Een troostmethode, de 5S'en methode, heeft ons goed geholpen

Emilie is de moeder van Nienke (acht maanden), haar tweede kindje. Een week na de geboorte ontwikkelde Nienke overdadig huilen, waarvoor zij uiteindelijk een week in het ziekenhuis is opgenomen. Emilie kampte met een postnatale depressie.

Hoe was de bevalling?

Ik werd ingeleid omdat ik over de uitgerekende datum was. Dankzij de weeënopwekkers kreeg ik weeën, ook werden mijn vliezen gebroken. Omdat ik bij de eerste bevalling een keizersnede heb gehad en ik nu veel pijn kreeg, is het uiteindelijk een spoedkeizersnede geworden.

Hoeveel over de datum was je?

Slechts vier dagen, maar bij mijn vorige zwangerschap had ik zwangerschapsvergiftiging en bij deze zwangerschapsdiabetes. Ook begon mijn bloeddruk op te lopen en in mijn urine was het eiwitgehalte te hoog. Omdat ik mogelijk weer zwangerschapsvergiftiging kon krijgen, werd besloten om de bevalling op te wekken. Ons eerste kind, een zoontje, werd ook met een spoedkeizersnede gehaald vanwege die zwangerschapsvergiftiging.

Hoe ging het de eerste dagen met je kindje?

Het ging eigenlijk goed, ze dronk goed aan de borst en was redelijk rustig. Ze had wel meteen temperament, maar dat was niet gek.

Toen je naar huis mocht, kreeg je hulp?

Na twee dagen mocht ik naar huis. We hadden reguliere kraamzorg. Vier jaar geleden had ik ook een huilbaby, en ik kreeg een postnatale depressie. Daarom hadden we nu extra kraamzorg ingezet voor wat meer ondersteuning.

De eerste paar dagen gingen goed, maar je zag temperament, hoe uitte zich dat?

Vooral rondom de voedingen was ze ontevreden. De eerste paar dagen ging het nog wel, maar ze was steeds meer onverzadigd. Ze lag uren te drinken aan de borst en ging steeds meer huilen en slechter slapen. In het begin kon je haar makkelijk wegleggen voor een dutje, maar dat ging steeds slechter. Vooral de nachten waren erg, veel huilen, en dat werd steeds meer.

Hoe vaak huilde Nienke en wanneer begon dat?

Rond etenstijd, tussen 18.00-19.00 uur ongeveer. We dachten eerst dat het een huiluurtje was, maar na een dag of vier huilde ze ’s nachts al flink, soms wel vier uur. Ze wilde alleen slapen als we haar vasthielden. Soms was ik ’s nachts twee uur lang aan het voeden, en zij maar huilen.

Wat heb je allemaal geprobeerd om haar rustig te krijgen?

Veel fysiek troosten, bij me houden, sussen. We probeerden haar ook in te pakken in doeken, inbakeren. Omdat we dachten dat het aan de voeding kon liggen, ze leek onverzadigbaar, hadden we ook contact met een lactatiekundige. Haar tongriem en lippenriempje waren te kort, zodat ze geen goede drinktechniek had en daardoor niet goed verzadigd was. Ze kon niet goed zuigen.

Kon de kraamhulp wat voor je doen?

Deels. Ze heeft goed geholpen met de voedingsproblemen, maar toen de kraamzorg voorbij was, werd het huilen steeds erger. Ik weet het nog van mijn zoon, die had hetzelfde. Het duurt een week voor de problematiek op gang komt, en dan is de kraamzorg net weg.

Waren er andere problemen met de ontwikkeling van je kind?

Nee, we hadden het idee van niet. Na een week of twee dachten we dat ze misschien last had van koemelkallergie, onze zoon had dat ook erg gehad. Ik gaf gemengd borstvoeding en kunstvoeding. De ene keer gaf ik borstvoeding, direct of afgekolfd. De andere keer was het kunstvoeding, zodat mijn partner wat over kon nemen. We merkten vaak dat ze na de kunstvoeding heel erg leek te overstrekken en veel kramp had. Dat herkende we van onze zoon. We vermoedden koemelkallergie en uiteindelijk is dat er ook uitgekomen.

Je nam haar ’s nachts bij je, is dat niet gevaarlijk als je in bed ligt?

Bij mijn zoontje vonden we het nog heel spannend, maar bij de tweede heb je iets meer ervaring. Officieel is het tegen de adviezen in, maar we zaten in bed met haar in onze armen, ingebouwd met kussens links en rechts, het voedingskussen over de bovenbenen en buik en dan zittend slapen.

Lukte je dat, slapen?

Ach ja, redelijk. Je sprokkelt een uurtje hier en daar bij elkaar, maar dat was wel een heikel punt.

Toen de kraamzorg wegging, werd het huilen erger, waar moet ik dan aan denken?

Ze ging richting de zes uur huilen op een dag. Slapen in je armen en tussen de voedingen in huilen. Hard huilen …

Ik kan me voorstellen dat je hulp moest inroepen?

Absoluut. Tijdens de zwangerschap had ik al hulp ingeschakeld van de POP-poli [Een team van zorgverleners dat bestaat uit de specialismen psychiatrie, obstetrie (verloskunde) en pediatrie (kindergeneeskunde)]. Het is een soort moeder-kindpoli waar je al tijdens de zwangerschap psychologische begeleiding kunt krijgen, vooral als je in het verleden depressieve klachten hebt gehad voor, tijdens of na de zwangerschap. Ook de periode na de bevalling letten ze heel goed op je. Het ging heel slecht met me. Ik was alleen maar voor een huilend kind aan het zorgen en we hadden nog een kindje dat ook nog eens hooggevoelig is. De psycholoog die me begeleidde legde contact met de kinderarts en daar konden we binnen een paar dagen terecht.

Raakte je niet in paniek?

Deze keer minder, omdat we al heel veel herkenden. Bij mijn zoon heeft het wel een halfjaar geduurd voor we op de juiste plek zaten, nu wisten we waar we moesten zijn. Dat scheelde heel veel. Nu wisten we de goede route en ging het sneller, we schreeuwden ook harder om hulp. Je laat je minder snel afschepen.

Wat deed de kinderarts?

Tijdens het onderzoek was Nienke al zodanig aan het huilen, dat de kinderarts de beslissing nam om haar ter observatie op te nemen op de kinderafdeling. Dat was heel fijn, want wij waren zo moe. Het was goed dat wij zelf de keus niet hoefden te maken. Voor ouders en kind is het belangrijk dat ze even uit de cyclus gehaald worden.

Hoe lang heeft ze in het ziekenhuis gelegen?

Een week, ze werd eerst drie dagen goed geobserveerd. Ze heeft er veel geslapen en ze hebben ons een troostmethode geleerd. De 5S'en methode. Dat is een techniek om je kind te troosten en gerust te stellen. Het is effectief troosten zonder dat je zelf fysiek oververmoeid raakt. Wiegen op je benen, een speciale manier van voeden, leren inbakeren, white noise, een ruisje erbij. Dat was heel erg fijn. We kregen een handvat hoe we ermee om moesten gaan, en voor Nienke was het fijn dat ze op deze manier getroost werd. We gingen er elke dag heen. Doordeweeks was onze zoon naar de opvang, dan konden we samen erheen. In het weekend gingen we om en om. We probeerden haar overdag zelf te voeden en te troosten. Het was voor mij ook fijn dat ik haar even kon afgeven aan de pedagogisch medewerkers als ze heel erg huilde.

Wat kwam er nog meer uit de onderzoeken?

Eigenlijk werd bevestigd wat wij al dachten, namelijk een koemelkallergie. Nienke heeft overigens geen provocatietest gehad om de koemelkallergie aan te tonen. Ook werd een hoge prikkelgevoeligheid aangetoond. Ze had veel last van haar darmen. We gingen naar huis met nog steeds een huilbaby, we konden haar iets effectiever troosten, maar het probleem was niet verholpen.

Heeft Nienke nog medicijnen gekregen?

Nee, vlak voordat ze opgenomen werd, waren we begonnen met medicijnen tegen verborgen reflux, Nexium, maar in het ziekenhuis zijn we daar meteen mee gestopt. De dokter legde uit dat er nadelen aan de medicatie zaten. Als je het kunt oplossen met houdingsadviezen en een andere manier van voeden, was dat beter. Ze bleef last houden van reflux, maar dat hebben we opgelost door haar na de voeding een halfuurtje omhoog te houden.

Heb je nog wel borstvoeding gegeven?

Nee, daar was ik al mee gestopt voordat ze het ziekenhuis inging. Ook omdat haar borstvoedingstechniek niet goed was vanwege haar te korte tongriem, en ik was te moe en te uitgeput om haar opnieuw te leren drinken.

Wanneer is er iets aan het tongriempje gedaan?

Toen ze vijf dagen oud was zijn haar tongriempje en lipriempje ingeknipt. Haar tong kon niet goed om de tepel en de fles heen grijpen. Als baby in de buik leer je al slikken en zuigen, en omdat ze een te kort tongriempje had, heeft ze zichzelf toen een verkeerde techniek aangeleerd. Na het inknippen kon ik haar weer leren om dat beter te doen, maar ik was er zelf te moe voor. We hebben toen gekozen voor kunstvoeding. Het was gewoon te moeilijk op dat moment.

Hoe ging het met jouzelf? Heb jij nog extra hulp gehad?

Ik ben nog steeds onder begeleiding van een psycholoog. We hebben ook snel contact gezocht met iemand van de IMH (infant mental health). Zij was bij onze zoon ook betrokken bij de interactie tussen moeder en kind. Wat voor effect heeft mijn houding op mijn dochter en andersom. Daar hebben we heel veel aan gehad.

Waar ben je mee geholpen, kun je voorbeelden geven?

Omdat ik weer depressieve klachten ontwikkelde, vond ik het heel spannend om te weten wat voor effect dat op mijn dochter had. En ook met de emotionele beschikbaarheid voor mijn dochter heeft ze mij heel goed geholpen. Ze legde me uit dat wanneer ik liever niet bij haar wilde zijn, ik het beter aan mijn man kon overlaten. Ze liet me ook zien wat ik wel goed deed. We vonden het heel fijn om met haar te praten. Het is zoals het is, maar we proberen er wel zo veel mogelijk liefde en warmte uit te halen.

Je hebt het gered, samen met de psycholoog en je man?

Ja, ik heb de beste man van de wereld denk ik. Hij heeft heel goed geholpen. Zijn voortraject was anders, hij had meer energie en kon de voedingen overnemen op de momenten dat het mij niet meer lukte. Zo kreeg onze dochter wel de emotionele warmte die zij nodig had, want zij was ook heel verdrietig.

Wanneer ging het beter?

Toen ze een maand of drie was, ging het wat beter. Tot die tijd was ze echt een huilbaby. Ze huilde negen à tien uur per dag, we moesten een huildagboekje invullen, en aan dat aantal uren kwamen we makkelijk. En hard huilen. Je kon niet meer onderscheiden of het een poepluier was of honger of slaap. Het was gewoon krijsen.

Stelde jullie omgeving er vragen over?

Wij hebben goed contact met onze buren. We hebben eerlijk besproken wat er aan de hand was. Daar was veel begrip voor. Ze hebben er geen last van gehad, zeggen ze altijd, maar we hadden natuurlijk wel eens de tuindeur openstaan en dan hoorden ze het vast. Ze feliciteerden ons ook met de geboorte en vroegen hoe het ging. Dan was ik wel eerlijk en zei dat het matig ging, niet helemaal lekker.

Wanneer werd ze een gewone zuigeling?

Ongeveer met vier maanden. Dat hing samen met de spijsvertering en de koemelkallergie. Ze had extreme darmkrampen. De eerste drie maanden zijn de darmen niet goed rijp, dat merkten we bij haar heel erg. Toen we die heuvel over waren, ging het beter.

Hoe ging het toen met jou?

Toen zij rustiger werd en er weer wat ruimte kwam, ging het met mij juist slechter. Toen ben ik in een postnatale depressie geraakt. Ik gebruik nog steeds antidepressiva, citalopram. Bij de vorige zwangerschap had ik dat ook.

Is het nu wat beter onder controle?

Ja, de pieken en dalen zijn wat minder heftig. Ik kon op een dag van nul naar honderd schieten in vijf minuten, nu is dat veel gematigder. Als er nu iets gebeurt met Nienke of onze zoon, dan ben ik niet helemaal uit het veld geslagen.

Herkende je veel van de eerste paar maanden van je zoontje?

Ja, ik herkende veel. De manier hoe ze haar lichaam bewoog, het overstrekken, de gebalde vuistjes, heel erg gespannen, dat had onze zoon ook. Het huilen triggerde heel veel. Alsof we vier jaar teruggingen in de tijd. Dat was echt vreselijk. Ook de koemelkallergiesymptomen herkenden we snel, en bij Nienke leek de prikkelgevoeligheid er heel erg mee samen te hangen. Toen het beter ging met haar darmen, werd ze minder prikkelgevoelig. Dat was fijn.

Wat voor voeding kreeg Nienke?

Tijdens de borstvoeding kreeg ze gewoon Nutrilon. Toen zijn we overgegaan op Nutrilon Pepti, een dieetvoeding waarbij de eiwitten in kleine stukjes zijn geknipt. Dat ging iets beter, maar na een week of twee ging het weer heel slecht. Toen kreeg ze nog strengere dieetvoeding waarbij de eiwitten nog kleiner waren. Dat ging twee weken iets beter en toen weer heel slecht. Toen kreeg ze de strengste vorm, gesynthetiseerd eiwit in heel kleine stukjes. Na een week of drie ging het eindelijk beter. Die voeding heeft ze zes maanden gehad. Nu zijn we langzaam weer stapjes terug aan het zetten naar minder strenge dieetvoeding.

Jullie zijn acht maanden verder, hoe gaat het nu?

Het gaat goed, het is een heel blije dame. Ze eet lekker fruit en vaste hapjes, en dat gaat goed. Het temperament is er nog steeds, maar het excessieve huilen niet meer.

Heb je als ervaringsdeskundige een tip voor andere ouders?

Luister naar je gevoel. Je leest veel over huilbaby’s met normen van drie uur per dag, drie keer in de week. Dat vond ik niet toepasselijk. Moeders en vaders, als je het idee hebt dat je kind pijn of last heeft, dan moet je ernaar luisteren. Hoe sneller er gehandeld wordt, hoe beter je kind eruitkomt. Bij mijn zoon heeft het heel lang geduurd. Verbloem het ook niet, zeg het tegen de buren en je vriendinnen. Dat is echt belangrijk. De troostmethode vond ik ook heel fijn. Die moet in de kraamweek aangeleerd worden. Het is effectief en prettig, iedereen kan het, en dat is heel erg fijn. Het zou standaard gegeven moeten worden.

Wil je nog iets toevoegen?

Helaas hadden we niet een netwerk van opa’s en oma’s die bij konden springen. Af en toe je baby een nachtje uit handen geven om bij te slapen, was bij ons geen optie. Voor ons was het heel fijn dat Nienke een week naar het ziekenhuis kon. Het was fijn voor haar, maar ook voor ons. Een huilbaby is uitputtend tot op het bot. Dat is ongelooflijk.