V(oor)oordelen op de parkeerplaats

Door Pauline op 22 november 2016

“Kun je niet ergens anders parkeren? Je ziet toch dat bord met rolstoel, jij loopt gewoon, ziet er niet ziek of gehandicapt uit, dus volgens mij sta jij hier niet goed geparkeerd? “

En, bedankt meneer, u maakt mijn dag echt helemaal goed! Vooroordelen, iedereen heeft er weleens mee te maken. Onbewust, doordat je dingen niet kunt maar ook bewust, zeker in bovenstaande situatie. Een boodschap doen is al een hele opgave op zich. Laat staan als je met een volle tas, of een onmogelijk rijdend boodschappenkarretje, naar je auto moet lopen. Die dan toevallig helemaal achterin op de parkeerplaats staat, bij gebrek aan een plek bij de deur. Voorheen, in goede periodes, reed ik inderdaad vaak rond naar het laatste plekje, ongeacht of het nou dichtbij of ver van de winkel was. Ik schaamde mij altijd om mijn kaart te gebruiken voor een gehandicaptenparkeerplaats, want stel je voor er komt net iemand aan die het harder nodig heeft. Maar, dat is in een slechtere periode niet haalbaar. Het eerste waar ik mijn blik op werp, als ik een parkeerplaats op kom rijden, is of er gehandicaptenparkeerplaats is en of deze nog vrij is.

Van binnen doe ik een vreugdedansje als ik werkelijk zie dat ze vrij is! Hup, de auto parkeren, gehandicaptenkaart voor de ruit en lekker wandelend de winkel in. Gewoon alles op het gemak en net een extra pad nemen voor wat lekkere Sinterklaasartikelen, waarom niet? Je hoeft toch niet ver naar de auto te lopen. Ideaal, zo klinkt het. Dit keer kan ik dat beamen, maar mijn humeur sloeg om toen ik weer bij de auto aankwam. Een meneer, van middelbare leeftijd, wijst mij op een niet al te vrolijke manier er aan dat ik het recht niet heb om daar te staan want; ik mag dan wel een kaart hebben, recht heb ik er niet op en zeker niet om in een ‘normale’ wandelgang aan te komen lopen. Normaal zou ik de discussie aangaan en iemand daadwerkelijk uitleggen waarom ik vind dat het recht om er te staan er wel is. Nu niet, vandaag laat ik mijn dag niet verpesten door vooroordelen. Ik zeg keurig goedemiddag, zet de boodschappen en mijzelf in de auto en rij weg, kijkend naar een verbaasd achterblijvende meneer.

Soms zou het zo fijn als een ieder zijn of haar vooroordelen voor zich kan houden en gewoon dingen kan accepteren zoals ze zijn. Of je nou de ene keer met de lift of trap gaat, in de rolstoel zit of uitstapt om ook leuke kleding uit te zoeken of om gewoon boodschappen te kunnen doen, als is dat parkerend op een gehandicaptenparkeerplaats. Thuiskomend bak ik als troost lekkere tulbanden voor familie dat morgen op bezoek komt en bespreek ik het voorval met mijn vriend. Ik ben blij met zijn nuchtere blik; die meneer zag blijkbaar niks aan je, dat is toch alleen maar fijn? De tulband smaakt nu nog lekkerder!
Pauline