Buikpijn en wat het met je kan doen

Buikpijn voelt voor iedereen anders. Voor sommigen is het een vervelend gevoel, anderen hebben echt pijn. Die pijn kan zeurend zijn, krampend of scherp, en lang duren of snel voorbij zijn. Soms wordt de pijn erger als je beweegt en verdwijnt ie als je rust. De pijn kan op een bepaalde plek zitten, maar ook in je hele buik.

Heel jonge kinderen (tot een jaar of drie) kunnen meestal nog niet zeggen dat ze buikpijn hebben. Ze zijn dan vaak huilerig, hangerig en minder actief, en ook kunnen ze last hebben van overgeven, slecht eten en afwijkende ontlasting. Hoe ouder je bent, hoe beter je het gevoel kunt herkennen en omschrijven. Naast buikpijn, kun je ook andere klachten hebben, zoals misselijkheid, een opgeblazen gevoel en een verandering van ontlasting en eetgedrag.

In je onderzoek gebruik je pictogrammen (symbolen of afbeeldingen in aanvulling op een tekst), is dat nieuw?

Sommige kinderen vinden het lastig om hun buikklachten te omschrijven. Zo kwamen we op het idee van pictogrammen. Maar het blijkt dat pictogrammen niet per se bijdragen aan het beter omschrijven van de klacht. Het maakt geen verschil of kinderen een pictogram krijgen met het plaatje buikpijn bij de tekst of alleen de tekst ‘heb je buikpijn?’. Maar voor misselijkheid en het opboeren van eten in de mond (regurgitatie) helpen de pictogrammen wel voor het omschrijven van de klacht. Kinderen zeggen snel dat ze last hebben van buikpijn, maar minder snel dat ze last hebben van misselijkheid. Misselijkheid en regurgitatie is best een ingewikkelde klacht, met name voor jonge kinderen, om dat bij zichzelf te herkennen. Kinderen zeggen veel eerder dat ze last hebben van buikpijn, dat hoor je vaak wel als klacht, maar minder snel dat ze last hebben van misselijkheid. Dat kan misschien komen omdat ze toch niet helemaal begrijpen wat misselijkheid voor gevoel is. De pictogrammen maken dit makkelijker, vooral bij jonge kinderen, dus die zou je er best bij kunnen pakken om te zien of zij er last van hebben. In de praktijk wordt dit nog niet altijd gedaan.

Klaartje de Bruijn is huisarts in opleiding. Ze is gepromoveerd op het onderwerp ‘Functionele buikpijn bij kinderen’.

Als je vaak erge buikpijn hebt, kan dat effect hebben op je dagelijks leven. Soms kun je door de buikpijn niet naar school. Afspreken met vrienden of sporten lukt vaak ook niet, waardoor je je steeds meer terugtrekt. Je kunt somber worden, slecht slapen en bijvoorbeeld geen zin meer hebben in eten. Als je veel last hebt van je buikpijn, ga dan naar je huisarts of kinderarts, die kan je helpen.