Veelgestelde vraag
Hoe vormt het uitwendige geslacht zich?

Tussen de negende en de veertiende week ontwikkelen de uitwendige geslachtsdelen zich verder.
Bij de mannelijke foetus wordt het testosteron omgezet in dihydrotestosteron, een hormoon dat effect heeft op de vorming van de prostaat en de uitwendige geslachtsdelen. Zo wordt de penis gevormd; het genitale uitsteeksel groeit uit tot de eikel, de urethrale plooien worden langer, groeien naar elkaar toe, sluiten zich en vormen zo de schacht van de penis met de plasbuis er middenin. De plasbuis mondt uit in het midden van de eikel. De balzak ontstaat ook door invloed van het hormoon; de wallen die naast het genitale uitsteeksel liggen groeien naar elkaar toe en versmelten, beginnend van onder bij de anus richting penis, als een soort ritssluiting en vormen zo de balzak (scrotum). Tegen het einde van de zwangerschap dalen de twee testes, onder invloed van hormonen als testosteron, AMH en insuline-like-factor-3 (INSL3), vanuit de buikholte naar de balzak in.
Omdat bij de vrouwelijke foetus geen testes ontstaan, is er geen testosteron en dus ook geen dihydrotestosteron aanwezig, hierdoor ontwikkelt het geslacht zich vrouwelijk. Het genitale uitsteeksel groeit uit tot de clitoris, de spleet tot de vaginaopening, uit de wallen ontstaan de grote schaamlippen (labiae) en uit de urethrale plooien de kleine schaamlippen.

Ook interessant