Darmcellen die insuline produceren, is dit de oplossing bij diabetes type 1?

Door Roesja van Doorn op 14 juli 2014

Door één gen uit te schakelen, kunnen wetenschappers darmcellen insuline laten produceren. Mogelijk draagt deze techniek in de toekomst bij aan de genezing van diabetes type 1.

Onderzoekers zijn al jarenlang bezig om een vervanger te vinden voor de kapotte insulineproducerende cellen bij diabetes type 1. Door een fout in het afweersysteem worden deze cellen kapot gemaakt. Hierdoor ben je bij diabetes type 1 levenslang afhankelijk van insuline spuiten.
Onderzoekers waren al in staat om stamcellen om te zetten in insulineproducerende cellen. Maar het is nog veel makkelijker als je bestaande lichaamscellen kunt aanpassen zodat ze insuline maken.

Onderzoek
De onderzoekers 'leerden' darmcellen om insuline te maken door één gen uit te schakelen, namelijk: FOXO1. Ze hebben hiervoor eerst een klein weefselmodel van de menselijke darm nagemaakt van enkele millimeters groot met pluripotente stamcellen. Dit zijn cellen die nog in bijna alle andere lichaamscellen kunnen veranderen. Met behulp van een speciale techniek hebben de onderzoekers vervolgens het FOXO1 gen uitgezet in de darmcellen.
Na een week begonnen sommige van deze omgevormde darmcellen insuline aan te maken. Nog belangrijker is dat ze dit alleen deden in reactie op een hoge bloedsuiker.

Is dit de oplossing?
Deze techniek biedt de mogelijkheid om kapotte insulineproducerende cellen te vervangen door andere lichaamscellen die deze functie overnemen. En dat door maar één gen uit te schakelen.
Nu moet worden uitgezocht of hetzelfde principe ook werkt in het lichaam. Zo kunnen telkens nieuwe insulineproducerende cellen worden gevormd uit darmcellen bij diabetes type 1. Maar het is nog een hele klus om het FOXO1 gen in bepaalde cellen in het lichaam uit te schakelen. Hiervoor is meer onderzoek nodig.

Bron: www.leesbaaronderzoek.nl
Auteurs: R. Bouchi en collega's, FOXO1 inhibition yields functional insulin-producing cells in human gut organoid cultures, Nature Communications (2014) 5