Als ik in de spiegel kijk, herken ik mezelf niet

Thomas (17) is herstellende van een psychose. Hij heeft nog last van derealisatieverschijnselen.

Zit je weer op school?

Ja, ik zit op een speciale school voor kinderen die problemen thuis hebben of psychische problemen.

Hoe gaat het nu met je?

Het gaat veel beter dan vorig jaar. Ik ben nog niet helemaal in orde, ik heb nog wel last van derealisatie. Op school ben ik helemaal psychosevrij. Ik slik nu een halfjaar medicatie, Quetiapine®, en ben dit aan ’t afbouwen, van 600mg naar 75mg. Dat is een heel stuk minder. Daarvoor heb ik veel medicatie geprobeerd die niet werkte, en heel nare bijwerkingen gaf.

Wat is er precies gebeurd?

Mijn psychose is gekomen door een drugsoverdosis. Ik was wat somber, zag het niet meer zitten en slikte vier pillen met een hoge dosis MDMA. Die nacht gebeurden er hele nare dingen. Ik kreeg een psychose en daarna is het blijven nasudderen.

Wanneer was dat?

Dat was 28 februari 2019, vier dagen na mijn zestiende verjaardag.

Die pillen nam je omdat je je somber voelde?

Ja, ik blowde veel en dacht dat die somberte door de cannabis kwam. Ik dacht ook dat iedereen dat had en dat het niet raar was. Ik vond ook dat ik niet somber moest zijn, me niet moest aanstellen. Maar doordat ik er niet aan toegaf, belandde ik in een slechte situatie. Op een gegeven moment ging ik zelf ook drugs verkopen. Dat was geen goed idee. Ik had al heel lang het plan om die pillen te slikken, en toen nam ik ze gewoon.

En niet een maar vier?

Ja, een heel hoge dosis, niet normaal. Het is wel bijzonder dat ik hier nog zit en daar ben ik ook wel dankbaar voor. Het had die nacht ook anders af kunnen lopen.

Weet je nog wanneer die sombere gevoelens begonnen?

Ik denk vanaf mijn negende al. Ik herinner me dat ik bij een jongetje thuis was die een mes had en dat ik zei dat ik mezelf iets aan ging doen. Dat jongetje hoorde dat en zijn moeder ook, ze schrokken heel erg. Ik barstte in huilen uit, ik wist niet wat ik deed, ik was zo jong. Dat is denk ik waar het begon.

Was het een soort impuls denk je?

Aan de ene kant zag ik het niet meer zitten, aan de andere kant was het een soort hulpvraag misschien. Maar toen wist ik nog niks van hulp. Ik dacht dat anderen ook dit soort gevoelens hadden.

Heb je wel eens stemmen gehoord?

Ja, ik wist wel dat het iets raars was, maar ik dacht dat het door het blowen kwam en dat het gewoon was. Pas toen ik hoorde van psychoses, besefte ik dat ik stemmen hoorde en dat dat door de drugs versterkt werd. Daar kwam ik pas later achter, op het moment zelf besefte ik dat niet. Je krijgt op school voorlichting over drugs, maar niet over psychoses. En over roken en dat het slecht is, maar niet over blowen, dat het je in dit soort situaties kan brengen.

Je zat in groep vijf, had je vriendjes?

Ja, ik was een heel sociaal persoon. Wel wat verlegen, maar ik had goed contact met de mensen waarmee ik bevriend was. Ik kon goede gesprekken voeren, dat ging wel makkelijk.

Zat je ook op sport?

Ja, op tennis en kickboksen, en ik rende met mijn vader. Dat pak ik nu ook weer op. Ik ben nog steeds lid van de tennisvereniging, maar tennis minder door de kliniek.

Je was dus al somber vanaf je negende?

Ik denk het wel, maar ik kan het me niet goed meer herinneren. Wel de emotionele dingen. Die zijn me bijgebleven. Het begon meer rond de puberteit dat ik het begon te merken.

Praatte je erover of hield je het voor jezelf?

Ik hield het voor me zelf. Ik ben geboren met een hartafwijking en ik ben heel veel ziek geweest. Ik was een beetje klaar met al die medische dingen, ik wilde het zelf oplossen. Maar door die gevoelens zonderde ik me af. Op een gegeven moment dacht ik dat anderen me niet aardig vonden, dat ze dachten dat ik raar was. Als ik bij mijn vriendengroep kwam, merkte ik wel dat er iets veranderde als ik aankwam. Kwam dat door mij? Heb ik iets gezegd of is er iets gebeurd? Dat stoorde me wel en daardoor dacht ik dat ik iets gedaan had. Dat speelde wel een rol in het somber zijn.

Sprak je daarover met je vrienden?

Nee, de vriendengroep had een ‘wij hoeven je shit niet’-houding. Het zou raar zijn om je hele levensverhaal te vertellen. Dat soort dingen hield je voor jezelf, die deelde je niet. Dat was de sfeer in het vriendengroepje. Het ging eigenlijk alleen maar om het blowen.

Die somberheid kwam in je puberteit? Heb je een idee waardoor dat kwam?

Nee, en daardoor twijfelde ik ook aan mezelf, dat ik een weirdo was. Ik piekerde veel. Daardoor ging ik ook heel veel blowen. Later werd ik verslaafd en blowde ik de gevoelens weg. Ik was een heel emotioneel kind, en heel gevoelig. Als de juf me bijvoorbeeld aansprak op iets, dacht ik dat ze me niet aardig vond. Ik had hoge pieken van blijdschap en diepe dalen van somberheid. Daardoor blowde ik ook steeds meer.

Ben je dat nog steeds? Zo emotioneel?

Ja, ik ben wel meer voor mezelf gaan opkomen. Vroeger liet ik alles over me heen komen. Als ik het nu ergens het niet mee eens ben, zeg ik het wel eerlijk.

Blowen is niet goedkoop, hoe loste je dat op?

Op een gegeven moment ging ik drugs verkopen, en daar verdiende ik een beetje aan. Daar ben ik niet heel trots op. Dat gebeurde gewoon. Ik was verslaafd en was er vooral mee bezig hoe ik mijn volgende jointje bij elkaar moest krijgen.

Hoeveel joints rookte je op een dag?

Minimaal tien denk ik. Niet alleen maar ook met anderen. Zo naar, want het enige waar je aan denkt is dat je je goed wilt voelen en wanneer je je volgende jointje kunt draaien. En dan de angst, komen mijn ouders erachter of niet. Ik was heel bang voor wat mijn ouders ervan zouden vinden.

Je kon dit thuis niet delen?

We zijn niet opgevoed met drugs of roken. Ik was bang om erover te spreken. Ik heb het heel erg geheim gehouden. Ik hoopte dat mijn ouders een hardwerkende jongen zagen die goed op school ging, kok wilde worden en goede dingen zou doen later. Maar ik was natuurlijk niet dezelfde meer. Ik denk wel dat ze dat een beetje doorhadden, want op een gegeven moment ging mijn bankrekening van 100 naar 0 en had ik alles contant, maar ze zeiden niks. Maar ze hadden niet verwacht dat ik dit deed.

Zijn er nog andere kinderen in huis?

Ja, we zijn met z’n drieën. Ik heb nog twee broertjes, en mijn ouders dan.

Op welke schoolrichting zat je toen?

Eerst de havo en later ging ik van 3 havo naar 4 vwo. Het vakkenpakket werd steeds zwaarder. Dat kon ik in het begin wel aan, maar later werd het te veel en ik begon steeds meer te blowen en andere dingen te doen.

Zoals?

MDMA op feestjes en paddo’s. Daar kwamen mijn ouders wel achter. Ik had twee porties op en kwam trillend thuis. Ik kon helemaal niks meer. Dat was het moment dat mijn ouders dachten dat het niet goed ging. Dit was niet meer de Thomas die ze kenden. Ze hebben me op bed gelegd en ik heb daar die trip uitgezeten.

Hoe oud was je toen?

Toen was ik 14, misschien 15 jaar.

Kwamen er vragen over?

Nee, en ik wilde ook niks vertellen. Ik was zo bang wat mijn ouders van me vonden. Ik wilde ze pleasen en doen wat zij hebben gedaan, anders is het niet goed. Mijn broertje doet nu gymnasium, hij is ook heel slim. Ik wilde net zoals mijn ouders zijn.

Heb je nooit hulp gezocht?

Nee, ikzelf niet. Een goede vriendin van mij merkte wel dat er iets mis was. Toen ik in de eerste van de middelbare school kwam had ik een gezellig vriendengroepje. Maar op een gegeven moment ging ik naar die andere vriendengroep en merkte ze dat ik anders geworden was. Ze dacht dat het door de puberteit kwam, en dat ik wel weer terug zou komen. Zij heeft aan de bel getrokken en andere mensen begonnen het ook te merken. Ik begon mezelf ook te snijden, in mijn armen. Ook op schoolreisjes en op kamp. Ze zagen ook dat ik raar deed en in mijzelf was gekeerd. Uiteindelijk merkte een van de leraren het. Ik vertelde hem dat ik niet begreep waarom mijn ouders geld aan dit kamp verspilden voor mij, een slaapzak gekocht en zo. De leraar vond mijn redenatie niet gewoon. Ik kon niet begrijpen dat mijn ouders gewoon van me hielden en dingen voor me wilden doen.

Wanneer werd er hulp gezocht?

Dat was in 2018. Ik ging naar de schoolpsycholoog ging en vertelde haar over mijn gedachtes. Ik kwam heel moeizaam op gang, maar na een tijdje werd ik steeds opener. Ik vertelde dat ik aan ’t blowen was. Ze probeerde me te helpen en schakelde ook iemand in van Arkin voor het blowen. Iets met drugspreventie of zo. Toen kwamen ze erachter dat ik al te ver heen was voor deze hulp, ik zat niet meer in de experimentele fase en was echt heel erg verslaafd. Toen ben ik doorverwezen naar Arkin, waar ik nu zit. Zo is het allemaal begonnen.

Dat blowen deed je om niet te voelen?

Ja, ik moest weer opnieuw voelen, leren omgaan met emoties die ik nog nooit had gevoeld. Het was wel nieuw voor me. Bij Arkin probeerde ik te minderen, maar dat lukte niet. Ik zag het niet meer zitten al die hulp, en toen heb ik al die pillen ingenomen. Uiteindelijk werd geconstateerd dat ik psychotisch was. Toen ben ik doorverwezen naar de kliniek in het AMC.

Wist je wat dat was?

Nee, eerst niet. Het was gewoon een woord voor mij. Het was een beetje zoeken wat ik nou had. Ik ging ook naar een andere Arkin, om te kijken of cognitieve gedragstherapie zou kunnen helpen. Maar ik werd niet beter. Uiteindelijk begreep ik in het Amsterdam UMC, locatie AMC pas wat ik had, omdat ik ook andere mensen om me heen zag die het hadden. Ze gaven ook meer voorlichting en toen begreep ik het. Ik dacht niet meer dat ik gek of raar was, ik kon het eindelijk plaatsen en daar was ik heel blij mee. Dat was echt een opluchting. Ik kreeg ook les over wat psychose is. Ik ben een halfjaar opgenomen geweest in het AMC.

Vond je dat prettig?

Jazeker. Eerst wilde ik geen hulp, maar ik kan niet alles zelf oplossen. We kregen voorlichting, filmpjes, quizzen. Ik weet nu dat het iets met dopamine te maken heeft. De oorzaak van een psychose.

Was je het ermee eens dat je werd opgenomen?

Nee, maar ik wilde wel van mijn klachten af. Ik was heel bang steeds. Ik blowde nog steeds om het weg te krijgen, maar dat maakte het niet beter.

Hoe lang heeft die psychose geduurd?

De psychose zelf was die ene nacht, maar ik heb er twee weken heel erg last van gehad, daarna nog steeds, maar wel minder. Ik zag dingen, veel dode mensen, mensen die opgehangen werden. Vooral in het donker was ik heel erg bang. Elke keer als ik een geluidje hoorde, dan hoorde ik een schreeuw. Dat was heel naar. Het piepen van banden was een schreeuw. Alles werd vervormd naar mensenstemmen die schreeuwen. In de gangen van de kliniek was ik heel bang dat ik achterna gezeten werd. Ik had wijde broeken aan, misschien dat het daardoor kwam dat ik steeds iemand achter me hoorde lopen. Sinds een maand of drie is het rustiger. In de kliniek hebben we over de vier G’s geleerd, hoe je een positieve draai ergens aan kunt geven.

Vertel daar eens over?

Als je met iemand af wilt spreken en die zegt af, dan moet je niet meteen negatief gaan denken: ligt het aan mij, heb ik iets gedaan, ben ik raar? Nee, iemand kan ook huiswerk moeten maken of moe zijn. Je kunt het ook op een andere manier zien. Die vier G’s staan voor gebeurtenis, gedachten, gevoel en gedrag. Zo krijg ik inzicht in hoe mijn gevoelens samenhangen met mijn gedachten en gedrag.

Heb je medicijnen gekregen in de kliniek?

Ja, in het begin wilde ik dat ze me hielpen, maar na twee weken was ik er wel klaar mee. Wel vijf keer moesten we switchen van medicatie. Op een gegeven moment was ik de bijwerkingen zat en ik besloot om de medicatie niet meer te nemen. Van de ene medicatie ging mijn been heel erg trillen, van de andere werd ik heel erg moe. Toen kreeg ik uiteindelijk Quetiapine®, en dat werkte.

Is medicatie belangrijk?

Jazeker, ik raad niet aan om ze te skippen. Er was een tijdje dat ik ze niet nam en ook niet sliep. De gedachtes bleven in de nacht doorgaan en hielden me wakker. Ik was op een dag helemaal manisch, zat vol met ideeën en wilde heel veel dingen doen. Die medicatie dempte dat een beetje. Gedempt zijn voelt helemaal niet fijn, je kunt niet de dingen doen die je wilt. Je bent een soort van zombie. Ik kon helemaal niks meer daardoor. Opstaan, beetje eten, tv-kijken, dat was het. Ondanks dat zou ik niemand adviseren om te stoppen met de medicatie, hoe slecht je je ook voelt.

De medicatie ben je aan ’t afbouwen?

Ja, ik krijg nu minder dan de onderhoudsdosis. Maar vanwege die de-realisatie wil ik daar ook graag vanaf. Ik ben steeds in een soort dromerige staat. Als ik in de spiegel kijk, dan herken ik mezelf niet goed. Iedereen heeft wel een copingmechanisme voor stressvolle situaties, om te dealen met je emoties. Maar bij mij is dat gebleven.

Vind je dat hinderlijk?

Ik heb er nu na anderhalf jaar mee leren leven, maar ik vind het wel lastig te accepteren. Elke keer moet ik er toch weer aan wennen. Het gaat steeds beter, maar het is net alsof er een steentje in je schoen zit. Je voelt het wel de hele tijd, en je kunt jezelf wel afleiden door een boek te gaan lezen, maar het blijft toch. En dat gaat de hele dag door.

Ie er een verklaring waarom je dit hebt?

Ze dachten eerst dat ik een drugspsychose had die nasudderde. Nu denken ze dat het door traumatische dingen in mijn jeugd is gebeurd, of door het trauma van de psychose. Dat ik niet echt helemaal kan accepteren wat er gebeurd is en dat dat mijn brein in de ‘waakhond-modus’ staat om me hiervan weg te duwen. Toen ik een baby was had ik een hartaandoening. Fysiek ben ik toen wel geholpen, maar mentaal heb ik een trauma opgelopen. Ze denken dat het daardoor komt. Dat de hulpverleners te veel bezig waren om me in leven te houden maar niet gelet hebben op mijn mentale staat.

Gaat het nu beter ten opzichte van anderhalf jaar geleden?

Jazeker. Toen zat ik op school en kon niet meedoen met de les, ik was constant stoned. Ik was steeds afgeleid door mijn eigen gedachtes en was de hele tijd paranoïde om me heen aan ’t kijken. Ik tekende ook veel rare dingen. Mijn gevoel werd onbewust in die tekeningen gestopt.

Had het geholpen als je eerder aan de bel had getrokken?

Het besef was eerder gekomen als ik eerder hulp had gezocht, maar als puber denk je, fuck it allemaal. Ik heb geen zin in voorlichting en ik weet het heus wel allemaal. Nu ben ik wat ouder en kan ik er anders op terugkijken. Als ik nu in een psychose zou schieten, zou ik er meteen wat aan doen. Als puber doe je dat minder snel. Dan wil je niet anders zijn dan anderen en alles zelf oplossen. Je wilt gewoon in het plaatje passen.

Dit wil je niet nog eens meemaken?

Nee, zeker niet. Ik was steeds bang dat het weer terug zou komen. Daar was ik meer bang voor dan voor de dingen die ik zag.

Je bent nu drie maanden thuis?

Ja, drie maanden geleden ben ik uit de kliniek ontslagen. Ik denk dat ik niet volledig hersteld ben van alles, maar wel genoeg om te kunnen functioneren. Het gaat met kleine stapjes.

Je zit weer op school, hoeveel jaar nog?

Ik doe nu weer 4 vwo en hoop dit jaar eindexamen te doen in drie vakken, wiskunde, Engels en Nederlands. Volgend jaar weer drie vakken, zo kan ik het rustig aan doen en heb ik geen druk. Ik zit op een speciale school en dat is wel fijn. Ik kan alles in mijn eigen tempo doen.

Moet je oppassen dat je niet te veel doet?

Ik was heel ambitieus en wilde meteen in twee jaar eindexamen doen, maar dat levert te veel stress op. Ik moet kijken naar de dingen die ik heb bereikt en niet allerlei doelen stellen. Ik moet het rustig opbouwen. Als ik een wiskundesom doe, is dat heel wat, want ik deed ervoor helemaal niks.

Wat je wil later gaan doen?

Ik ben nu bezig met school en heb nog geen grote doelen. Ik wil eerst gewoon kijken of ik mijn school af kan maken binnen drie à vier jaar. Dan kijk ik wel wat ik ga doen. Ik merk dat het me heel veel stress oplevert als ik plannen ga maken. Dat kan ik beter niet doen.

Heb je er wel eens met vrienden over gesproken?

In het begin vermeed ik het heel erg. Ik dacht dat ik er niet met iedereen over kon praten. Psychotisch is ook een raar woord, je weet dat het iets met hallucinaties te maken heeft, maar niet meer dan dat. Maar weinig mensen weten wat het inhoudt. Veel vrienden hebben me laten vallen. Als zij ook voorlichting hadden gehad, hadden ze misschien veel beter met mij om kunnen gaan. Nu vonden ze me raar denk ik, ‘die is gek’. Zo dacht ik er vroeger zelf ook over, als ik iemand met een psychose op straat zag lopen. Nu zou ik me wel afvragen wat diegene zou hebben. Daar heb ik een andere kijk op gekregen.

Mensen in je omgeving begrijpen vaak helemaal niet wat er aan de hand is?

Ja, dat maakt het ook moeilijk om mee te dealen. Mijn blowgroepje waren geen heel goede vrienden. Ze gingen zich er niet echt in verdiepen. Alleen heel goede vrienden deden dat wel.

Die vriendin die zich zorgen maakte, zie je die nog?

Ja, soms nog. We hebben ons eigen leven en daardoor zien we elkaar minder. Haar ouders zaten allebei in de zorg en die begrepen het daardoor beter. Ik denk dat als iedereen educatie over psychose zou krijgen, mensen die het hebben dan niet buiten zouden worden gesloten.

Kun je je leven weer oppakken?

Ik heb daar wel moeite mee. Het is heel lastig weer een ritme te krijgen. Goed eten, vroeg naar bed gaan, op dezelfde tijd dingen doen, je medicatie op dezelfde tijd nemen. Sporten in de ochtend.

Sport je weer?

Jazeker. Ik loop weer hard met mijn vader. We trainden voor de marathon, maar die is gecanceld. Nu is het dagelijkse routine. In het begin had ik geen zin, maar ik merk wel dat het helpt. Zeker als je geen zin hebt in de ochtend en je doet het toch, dan is het wel een overwinning. Het maakt mij heel fris en klaar voor de dag. Soort van koffie voor mij.

Heb je nog een tip voor anderen?

Iedereen zegt het, maar ik zeg het nog een keer; houd het ritme vast, ook al is het zwaar. Ook al denk je dat je niet verder komt, elke dag is beter dan gister. Ook als je denkt dat het slecht gaat en in de put zit, daar leer je ook weer van.