Wat is Hiv?

Hiv is de afkorting van 'human immunodeficiency virus'. Human betekent menselijk en immunodeficiency betekent dat je afweer niet goed werkt. Hiv breekt het afweersysteem van je lichaam af waardoor je allerlei infecties en ziektes kunt krijgen. Gelukkig is hiv tegenwoordig goed te behandelen. Met de nieuwste medicijnen word je niet meer ziek, maar je moet ze wel je hele leven lang slikken; hiv is helaas nog niet te genezen.

Als je geen medicijnen slikt, krijg je op den duur aids. Je krijgt dan heel ernstige infecties met schimmels, virussen of bacteriën, die mensen zonder hiv-infectie eigenlijk nooit krijgen. Omdat je afweersysteem niet goed werkt, zijn die infecties niet goed te behandelen, waardoor mensen met aids uiteindelijk doodgaan.

Het hiv-virus werd in 1984 ontdekt. Tien jaar later hadden wereldwijd ongeveer één miljoen mensen een hiv-infectie. Er is veel onderzoek gedaan naar de ziekte, maar toch groeide het aantal mensen met hiv enorm. In 2005 hadden ruim 40 miljoen mensen een hiv-infectie. Dankzij alle onderzoeken naar nieuwe hiv-remmende medicijnen, behandelingen en preventie (maatregelen om een hiv-infectie te voorkomen) daalde het aantal nieuwe infecties. In 2012 waren wereldwijd 35 miljoen mensen hiv-geïnfecteerd (in Nederland waren dat er ruim 21.000 waarvan 235 kinderen onder de 18 jaar).

Sinds 1996 is bekend dat combinatietherapie (het slikken van een aantal hiv-remmers tegelijkertijd) de beste manier is om een hiv-infectie te behandelen. Met deze combinatietherapie daalt het aantal hiv-deeltjes in je bloed; je hebt dan een lage 'viral load'. Met een lage viral load werkt het afweersysteem goed en wordt het lichaam beschermd tegen ernstige infecties. Maar zoals ieder medicijn, heeft ook deze combinatietherapie bijwerkingen. Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar nieuwe medicijnen met minder bijwerkingen.