Hoe krijg je diabetes?

Er is niet één oorzaak waardoor je diabetes type 1 of 2 krijgt. Er spelen meerdere factoren een rol en die van diabetes type 1 zijn anders dan die van type 2 diabetes.

Bij diabetes type 1 worden de cellen die insuline aanmaken (bètacellen in de alvleesklier) kapotgemaakt door je eigen afweersysteem (immuunsysteem). Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Om deze auto-immuunziekte te kúnnen krijgen moet je een bepaalde erfelijke aanleg hebben.
Het lijkt erop dat meerdere factoren een rol spelen bij het ontwikkelen van diabetes type 1, zoals de hoeveelheid zonlicht en vitamine D, doorgemaakte infecties in de kindertijd, de barrièrefunctie van de darm, borstvoeding of flesvoeding en chemische prikkels. Wat hun precieze rol is, is nog niet duidelijk. Er wordt nog volop onderzoek naar verricht.

Bij diabetes type 2 is je lichaam minder gevoelig voor insuline. Als deze ongevoeligheid ontstaat maakt de alvleesklier eerst meer insuline aan, hierdoor heb je nog geen klachten. Maar na verloop van tijd raakt de alvleesklier uitgeput en wordt er steeds minder insuline aangemaakt, op dat moment ontstaan er klachten van diabetes type 2. Erfelijke aanleg speelt een grote rol, net als overgewicht. Als je te dik bent verandert de samenstelling van de vetten in je lichaam. De ‘slechte’ vetten stapelen zich op in je organen en weefsels waardoor de gevoeligheid voor insuline afneemt. Als je overgewicht hebt én weinig beweegt en een verkeerd voedingspatroon hebt, heb je een grote kans om diabetes type 2 te ontwikkelen.