Aanhoudend last van hoofdpijn

Soms blijf je hoofdpijn houden, ondanks behandeling. Misschien omdat de juiste oorzaak of behandeling nog niet is gevonden. Verder onderzoek is dan nodig. Soms is het wel duidelijk waar je hoofdpijn vandaan komt en krijg je de juiste behandeling (onder meer medicatie, aanpassing leefstijl etc.), maar houdt de hoofdpijn toch aan.

Ook SOLK (somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten) duikt wel eens op als achterliggend probleem?

SOLK is wel een beetje een gevoelige term. Ik zie hoofdpijn wel een beetje als een vorm van SOLK. Mensen vinden het een beetje ingewikkeld. Ik vind een aandoening niet meer of minder waard als het SOLK is. De aspecten die bij SOLK spelen, en eigenlijk bij elke somatische verklaarde aandoening, staan ook heel erg op de voorgrond bij hoofdpijn. Het biologische aspect; je hebt een bepaalde gevoeligheid, soms erfelijk voor hoofdpijn of migraine, maar ook hoe je in elkaar zit, hoe je omgaat met je hoofdpijn, hoe je prikkels laat binnenkomen en hoe je sociale systeem ermee omgaat. Allemaal aspecten die de dagelijkse last die je hebt van de hoofdpijn kunnen beïnvloeden. Daar zit vaak de oplossing om je hoofdpijn te doen verminderen.

Jolita Bekhof is algemeen kinderarts in het Isala ziekenhuis. Ze behandelt veel kinderen met hoofdpijn.

Hoofdpijn is niet altijd makkelijk onder controle te krijgen. Het kan je veel last bezorgen en je leven beïnvloeden. Goede begeleiding door een kinderarts is daarom heel belangrijk. In diverse ziekenhuis zijn speciale hoofdpijnpoli’s opgezet. Je wordt dan niet alleen gezien door de kinderarts, maar ook door een psycholoog, (kinder)neuroloog en eventuele andere specialisten zoals een oogarts of KNO-arts.

Hoofdpijn en pijnverwerking

Iedereen ervaart zijn of haar pijn anders. Jouw hoofdpijn wordt bepaald door de oorzaak, je gevoeligheid en de manier waarop je met de pijn omgaat. Ook hoe je omgeving ermee omgaat is van belang. Dit alles is van invloed op je pijnverwerking.

Pijnverwerking is ingewikkeld. Het gaat over hoe pijnprikkels worden doorgegeven aan je hersenen en hoe ze daar worden verwerkt. In grote lijnen gaat dit zo:

  1. Pijn ontstaat door een prikkel. Een pijnprikkel kan ontstaan door druk, temperatuur of een chemische stof. Het is een waarschuwing, er is iets aan de hand.
  2. Deze prikkel wordt via pijnzenuwen doorgegeven naar je ruggenmerg.
  3. In je ruggenmerg wordt de prikkel doorgegeven aan andere zenuwen.
  4. De zenuwen in je ruggenmerg sturen de prikkel door naar je hersenen.
  5. Daar zijn verschillende hersendelen betrokken bij de pijnverwerking. Via de hersenstam en dieper gelegen hersengebieden bereikt de prikkel je grote hersenen, ga je de pijn dan voelen.

Onderweg kan er veel gebeuren met deze prikkels. Een prikkel kan versterkt worden en hij kan afgeremd worden, en dit beïnvloedt hoe jij de pijn ervaart. Voorbeelden van veranderingen die op kunnen treden:

  • Als je langere tijd ergens pijn hebt, kunnen pijnzenuwen veranderen. Ze worden gevoeliger, waardoor een zwakke prikkel als sterk wordt doorgegeven. Je voelt dan meer pijn.
  • Als de prikkel van de ene zenuw naar de andere wordt doorgegeven, kan de prikkel worden versterkt of verzwakt. Je kunt dan meer of juist minder pijn voelen.
  • Diepere hersendelen bepalen je eerste pijngevoel en het gevoel dat de pijn oproept, zoals angst, boosheid of verdriet. Dit kan je pijn versterken en van invloed zijn op je grote hersenen. Hierdoor kan de manier waarop je over je pijn denkt en hoe je je gedraagt veranderen.

Er gebeurt dus best veel als je pijn hebt. Er spelen allerlei biologische, psychologische en sociale factoren mee. Omdat pijnverwerking zo ingewikkeld is, is het belangrijk om naar de dokter te gaan als je aanhoudende pijnklachten hebt. Met goed onderzoek kan duidelijk worden waardoor de pijnklachten aanhouden en wat er aan te doen is. Bij aanhoudende hoofdpijnklachten zijn follow-up en goede medische begeleiding dus belangrijk.

Wat is de oplossing, zijn medicijnen altijd nodig?

Dat hangt van de hulpvraag af, maar tijd en aandacht besteden aan uitleg over hoofdpijn is essentieel. We vertellen dat het veel voorkomt en dat het heel vervelend is, maar dat het vaak niet iets ernstigs is. Ik denk dat dat al een groot deel van de oplossing is. Dus uitleg geven, de aspecten van hoofdpijn bespreken en geruststellen is vaak al voldoende, waarbij ik een onderscheid maak voor migraine, dan heb je wel altijd medicijnen nodig. Bij migraine is de aanvalsbehandeling met medicijnen heel nuttig. Je merkt dat kinderen die het juiste aanvalsmedicijn hebben gevonden veel minder vaak aanvallen krijgen, en dat ze controle hebben over hun migraine. Gek genoeg moet ik mensen met migraine juist uitleggen dat het verstandig is om medicijnen te gebruiken, want dat willen ze liever niet. En de mensen met chronisch dagelijkse hoofdpijn die vaak chronisch pijnstillers gebruiken, probeer ik uit te leggen dat medicijnen die soms dagelijks worden ingenomen niet wenselijk zijn, dat ze die juist niet moeten gebruiken

Lukt dat?

Voor medicatieafhankelijke hoofdpijn, dus hoofdpijn die blijft bestaan doordat je te veel pijnstillers gebruikt, moet je echt twee, drie maanden zonder pijnstillers zijn voor je het effect kunt beoordelen. Dat is heel erg lang en vaak wordt de hoofdpijn in de eerste week na het stoppen van de medicatie ook nog eens erger. Daar moet je mensen wel mee helpen.

Is de voorlichting en behandeling via de huisarts dan niet goed geweest?

De richtlijn van de NHG (Nederlandse Huisartsen Genootschap) zegt dat mensen met hoofdpijn eerst één à twee weken dagelijks pijnstillers moeten gebruiken. Dan is het heel raar om daarna te zeggen dat ze helemaal geen medicijnen meer mogen gebruiken. Beter is het om aan het begin te zeggen: ‘Als je nu hoofdpijn hebt, mag je een week pijnstillers gebruiken om te kijken of we het patroon kunnen doorbreken, daarna moet je hoe dan ook stoppen met de medicijnen.’ Als het helpt moet je stoppen, en als het niet helpt moet je ook stoppen. Als ik mensen met chronische dagelijkse hoofdpijn vraag of de medicatie helpt, dan is er bijna niemand die zegt dat het echt helpt, maar ze kunnen toch niet zonder. Ik hoor wel eens van patiënten dat ze van de huisarts moesten stoppen met de pijnstillers. Maar mensen hebben daar vaak een steuntje in de rug bij nodig. Telefonisch contact kan al helpen. Een eenmalig bezoek aan de huisarts is dan net niet voldoende. Geef patiënten het gevoel dat ze er niet alleen voor staan.

Jolita Bekhof is algemeen kinderarts in het Isala ziekenhuis. Ze behandelt veel kinderen met hoofdpijn.

Hoelang duurt een behandeling bij jou als psycholoog?

Iedere behandeling is op maat. Het is niet altijd goed te zeggen, maar globaal duurt de intakefase ongeveer drie sessies, daarin werken we toe naar een behandelplan. Dit behandelplan bespreken we in een gezamenlijk adviesgesprek. Op het moment dat iedereen akkoord is, start de behandeling. Als we echt alleen de hoofdpijnklachten pakken, dan kom je met acht à tien sessies een heel eind. We stellen doelen op waaraan we gaan werken en die we steeds evalueren. Vanuit de evaluatie kijken we hoe het gaat, of ze tevreden zijn, of we weer verder kunnen. Vaak zien we naast hoofdpijnklachten ook bijkomende klachten, zoals stress-klachten. Hoofdpijnklachten hebben ook sociale gevolgen: terugtrekken, schoolverzuim of niet meer meedoen met anderen. Dat kost een stukje zelfvertrouwen. Regelmatig zetten we dan extra methoden in om ook dit te behandelen. Als traumatische gebeurtenissen een oorzaak zijn of een rol hebben gespeeld, dan maken we een uitstapje naar andere therapievormen, bijvoorbeeld EMDR.

Hoe kunnen ouders het beste helpen?

Dat is heel verschillend. Soms hebben ouders zelf vragen hoe ze het beste met iets om kunnen gaan. Soms reageert een ouder niet altijd even handig op een klacht, ook al is het vaak goed bedoeld. We kijken altijd goed naar de rol die ouders hebben. Wat regelmatig voorkomt is het volgende: een lichamelijke klacht (zoals hoofdpijn) vraagt veel ‘aandacht’. Daar bedoelen we mee dat je let op de klacht, er veel aan denkt en er dus veel mee bezig bent. In de behandeling proberen we, d.m.v. verschillende oefeningen, de aandacht te verleggen. Aan ouders vertellen we dan dat het veel vragen naar de klachten of veel praten over de klachten niet handig is. We spreken met elkaar af om dit niet of nauwelijks te doen. Ouders kunnen verder heel goed ondersteunen in de therapie. We oefenen hier, maar het kind moet ook thuis aan de slag. Ouders kunnen daarmee helpen. Ouders hebben ook een belangrijk rol in een schoolplan. Als er veel verzuim is geweest, werkt het niet als het kind alles moet inhalen, dan krijg het weer stress en dat werkt weer ongunstig op de klachten. We vragen ouders om dat met school op te pakken, vaak sluiten wij ook aan bij zo’n gesprek en geven we adviezen.

Waaruit bestaat de behandeling?

We maken veel gebruik van individuele cognitieve gedragstherapie. Er is vaak sprake van een vicieuze cirkel. De klachten hebben gevolgen, en de gevolgen versterken of houden een klacht in stand. Als we de gevolgen weten te beperken, heeft dat vaak een gunstig effect op de klachten. Binnen de behandeling starten we regelmatig met de aandacht verleggen van de klachten door afleiding en ontspanningsoefeningen. Bij pijnklachten spant ons lichaam zich onbewust. Bij hoofdpijn zien we vaak dat jongeren last hebben van hun nek en schouders. We doen daarom ook spierontspanningsoefeningen. In allerlei varianten. Niet te zweverig, niet te nuchter, wat past bij die persoon. Die gaan ze oefenen. Eerst op een moment dat ze niet zo veel last hebben en daarna op een moment dat ze wel veel last hebben.

Daniëlle Blok is GZ-psycholoog bij de Cognito Praktijk, locatie Zwolle.