Wat is jouw talent?

Elk kind heeft wel een talent of iets waar het in uitblinkt, ook kinderen met ASS. Ze hebben vaak bijzondere interesses, een duidelijke focus en een originele manier van denken. Die talenten wil je als ouder, begeleider of behandelaar aanboren, koesteren en verder ontwikkelen.

Ze zorgen er vaak voor dat kinderen met ASS, die toch al veel hinder ondervinden van hun aandoening, tot hun recht kunnen komen en een plaats kunnen veroveren in onze samenleving. Hun talent is iets waar ze trots op kunnen zijn, en dat is weer goed voor hun eigenwaarde en zelfredzaamheid. Maar hoe kom je achter het talent van een kind met een verstandelijke beperking, of een kind dat niet of nauwelijks kan spreken. Met speciale methodes kunnen experts bij deze kinderen interesse proberen te wekken in de wereld en mensen om hen heen. Een eerste stap om ook hun talenten te ontdekken.

Maretha de Jonge, bijzonder hoogleraar orthopedagogiek

Wat mij raakt in deze groep kinderen? De wereld waarin deze kinderen zich bevinden en die er voor ieder kind weer anders uitziet. Hun wilskracht en originaliteit. Het zijn kinderen die vaak bijzondere interesses hebben. Daar kunnen ze te veel in opgaan, maar het kan ook hun kracht zijn. Dat is bijzonder. Kinderen met autisme hebben vaak een originele manier van denken die ik boeiend vind.

Jelle (18) met ASS

Autisme is een versnelling van de ontwikkeling enerzijds en een vertraging van de ontwikkeling anderzijds. Dat heb ik wel eens gehoord. Dat zie ik terug bij mezelf. Mijn intelligentie is sterk ontwikkeld, maar sociale dingen zijn vertraagd. Als ik het zelf mag zeggen, ben ik licht autistisch, er zijn extremere vormen. Mensen die niet kunnen praten, maar wel superintelligent zijn en de meest moeilijke rekensommen maken. Of iemand die als hij een paar woorden uit een andere taal hoorde, binnen een paar uur die taal kon spreken. Verder kon hij niks.

Femke, moeder van Karel (13) met ASS

Ik denk dat de wereld vooruitgaat door mensen zoals Karel en Karels vader. Omdat ze geniaal zijn in sommige dingen. Ik kan alleen maar lineair denken, eerst dit, dan dat, maar zij kunnen ongelooflijke verbanden leggen. En een geheugen, geweldig. Er zit een enorme potentie in.

Karel (13) met ASS

Waar ik goed in ben? Bij mij is dat de wetenschap. En hacken, dat kan ik ook goed. Ik kan zien hoeveel broodkruimels op tafel liggen, en een bruin blad onderscheiden tussen allemaal groene bladeren in een boom. Als ik een beetje goed kijk, dan zie ik dat. Later wil ik microbioloog worden, lijkt me wel gaaf. Betaald worden om door microscopen te kijken, of iets technisch of met wiskunde.

Jelle (18) met ASS

Ik heb veel feitenkennis, ik weet heel veel. En ik kan heel goed met volwassenen omgaan. Mensen kunnen het altijd goed met me vinden. Ik ben heel aardig over het algemeen, tolerant en meelevend. Ik houd rekening met mensen die het minder goed hebben dan ik. Ik heb dus wel goede eigenschappen. Ik mag wel zeggen dat ik intelligent ben en ik weet veel van politiek. Ik kijk veel op internet, lees de krant en kijk televisie. Zo vergaar ik mijn kennis. Ik heb ook een heel goed geheugen, ik onthoud alles. Een gesprek met iemand die ik tien jaar geleden ontmoette en die ik daarna nooit meer gezien heb, kan ik nog helemaal terughalen.

Maretha de Jonge, bijzonder hoogleraar orthopedagogiek

Kinderen met autisme hebben vaak een originele manier van denken die ik boeiend vind.
Voor zover we dat te weten komen, want er is ook een groep kinderen die op een heel laag niveau functioneert. Daar hoor je veel minder over, maar ze zijn net zo boeiend, alleen kunnen ze het moeilijk vertellen. Begeleiding van deze kinderen richt zich nog meer op (het aanpassen van) de omgeving en op dagelijkse vaardigheden. Ingangen zoeken voor communicatie en contact is moeilijker en vraagt specifieke interventies. Het is ook een kunst om het functioneren goed in kaart te brengen. Intelligentietests zeggen slechts ten dele iets over functioneren. Sommige kinderen met een hogere intelligentie functioneren op het gebied van sociale communicatie of op het gebied van dagelijkse vaardigheden lager dan hun IQ doet vermoeden. Veel autistische kinderen hebben onevenwichtig ontwikkelde vaardigheden, dat wil zeggen dat ze op een bepaald gebied heel goed kunnen zijn in iets en op een ander vlak veel zwakker. In de laatste decennia is er steeds meer aandacht voor het belang van vroegtijdige intensieve therapie voor kinderen met autisme en hun omgeving. Er zijn in Nederland experts die veel weten van deze behandelmethoden die kinderen helpen om interesse te krijgen in de wereld en de mensen om hen heen. Normaal gesproken leren kinderen door naar hun omgeving te kijken, door te imiteren en door te spelen. Als je dat te weinig doet en niet genoeg op een gevarieerde manier speelt, leer je te weinig en creëer je deels je eigen achterstand. Contact, communicatie en interesse in spel, dat is wat we willen bereiken.

Iris over haar zoon Teun (9) met ASS en taalproblematiek

Omdat Teun door zijn beperking verstandelijk gehandicapt is, zijn de ontwikkelingsaspecten meer gericht op zelfredzaamheid. Dat is belangrijk voor als hij begeleid gaat wonen. Dat doet hij nu ook al gedeeltelijk. Dat heb ik langzaam opgebouwd. Eerst bij De Logeerbeer, een dag in de week, toen twee dagen in de week. Toen is hij doorgegaan naar het begeleid wonen. Dat heb ik geregeld omdat het niet goed is voor zijn ontwikkeling als hij alleen afhankelijk is van mij. Wanneer je kind nog kneedbaar is, kun je daarmee starten. Hij accepteert het nu nog als hij een logeerdagje heeft. Op zijn zestiende is die overgang zo groot, daar moet je eerder mee beginnen. Voor Teun is het heel prettig, want hij heeft een tweede thuis. Ook daar hebben ze leerdoelen. Bijvoorbeeld zich zelfstandig uitkleden, weten dat je sokken en schoenen aan moet doen, je kamer leren opruimen. Dat doen ze met pictogrammen. Op dezelfde manier zoals ik aangaf met naar het toilet gaan. Er is een vaste structuur, wat heel belangrijk is, hij weet wat wel en niet mag en wat hij kan verwachten. Het is ook heel fijn dat hij een tweede thuis heeft voor als er thuis iets gebeurt.

Madelief (17) met ASS

Ik zit op het speciaal voortgezet onderwijs omdat ik een verstandelijke beperking heb. Dansen en paardrijden vind ik leuk. Dat doe ik op een zorgboerderij, maar daar ga ik binnenkort afscheid nemen omdat ik naar die woongroep ga. Daar zijn twee paarden. En tekenen vind ik ook leuk.
Waar ik goed in ben? Ik denk in muziek maken en zingen. Ik gebruik de trommel, de shakers of de fluit. Over een paar jaar denk ik dat ik in een woongroep ben. Dan heb ik een eigen kamer en een eigen badkamer, douche, wc en wastafel. Dan heb ik ook een vriendin, ze zit bij mij in de klas. Dat is een goede vriendin van mij.

Dorine over haar zoon Wolf (11) met ASS en taalproblematiek

Of Wolf talenten heeft? Muziek, hij heeft een absoluut gehoor, als hij een noot hoort, kan hij die feilloos benoemen. Hij vindt muziek geweldig. Hij is ook charmant en innemend, daar zijn veel mensen door vertederd. Hij maakt ook zelf muziek. We hebben een piano, die heeft hij helemaal verbouwd vanbinnen. Hij is nogal onderzoekend. Dat is ook wel een talent. Hij kijkt hoe dingen werken en kan daar dan uren mee bezig zijn. Hij heeft allemaal muziekinstrumenten. Soms hoor je een stukje muziek terug van iets. Of dan stemt hij de gitaar ineens. Ik heb de snaren één keer benoemd en dat is dan genoeg.

Matthijs (18) met ASS

Als ik ergens mee bezig ben en ik word niet onderbroken, dan kan ik dat heel goed afmaken en doorgaan. Ik heb gister twee uur onder mijn scooter gelegen, ook na het eten nog, en dan ga ik in een keer door. De focus kan ik vasthouden tot iets mij onderbreekt.

Hanneke over haar zoon Matthijs (18) met ASS

Hoe Matthijs het nu doet? Geweldig. Ik ben heel trots op waar hij nu staat, zeker als ik zie waar we vandaan komen. Hoe hij omgaat met andere mensen, hoe hij zichzelf op veel momenten zo goed kent. Hoe goed hij weet wat er met zijn emoties gebeurt en dat aan kan geven, daar kan menigeen wat van leren. Nu moet de stap worden gemaakt naar de volwassen maatschappij, en daar worden andere eisen gesteld

Astrid over haar zoons Tycho (10) en Pierrot (8), beiden met ASS

Talenten? Tycho zijn creativiteit. Hij is theatraal en kan ontzettend goed verhalen schrijven. Hij is ook heel handig met computers. Hij heeft een monsterboek gemaakt, maar er liggen nog zo veel dingen, zwemmen gaat nu wat beter, maar alles duurt gewoon veel langer. Pierrot heeft vooral technisch inzicht. Hij zet nu al legopakketten in elkaar voor jongens van zestien jaar. Hij kan daar uren mee bezig zijn en zet het zo in elkaar, dat zou Tycho niet kunnen, maar ermee spelen en er een verhaal mee maken, dat doet Pierrot weer niet. Tycho wel. Terugkijkend zou ik nu wat sneller proberen om hun wereld groter te maken. Dat heb ik lang uitgesteld, uit schaamte of onderkenning, ik weet het niet goed. Ik zie nu hoe leuk ze dat vinden, ze gaan naar Fitkids en Be Active. Van het pgb heb ik lang gedacht dat dat een enorm gedoe was, niet aan beginnen, maar uiteindelijk maakt het hun wereld veel breder en leuker. Ze gaan ook een keer in de maand naar een pleeggezin, daarmee begonnen we na de dood van mijn man. En later? Kunnen ze studeren, kunnen ze op zichzelf wonen, dat is allemaal onzeker. Om Tycho maak ik me iets meer zorgen. Misschien verandert het nog, bij Pierrot heb ik dat minder. Ik ben nu heel erg aan ’t zoeken waar hun talenten liggen, wat hun sterke punten zijn. Daar moeten ze het straks van hebben.

Tycho (10) met ASS

Mijn moeder zegt dat ik het theater in moet, ik kan heel veel mensen nadoen. Bijvoorbeeld Trump. Ik kan jou ook nadoen, een beetje saai, maar dat is geen belediging. Van sporten vind ik alleen schaatsen en skiën leuk. Ik ben met mijn feestje naar Snowplanet geweest, ik kon het wel een beetje. Schaatsen kan ik als de beste. Dat doe ik op een schaatsbaan. Ik doe mee aan wereldkampioenschappen bowlen en ik zit ook op Fitkids, en sinds kort kan ik ook best goed zwemmen. Wat autisme is? Ik heb geen flauw idee. Ik weet wel wat over Einstein, Vincent van Gogh en Michael Jackson. Dat is een beetje raar toch? Dat ik daar wel wat over weet, en over autisme niet.

Hayat over haar zoon Ayoub (9) met ASS

Bij theaterles zit hij echt in zijn rol, dat kan hij heel goed en vindt hij ook echt leuk. De docent vindt dat hij ook echt talent heeft. Voetbal ging in het begin nog wel, maar hoe ouder hij werd, hoe lastiger het werd. Elke keer was er wel wat. Er werd niet overgespeeld, of hij had niet gescoord en vond zichzelf dan heel slecht. Dat frustreerde hem telkens weer. Toen hebben we het maar afgezegd. Zwemmen ging wel goed, dat was individueel. Bij het theater worden ook dingen van hem verwacht, maar dat doet hij zo goed. Hij neemt een rol en anderen laten het hem doen. Hij is echt een grappenmaker, iedereen moet om hem lachen. Verbaal is hij heel sterk. Daardoor vergissen mensen zich in hem. Het is een klein mannetje, maar als hij gaat praten vinden ze hem slim en grappig. Als je hem positief benadert, heb je een heel ander kind.

Ayoub (9) met ASS

Waar ik goed in ben? Ik heb heel goede ogen, heel goede oren en een heel goede neus. En een heel goede mond, daar kan ik heel veel dingen mee, ik houd erg van praten. Ik kan ook goed naar mama luisteren, dat doe ik altijd. Maar mijn ogen zijn heel gevoelig voor de zon en als ik te harde geluiden hoor, doet dat heel veel pijn in mijn hoofd. Ik ben ook heel creatief, en ik kan heel veel dingen maken. Technische dingen, zoals robots. Ik lees heel veel en leer dingen heel snel. Ik haal overal de details uit. Of dit met autisme te maken heeft? Ja, ik heb een kaart gezien met alle dingen die goed zijn van autisme en daar stond op dat je heel veel oog voor detail hebt. Dat heb ik ook. Ik zie sneller details dan andere kinderen. En later? Dan ben ik heel rijk, miljonair. Ik word later rapper en als hobby ga ik technische dingetjes maken, bijvoorbeeld een horloge dat laser kan schieten. Dan word ik heel rijk en geef ik mama vijf Lamborghini’s. Dat is een heel mooie auto.

Martine van Dongen, kinder- en jeugdpsychiater

Ik heb zo veel kinderen met autisme in behandeling gehad, geen een is hetzelfde. Dat is voor ouders ook prettig om te horen. ‘Tim’ blijft gewoon ‘Tim’. Hij heeft autismekenmerken en met die kenmerken gaan we wat doen, maar vaak heeft ‘Tim’ ook een heleboel capaciteiten.

Dat is voor ouders wel een opluchting, heel simpele dingen die je teruggeeft.
Ik heb zo veel geleerd over wat autisme is en wat jongeren er allemaal nog naast hebben en kunnen doen! Ik ken een jongen die een studie volgt, vrienden heeft en veel sociale activiteiten heeft. Hij merkt wel de kwetsbaarheid van zijn autisme, de prikkels waar hij niet altijd mee om kan gaan, maar hij voelt zich goed, gebruikt geen medicatie, past goed op zichzelf en voelt zich gelukkig. Maar hij had ooit wel heel ernstige problemen. Van die problemen is niets meer over, hij krijgt straks gewoon een betaalde baan, verwacht ik. We zien ook andere dingen, maar dit is ook wat we meemaken.