ASS in combinatie met een andere aandoening

Als je naast ASS nog andere geestelijke of lichamelijke aandoeningen hebt, dan heet dat comorbiditeit. Dit komt bij ASS geregeld voor. Ze kunnen met ASS in verband staan, maar ze kunnen ook toevallig voorkomen.

Enkele voorbeelden:
  • Obsessief-compulsieve stoornis: je hebt last van gedachten die steeds blijven terugkomen, zonder dat je er controle over hebt, we noemen dat ook wel dwanggedachten (het obsessieve deel). Je kunt ook last hebben van dwangimpulsen. Die hebben effect op je handelen en je gedachten. Een dwanghandeling is de dwingende behoefte om op dwanggedachten of -impulsen te reageren (het compulsieve deel).
  • Angststoornis: je bent angstig en je hebt er geen grip op, je kunt het niet relativeren. De dagelijkse dingen gaan daardoor niet meer goed en je kunt lichamelijke klachten krijgen, zoals slecht slapen, hartkloppingen en je ziek voelen. Je kunt voor heel veel verschillende dingen angst hebben, voor omgaan met mensen, school, de wereld buitenshuis, viezigheid, dieren en nog veel meer.
  • Depressie: dan kun je last hebben van verschillende signalen en kenmerken die in ernst kunnen verschillen, zoals je somber voelen, lusteloos, verdrietig of hulpeloos. Je kunt last hebben van slecht slapen, concentratieproblemen en gebrek aan eetlust en energie. Het kan je dagelijks functioneren behoorlijk beïnvloeden, waardoor je niet goed meer kunt meedoen, maar soms zijn de verschijnselen minder opvallend, waardoor een depressie moelijker te herkennen is.
  • ADHD of ADD: ADHD staat voor attention deficit hyperactivity disorder, de variant ADD voor attention deficit disorder. Bij beide aandoeningen vind je het moeilijk om je aandacht ergens bij te houden en ben je snel afgeleid. Je kunt je niet goed focussen en een taak afmaken is moeilijk. Soms kun je daarom niet goed leren. Het is moeilijk om niet te reageren op de prikkels vanuit je omgeving of vanuit jezelf. Bij ADHD heb je ook last van lichamelijke onrust, waardoor je beweeglijk en onrustig bent. Stilzitten is dan lastig.
  • Eetstoornis of eetproblemen: eten of leren eten gaat moeizaam en dat kan zo blijven. Soms wil je alleen een bepaald soort voedsel eten, met een bepaalde structuur, geur, smaak of temperatuur. Nieuwe dingen leren eten kan voor problemen zorgen als je de nieuwe prikkels qua smaak en gevoel in de mond onprettig vindt.
  • Het syndroom van Gilles de la Tourette: is een aandoening waarbij je ongewilde geluiden en bewegingen maakt, omdat je prikkels krijgt die moeilijk of niet te onderdrukken of te beheersen zijn. We noemen het ook wel tics.
  • Verstandelijke beperking: als je verstandelijk vermogen minder goed ontwikkeld is, kun je moeilijker leren. Niet alleen op school, maar ook bij alledaagse dingen en nog veel meer. Hierdoor kan het moeilijk zijn om voor jezelf te zorgen. Je verstandelijke vermogen kun je meten met behulp van een intelligentietest. Hoe lager het IQ, hoe groter de belemmeringen.
  • Syndromale en chromosomale aandoeningen: er zijn diverse syndromen en chromosomale afwijkingen waarbij ASS voorkomt. Je genetische aanleg speelt hierbij een rol. Voorbeelden van aandoeningen waarbij ASS voor kan komen: het syndroom van Klinefelter, het fragiele-X-syndroom, het syndroom van Noonan, het syndroom van Prader-Willi, het syndroom van Kleefstra, het syndroom van Williams, het syndroom van Cornelia de Lange en het syndroom van Angelman.
  • Visuele beperking: als je slechtziend bent of blind, komen de prikkels vanuit je omgeving en jezelf anders binnen. Je neemt de buitenwereld daardoor anders waar. De prikkelverwerking en sociale interactie verlopen daardoor anders.
  • Auditieve beperking: als je slechthorend of doof bent, zijn de prikkels vanuit je omgeving en jezelf anders dan wanneer je kunt horen. Je neemt de buitenwereld daardoor anders waar. De prikkelverwerking en sociale interactie verlopen daardoor anders.