Welke behandelmogelijkheden zijn er?

Als er geen medische oorzaak is, dan kunnen de ouders hulp krijgen bij het leren omgaan met het huilen van hun baby. Via een gedragsverandering kan een positieve ouder-kind-interactie worden bereikt. Hier zijn diverse methoden voor.

Algemene aanpak

Het ontbreken van ritme en regelmaat speelt een belangrijke rol bij veel huilen. Een duidelijk dagritme is belangrijk, zodat de baby weet wat hij of zij kan verwachten.

  • Zorg voor een vaste volgorde, bijvoorbeeld wakker worden – eten – verschonen – knuffelen – ‘spelen’ – slapen, met een vaste plek voor iedere activiteit (slapen in bed, spelen in de box). Als het inslapen moeilijk gaat, slapen sommige baby’s wel goed op schoot, in de wandelwagen of in een draagdoek. Dit kan onderdeel zijn van het ritme en afgewisseld worden met het slapen in eigen bedje.
  • Het is belangrijk dat de baby bij de eerste signalen van moeheid direct rust krijgt en gaat slapen. Bij twijfel kunnen vaste slaaptijden hulp bieden. Inbakeren kan horen bij het slaapritueel en zorgen voor geborgenheid en minder onrust.
  • Zorg voor weinig prikkels, doe bijvoorbeeld geen onverwachte uitstapjes die niet passen in het slaappatroon van de baby.

5 S’en

De Amerikaanse kinderarts Harvey Karp heeft een speciale methode ontwikkeld voor de behandeling en het voorkomen van overmatig huilen. Volgens Karp vormen de volgende 5 S’en een stapsgewijs proces. Als je de stappen volgt, wordt een troostreflex in gang gezet.

  1. Eerst wordt de baby ingebakerd (Swaddling). Hiervoor kun je o.a. een PACCO doek, SwaddleMeyco of Sleepea swaddle (zoals in de video) gebruiken. Contra-indicaties voor inbakeren zijn : koorts, inbakeren binnen 24 uur na een vaccinatie, luchtweginfecties, heupdysplasie en scoliose.
  2. Vervolgens wordt de baby op de zij op de arm of schoot van de ouder gelegd (Side).
  3. Hierna moet je vlak bij het oor van de baby hard het geluid shhh (Shhh) maken. Dit geluid herkent de baby nog vanuit de baarmoeder, namelijk het voortdurende geluid van de bloedstroom via de bloedvaten. Hoe harder het huilen, hoe harder de Shhh.
  4. Maak vervolgens kleine wiebelbewegingen met het gesteunde hoofdje (Swaying/Swinging). Wiegen doet u in een ritmische beweging, waarbij de baby op zijn/haar zij ligt, op een onderarm of op twee onderarmen steunend op beide benen. Het hoofd wordt ondersteund en er worden snelle kleine wiebelbewegingen gemaakt. Vooral het hoofd wiebelt, dit is geen schudden.
  5. Geef ten slotte een speen, borst of pink waar de baby op kan zuigen (Sucking).

Zo leren ouders om in vijf stappen de troostreflex van hun baby te activeren. De methode geeft ook tips voor inslapen en doorslapen. Zo kan de baby tot rust komen, en de ouders uiteindelijk ook.

Naast deze 5 S’en zijn er nog andere troosttechnieken. Een individuele aanpak waarin ook wordt gekeken naar de ontwikkelingsfase van het kind is belangrijk. Jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen kunnen je helpen bij het vinden van een goed ritme. Daarnaast kunnen ze speciale programma’s, zoals video-hometraining (VHT) aanbieden. Deze begeleiding wordt vergoed door de gemeente.

Kijk voor een Engelse versie op YouTube.

Medische behandeling

Er zijn geen medicijnen die overmatig huilen van de baby verminderen. Als gedacht wordt aan een medische oorzaak, dan kun je met je jeugdarts, huisarts of kinderarts bespreken wat de beste opties zijn.

De beste voeding voor een pasgeboren baby is borstvoeding. Bij vragen of twijfels over de borstvoeding, kun je contact opnemen met een lactatiekundige.

Als je kiest voor kunstvoeding, is het belangrijk om op vaste tijden te voeden. Overvoeding kun je voorkomen door 150 ml/kg/dag te geven, 7-8 keer per dag en maximaal 30 minuten per voeding. Bij slik- en/of zuigproblemen kun je contact opnemen met een logopedist voor begeleiding en advies.

Manuele therapie/osteopathie wordt afgeraden omdat er geen bewijs is dat het helpt. Een kinderfysiotherapeut kan je baby helpen om beter om te gaan met prikkels en minder gespannen te bewegen. Hij of zij kan ook helpen bij het doorbreken van een voorkeurshouding en adviezen geven hoe de ontwikkeling zo goed mogelijk kan worden gestimuleerd.

Begeleiding

Als bovenstaande adviezen niet werken, neem dan contact op met je jeugdarts, huisarts of kinderarts. Er zijn verschillende mogelijkheden voor hulp aan huis.