Veelgestelde vraag
Ik denk wel eens aan djinns, geesten of magie, kan dat?

Gedachten over geesten en djinns komen vaak voor, dat heeft iedereen wel eens en in heilige boeken van verschillende geloven wordt daar ook over geschreven. Als je er veel over nadenkt en als je gedachten hebt waar je minder goed grip op hebt, dan kan dat je in de weg zitten en je gaan beïnvloeden in je gedrag, hoe je je voelt en meer. En soms gebeurt er iets vreemds of neem je iets waar wat je niet kunt verklaren, dat overkomt heel veel mensen. Misschien zie je geesten of dingen die er in werkelijkheid niet zijn. Dan herkennen je hersenen beelden op een andere manier en krijgt een persoon of een vorm een andere betekenis. Of worden er zomaar uit het niets beelden gevormd waar je vervolgens gedachten en ideeën aan koppelt.

Het idee dat er meer is of moet zijn dan we kunnen aantonen of bewijzen, bestaat al heel lang. Er zijn veel verhalen over verteld en geschreven. Het idee dat er meer is tussen hemel en aarde is helemaal niet vreemd. Maar je kunt ook gedachten hebben die echt niet mogelijk zijn, die je in de weg zitten en je dagelijks leven beïnvloeden.

Mensen die geloven in djinns zijn bijvoorbeeld bang om ’s avonds naar de wc te gaan. De gedachte is dat djinns vooral ’s nachts actief zijn, in vochtige ruimtes als wc’s en douches. Zij denken als zij op de wc zitten dat een djinn zomaar bij hen naar binnengaat, en als de djinn eenmaal in je darmen zit, dan ben je in de aap gelogeerd. Dit is weliswaar geen psychotisch probleem maar wel een probleem dat opgelost moet worden. Je kunt niet tegen een moslim zeggen dat djinns niet bestaan, want voor in de koran staat dat deze is geschreven voor mensen en djinss.

In de behandeling komt de nadruk te liggen op het feit dat de patiënt er last van heeft en bijvoorbeeld zijn moeder niet, want jullie wonen wel in hetzelfde huis. De kwetsbaarheid voor djinss wordt groot als je een tijd niet goed hebt geleefd als een moslim, als je niet genoeg gebeden hebt of alcohol hebt gebruikt. Die kwetsbaarheid verminderen en overwinnen, wordt dan het doel van de behandeling.

Uit het interview van Mark van der Gaag, bijzonder hoogleraar klinische psychologie.

Ook interessant