Genetische achtergrond van Sikkelcelziekte

Sikkelcelziekte is een erfelijke ziekte. Het erfelijk materiaal (het DNA) bevindt zich op de chromosomen. Ieder kind krijgt 46 chromosomen van beide ouders; 22 chromosomen en één geslachtschromosoom van de moeder en 22 chromosomen en één geslachtschromosoom van de vader. De chromosomen zijn de dragers van de genen. Door een verandering in een gen (mutatie) op de korte arm van chromosoom 11 in het gen voor bèta globine ontstaat bij sikkelcelziekte een verandering in het erfelijk materiaal.

Hierdoor worden er andere boodschappen uitgezonden bij de aanmaak en opbouw van het lichaam. In dit specifieke geval leidt het tot de aanmaak van een afwijkende bèta globine-keten, waardoor het HbA1 van samenstelling verandert. De wijze waarop sikkelcelziekte wordt overgedragen is autosomaal recessief. Dat houdt in dat je de ziekte hebt als je van beide ouders het veranderde gen krijgt. Zodoende kunnen zowel jongens als meisjes de ziekte hebben, m.a.w. het is niet geslachtsgebonden. Het is ook mogelijk dat je van één ouder het veranderde gen overerft en van de andere ouder het normale, niet veranderde gen. Dan ben je drager van de ziekte. Als drager van sikkelcelziekte heb je voldoende onveranderd bèta globine, waardoor je nog voldoende goed hemoglobine A1 aanmaakt. Wel kun je de aanleg voor de ziekte weer doorgeven aan je kinderen.

Genen die te maken hebben met de productie van HbA1 en HbF liggen dichtbij elkaar op chromosoom 11. Hemoglobine is gemaakt van twee van de vier genen uit het alfa globine gen cluster op chromosoom 16 en twee genen uit het bèta globine gen cluster op chromosoom 11. Vier globine ketens: twee alpha globine ketens en twee bèta globine ketens vormen samen het HbA1 hemoglobine, het belangrijkste type hemoglobine vanaf de leeftijd van vier maanden.

De compound heterozygote sikkelcelziekte aandoeningen ontstaan wanneer je in beide bèta globine genen een verschillende verandering hebt i.t.t. bij de homozygote sikkelcelziekte waarbij je in beide bèta globine genen dezelfde S verandering hebt (HbSS).

Deze compound heterozygote of “samengestelde” sikkelcelziekten kunnen in de volgende vormen voorkomen;
  • Hemoglobine SC sikkelcelziekte: één ouder geeft het HbS gen door, en de andere ouder het HbC gen; het kind heeft dan HbSC sikkelcelziekte. Hierdoor ontstaan klachten die vergelijkbaar zijn met de klachten passende bij HbSS sikkelcelziekte. Over het algemeen zijn de klachten vaak iets milder van aard. De behandeling verschilt echter niet. De klachten bij deze aandoening zijn wel ernstiger dan bij homozygote HbC (HbCC) ziekte.
  • Sikkelcel- bèta-thalassemie ziekte: één ouder geeft het HbS gen door en een ouder het gen voor bèta-thalassemie. Je krijgt dan een combinatie van sikkelcelziekte en bèta-thalassemie oftwel HbS bèta-thalassemie sikkelcelziekte. Je hebt dan ook klachten die bij beide ziekten passen, de ernst van de klachten kan erg wisselen afhankelijk van de hoeveelheid normaal hemoglobine die nog geproduceerd wordt door de bèta globine genen. Als er bijna geen normaal hemoglobine wordt gevormd (HbS bèta 0-thalassemie) is er sprake van ernstig beeld. Als er toch een redelijke hoeveelheid normaal hemoglobine wordt gevormd (HbS bèta + - thalassemie) dan zullen de klachten vaak minder ernstig zijn, met o.a. minder sikkelcelcrisen. Dit type sikkelcelziekte wordt vooral gezien bij mensen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit het Mediterrane gebied (Italië, Griekenland, Marokko, Turkije). Soms staat bij dit type sikkelcelziekte de bloedtransfusie behoefte op de voorgrond en verloopt de ziekte zoals bij een ernstige bèta thalassemie (of bèta thalassemia major).