Veelgestelde vraag
Welke bijwerkingen van anti-afstotingsmedicijnen kunnen optreden na niertransplantatie?

Sommige medicijnen kunnen vervelende bijwerkingen geven. Het nemen van die medicijnen is dan best een uitdaging. Als je prednison gebruikt kun je last krijgen van het syndroom van Cushing. Een combinatie van een ‘vollemaansgezicht’, een andere vetverdeling en minder spiermassa. Als je het langer slikt kun je ook problemen krijgen met de groei, botontkalking, hoge bloeddruk en suikerziekte. Het is ook niet goed voor je ogen. Omdat prednison tegenwoordig in principe in een week wordt afgebouwd, komt dit niet meer zo vaak voor. Ook kun je last hebben van stemmingswisselingen (slecht humeur), een maagzweer, hoge bloeddruk, slechte wondgenezing. Ook heb je meer kans op bepaalde soorten kanker en wordt de eigen aanmaak van je stresshormonen (die belangrijk zijn om je lichaam een extra oppepper te geven bij ziekte) onderdrukt. Ciclosporine (Neoral?) en tacrolimus (Prograft?) kunnen schadelijk zijn voor je nieren en je lever, dus dat moet goed in de gaten worden gehouden. Tandvleesgroei (beide) en meer lichaamsbeharing (Neoral?) zijn andere bijwerkingen. Van Cellcept® kun je maag- en darmklachten krijgen, bloedarmoede of een tekort aan witte of rode bloedcellen. Je bent ook vatbaarder voor infecties. Van tacrolimus (Prograft?) kan je kreatininegehalte omhooggaan. Maar tacrolimus is een krachtig en goed medicijn tegen afstoting, dus je kunt moeilijk zonder. Er zijn nog geen nieuwe middelen die geen vervelende bijwerkingen hebben.

Ook interessant

Jouw antwoord nog niet gevonden?

Op de Cyberpoli kan je jouw vraag stellen aan een deskundige!

Stel je vraag

Opvolgende vragen

Andere categorieën