Hoe vaak komt ASS voor?

Het aantal mensen (kinderen en volwassenen) in Nederland met ASS wordt geschat op 1%, dus 1 op de 100 mensen heeft ASS. Dat is aardig vergelijkbaar met andere landen wereldwijd.

Echter, in 2014 werd volgens een onderzoek van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) bij 1,9% van de kinderen tussen de vier en twaalf jaar de diagnose ASS gesteld, zij kregen hier ook behandeling voor, en 2,8% van de ouders gaf aan dat hun kind ASS had. Deze toename heeft waarschijnlijk te maken met de bredere bekendheid van ASS, betere herkenning van de kenmerken en goede toegankelijkheid van de zorg. Ook zijn in de DSM-5 de voorwaarden (criteria) voor de diagnose ASS verbreed, waardoor een grotere groep kenmerken erbinnen valt. Het lijkt er dus op dat ASS niet vaker voorkomt dan jaren geleden.

ASS komt voor bij zowel jongens als meisjes, al zien we het vaker bij jongens. Hoeveel kinderen in Nederland ASS hebben, weten we niet precies. Er zijn namelijk ook kinderen met ASS bij wie de diagnose nog niet is gesteld. Soms wordt het pas duidelijk als ze wat ouder zijn en er meer beroep wordt gedaan op hun zelfredzaamheid, flexibiliteit en sociale vaardigheden.

Iedereen is anders en meer mensen kunnen niet zo goed sociaal communiceren of hebben een beperkte interesse, maar zolang het de ontwikkeling en het dagelijks functioneren niet in de weg zit, wordt er verder niets mee gedaan. Dit soort gedragingen die passen bij ASS, noemen we ook wel autistiform gedrag. Er zijn geen exacte cijfers bekend, maar naar schatting komt het bij zo’n 5% van de bevolking voor.