Bart (13). Liever spuiten dan prikken

Bart is een vriendelijke, beetje bedachtzame jongen van 13 jaar. Hij zit in de tweede klas en houdt van saxofoon spelen en basketballen. Bart vindt zwemmen ook heel erg leuk. Toch gaat hij niet zo heel vaak. Bart heeft namelijk suikerziekte en ieder half uur moet hij eventjes het water uit om te prikken. Daar heeft hij flink de pest in, want dat vele prikken vindt Bart maar helemaal niks.

Wat betekent diabetes voor jou?

Ik vind het soms best wel moeilijk, maar heb er ook niet echt veel last van. Ik heb het al sinds mijn tiende en ben er aan gewend, maar het blijft vervelend. Vooral het prikken. Het spuiten valt wel mee.

Hoe ontdekte je dat je diabetes had?

Ik dronk heel veel, moest vaak naar de wc, ook ’s nachts. Dan moest ik wel vier keer mijn bed uit en ik was steeds moe. Op school voerde ik niets meer uit. Ik kon me niet concentreren en was chagrijnig. Mijn moeder vond ook dat ik een zure adem had. Ze had wel een vermoeden dat ik diabetes had, ze is zelf verpleegkundige. Ze zei steeds het lijkt wel of je suikerziekte hebt. Maar we kwamen er pas achter toen een kennis die diabetesverpleegkundige is, tegen mijn moeder zei dat ik naar de dokter moest om me te laten controleren op suikerziekte.

Snapte je wat er aan de hand was?

Nee, niet meteen. Ik had er ook nog nooit over nagedacht. Ik ging naar het IJssellandziekenhuis en na een paar uur mocht ik weer naar huis. Ik hoefde niet te worden opgenomen. Het was wel erg raar, allemaal zo plotseling ineens.
Het prikken en spuiten vond ik moeilijk in het begin. Vooral dat je jezelf pijn moet doen, dat vond ik een maf idee. Ik vind het prikken in mijn vinger veel vervelender dan het spuiten in mijn been. Ik moet drie keer per dag prikken en daar word ik wel eens een beetje ziek van. Maar ik doe het wel, het moet gewoon.

Hoe ziet jou dag eruit?

Ik sta op, poets mijn tanden en ik prik en spuit voor het ontbijt. Ik houd er met het spuiten rekening mee wat ik die dag allemaal ga doen. Op maandag heb ik bijvoorbeeld gym en ’s avonds basketbaltraining. Dan pas ik de hoeveelheid insuline aan. Ik zit niet de hele dag te rekenen, ik doe het een beetje op mijn gevoel. En als ik twijfel helpt mijn moeder me altijd met het bepalen van de hoeveelheid.
’s Middags en ’s avonds prik ik nog een keer en in de avond moet ik ook voor de tweede keer spuiten. Normaal gesproken ben ik vrij regelmatig. Alleen in de vakantie heb ik wel eens een hyper, dan doe ik niet genoeg. Ik voel het pas als ik echt hoog zit, dan heb ik dorst, moet ik vaak plassen en krijg ik een slecht humeur. Dan spuit ik snel een beetje bij.

Weet iedereen op school dat je diabetes hebt?

Ja, mijn vrienden weten het allemaal. In het begin waren ze wel nieuwsgierig maar nu niet meer. Ze snappen het wel, er is altijd wel iemand die iets te eten voor me heeft. Ik word er ook helemaal niet mee gepest.

Houden ze rekening met je diabetes op school?

Niet zo heel erg. Soms tijdens repetities mag ik niet eens de klas uit om te plassen. Ik heb ook wel eens slechte cijfers omdat ik me niet kan concentreren. Ik doe dan veel langer over mijn werk en ik zit de hele tijd naar buiten te kijken.
Ik mag wel op school tijdens de lessen eten als ik een hypo heb en ik krijg ook wel eens een appel van een leraar. Soms heb ik helemaal geen geld bij me en dan mag ik wat geld lenen om iets te eten te kopen, voor onderweg op de fiets naar huis.

Waar baal je wel eens van?

Behalve van het prikken, dat je niet zomaar alles tussendoor kunt eten. Je moet altijd opletten. Je kunt nooit eens een dag overslaan. Ik houd heel veel van pannenkoeken. Maar die eet ik wel gewoon hoor. En als mijn vriendjes wat lekkers gaan halen dan kan ik niet altijd meedoen. Maar ik heb er niet echt een probleem mee.

Heb je nog een tip voor anderen?

Goed rekening houden met wat je doet. Je moet je diabetes niet verwaarlozen. Ik lees wel eens verhalen van mensen die geen zin meer hebben in het prikken en het spuiten en zo. In het begin merk je het misschien niet zo, maar op de lange termijn heeft het echt wel gevolgen.

Zoek de goede middenweg

De ouders van Bart

De moeder van Bart voelde in eerste instantie verbijstering toen ze hoorde dat hij diabetes had. Eigenlijk wist ze het wel, maar ze had het weggedrukt, ze wilde er gewoon niet aan. In het begin had ze er veel verdriet en zorgen om. Wat het zou betekenen voor de rest van Barts leven. Ze besefte ook dat ze eigenlijk niet zoveel wist van diabetes, ondanks dat ze verpleegkundige is. ‘In het begin werden we overdonderd met informatie. Die was vooral op Bart gericht, wat heel erg goed was, maar waardoor we als ouders een beetje onze weg moest zoeken. Wij kwamen pas later aan bod. Maar al met al werden we prima opgevangen en begeleid door het diabetesteam van het IJssellandziekenhuis.’

Niet ziek

Beide ouders vinden dat Bart het fantastisch doet. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en doet alles zelf. Het prikken, meten en spuiten. Ook als hij er geen zin in heeft, en dat komt natuurlijk ook wel eens voor. Dan vliegt ’s ochtends de meter al over de ontbijttafel. Dat moet af en toe ook gewoon kunnen. Volgens zijn vader wordt er thuis niet gepraat in termen van ziek zijn. De diabetes van Bart maakt gewoon deel uit van het dagelijkse leven. Zijn moeder is soms bang dat ze er een beetje te licht over denken. Ze ziet wel eens andere ouders die er veel meer mee bezig zijn. Dan legt de diabetes een zware claim op zo’n gezin. Bij Bart thuis is daar geen sprake van. Er wordt ook niet anders gekookt vanwege Bart. Er is wel wat meer aandacht voor koolhydraten. Als er veel in de hoofdmaaltijd zitten, wordt er rekening gehouden met het toetje. Bart is trouwens vegetariër, net als zijn zusje van 11. Extra aandacht voor gezond en mager eten was er dus al.

Tip

De ouders van Bart hebben een tip voor ouders die net hebben gehoord dat hun kind diabetes heeft: zoek de goede middenweg tussen te veel en te weinig zorgen. En ook: breng je kind snel in contact met andere kinderen die diabetes hebben. Zodat ze beseffen dat ze niet de enigen zijn. De diabeteskampen zijn daar bijvoorbeeld zeer geschikt voor.