AOS

Bij het complete androgeenongevoeligheidssyndroom (AOS) heb je een X- en een Y-chromosoom en goed werkende testes, die voldoende AMH en voldoende mannelijke hormonen (androgenen) testosteron en DHT aanmaken, maar is je lichaam ongevoelig voor mannelijke hormonen en ontwikkel je een vrouwelijk uitwendig geslacht. Omdat AMH wel werkt, krijg je geen baarmoeder of eileiders.

In de puberteit wordt het teveel aan testosteron omgezet in vrouwelijke hormonen, oestrogenen, waardoor je wel borsten ontwikkelt. Je hebt alleen minder oksel- en schaamhaar en je kunt wat langer zijn. AOS ontdek je daarom meestal pas als je niet ongesteld wordt.

Bij partiële AOS werken de receptoren een beetje en kan een deel van de testosteron en DHT zijn werk doen. Je geslacht ziet er mannelijker uit. Vaak is dit al duidelijk bij je geboorte.

Intersekse en DSD

Mensen verschillen ook van elkaar door hun geslacht. Er zijn mannen en vrouwen, maar ook andere geslachtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk. En ook hier geldt dat we die verschillen niet altijd kunnen zien. Soms passen je uiterlijke kenmerken bij het mannelijke of vrouwelijke geslacht, maar je inwendige kenmerken niet. En soms passen je uiterlijke kenmerken noch bij het mannelijke noch bij het vrouwelijke geslacht. We spreken dan over variaties in de geslachtelijke of geslachtschromosomale ontwikkeling. Er zijn veel variaties mogelijk en ze ontstaan tijdens de zwangerschap bij de ontwikkeling van het embryo. Je wordt er dus mee geboren. Als je een variatie in je geslachtelijke of geslachtschromosomale ontwikkeling hebt, spreken we van DSD (disorder/differences in sex development), en soms van intersekse.

Ga naar de Intersekse en DSD poli

Zoekresultaten voor "AOS" op de Cyberpoli

Intersekse en DSD

Psychose