Veelgestelde vraag
Hoe ontstaat migraine?

Bij het ontstaan van migraine spelen verschillende factoren mee. Genetische aanleg lijkt er daar één van te zijn, al weten we nog niet precies welke genen hierbij betrokken zijn. Migraine kan daardoor bij meerdere familieleden voorkomen. Ook omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol.

Bij een migraineaanval komen er vanuit je hersenstam verschillende processen op gang. Zo zorgt een neurologische verstoring ervoor dat sommige prikkels versterkt of juist verzwakt doorkomen en doorgegeven worden aan andere delen in je hersenen. Het mechanisme dat het doorgeven van prikkels door zenuw- en hersencellen afstemt en regelt, werkt op zo’n moment minder goed. Het verschijnsel aura lijkt te ontstaan door verspreiding van signalen (prikkels) over je hersenschors. Dit fenomeen noemen we cortical spreading depression. Deze prikkels ontstaan ter plekke van je achterhoofd en verspreiden zich als een golf over je hersenschors. Deze golf kan verschillende veranderingen in functioneren veroorzaken die bij aura horen, waardoor je anders ziet, voelt, spreekt of beweegt. De vijfde hersenzenuw (de trigeminuszenuw) raakt ook geprikkeld. Deze zenuw geeft signalen en eiwitten (CGRP) door via een uitgebreid systeem van zenuwuitlopers die uiteindelijk bij je hersenvliezen, en bij je bloedvaten en zenuwen aan de buitenzijde van je hersenen, terechtkomen. Dat zorgt vervolgens voor reacties die ter plekke irriteren en voor veranderingen in de doorbloeding en doorlaatbaarheid van de bloed-hersenbarrière. Hierdoor ontstaat de hoofdpijn bij migraine. Het eiwit CGRP (calcitonin gene-related peptide), dat tijdens een migraineaanval verhoogd is, speelt hierbij een belangrijke rol. Ook het hersenstofje serotonine (een belangrijke neurotransmitter) lijkt een rol te spelen. Een belangrijke functie ervan is het onder controle houden van de pijn, maar het lijkt erop dat serotonine tijdens een migraineaanval minder goed werkt. Hoe dit precies zit is nog niet duidelijk, meer onderzoek is nodig.

Ook interessant