Klachten of kenmerken die kunnen voorkomen bij een epileptische aanval

De klachten of verschijnselen die je kunt hebben bij een epileptische aanval zijn voor iedereen verschillend. Soms kun je een aanval goed voelen aankomen (aura), soms merk je er nauwelijks iets van of komt het alleen voor tijdens de slaap.

Wat kan er gebeuren bij een epileptische aanval?

Doordat een groep hersencellen bij een aanval plotseling actief wordt, ontvangen je spieren een boodschap. Ze worden dan (ongewild) aangestuurd om iets te doen. Dat kan leiden tot de volgende verschijnselen.
Schokkende bewegingen
Clonische aanval
Je lichaam, of een deel ervan, kan schokkende bewegingen maken. Dat komt doordat de spieren wisselend de boodschap krijgen om aan te spannen en te ontspannen. De hevigheid van de schokken kan verlopen, waarbij ze eerst erger worden en vervolgens minder worden en stoppen.
Verstijven
Tonische aanval
Je spieren kunnen ook de boodschap krijgen om zich aan te spannen. Je lichaam, of een deel ervan, kan dan verstijven. Een arm of been staat bijvoorbeeld strak gespannen en kan niet meer buigen.
Stokkende ademhaling met blauwverkleuringJe ademhalingsspieren en spieren rond de bovenste luchtwegen (keel) kunnen ook verstijven, waardoor je ademhaling onvoldoende wordt of stopt. Je krijgt dan niet genoeg zuurstof binnen waardoor je blauw kunt worden. Pas als je spieren weer ontspannen (omdat ze zelf ook last hebben van het gebrek aan zuurstof) komt je ademhaling weer op gang.
Kaakklem, tongbeet en schuim op de mondAls de spieren in je kaak verstijven, bijt je je tanden stevig op elkaar en is je kaak niet open te krijgen. Dit wordt ook wel een kaakklem genoemd.
Je tong kan tijdens het dichtbijten tussen je tanden komen, waardoor je een bijtwond kunt krijgen. Omdat de tong heel goed doorbloed is, kan dat flink bloeden.
De spieren die je gebruikt voor het doorslikken van speeksel kunnen ook verstijven, waardoor het speeksel in je mond zich ophoopt. Je kunt dan gaan schuimen of bellenblazen als je lucht door het speeksel uitademt.
VerslappenJe spieren kunnen ook ontspannen waardoor ze verslappen. Je kunt dan vallen of bepaalde dingen niet meer doen.
OogbewegingenJe oogspieren kunnen ook meedoen tijdens een aanval. Je ogen kunnen daardoor weggedraaid zijn (naar één kant of helemaal naar boven) of schokkende bewegingen maken naar een kant. De pupillen zijn meestal vergroot.
Verlies van controle over de blaasDe blaas is een grote spier. Als je blaas een prikkel krijgt om te ontspannen of aan te spannen, heb je geen controle meer over je blaas waardoor je je plas niet kunt ophouden. Je laat de plas dan lopen.
Verandering bewustzijnJe bewustzijn kan veranderen, maar dat hoeft niet.
Als je bewustzijn verandert heb je minder goed door wat er om je heen gebeurt of wat er met jezelf gebeurt. De ernst kan variëren van een starende blik tot volledig verlies van bewustzijn. Volledig verlies van bewustzijn wordt bewusteloos genoemd.
Overige verschijnselenBraken: tijdens de aanval kun je overgeven.
Starende blik: je kunt een starende blik hebben, waarbij je naar een vast punt kijkt zonder iets te zien.
Versnelde hartslag en ademhaling, meer zweten, verlies van ontlasting.


Er zijn nog meer verschijnselen, klachten en typische gevoelens die je tijdens of voor een aanval kunt merken. Ze zijn niet allemaal in deze tabel opgenoemd.