe groter de kans op psychopathologie.

Wat kunnen de ouders doen?

Durf er als ouder naar te vragen, dan durft een kind ook beter te praten, en voelt het zich vrijer. Probeer er samen achter te komen waar het kind last van heeft. Vraag bijvoorbeeld: hoe gaat het met je, voel je je fijn of heb je ergens last van, hoe gaat het op school, heb je vriendjes en ben je daar tevreden over of word je gepest? Een actieve houding dus van ouders. Daarnaast vind ik het een taak voor hulpverleners om ouders goede voorlichting te geven, zodat ze snappen wat er gebeurt als je stemmen hoort en er zelf daardoor als het goed is ook minder van schrikken.

En wat moeten kinderen en jongeren zelf doen?

Durf hulp te vragen en durf erover te praten. Maak er geen geheim van, maar overleg met je huisarts en/of hulpverlener wat belangrijk is om te delen en hoeveel je erover wilt delen. Het kan handig zijn om op school met een leerkracht erover te praten, want er zijn hulpmiddelen die je kunt inzetten. En ook voor het stemmen horen geldt: hoe meer je eraan gaat denken, hoe meer het je in beslag neemt. Wij zeggen dan ‘niet vechten, niet hechten’, dus niet in discussie gaan met je stemmen en ze ook geen advies vragen. Hoe meer je je bezighoudt met je stemmen, hoe meer het je leven beïnvloedt.

Wil je nog iets kwijt?

Mijn kernboodschap is: het horen van stemmen komt voor, maar het kan ook vanzelf weer overgaan. In een aantal gevallen is het wel een signaal of symptoom dat er meer aan de hand is. Geef het altijd serieuze aandacht maar ga niet onnodig ‘psychiatriseren’. Gewoon algemene diagnostiek en behandelen op basis van je bevindingen. En altijd voorlichting geven over wat stemmen horen eigenlijk betekent. Bijvoorbeeld met de psycho-educatie uit het behandelplan ‘Sterker dan je stem’, dat je zo kunt downloaden.