Glomerulonefritis: infectie en ontsteking van de glomerulus

Acute glomerulonefritis is een ontsteking van de glomeruli. Je kunt het krijgen als afweerreactie op een keel- of een huidinfectie door een virus of een bacterie. Vooral streptokokken zijn berucht.

7.1 Acute of postinfectieuze glomerulonefritis

Acute glomerulonefritis is een ontsteking van de glomeruli. Je kunt het krijgen als afweerreactie op een keel- of een huidinfectie door een virus of een bacterie. Vooral streptokokken zijn berucht. Het kan ook een infectie zijn van darmbacteriën zoals Salmonella, van schimmels, van virussen zoals de waterpokken of de ziekte van Pfeiffer (epstein-barrvirus), of in tropische landen van de parasiet die malaria veroorzaakt. Door de ontsteking kunnen je nieren tijdelijk niet werken. Meestal herstellen ze helemaal, maar heel soms kun je toch chronische nierinsufficiëntie krijgen. De ontsteking heeft tijd nodig om vanzelf over te gaan. Er is geen behandeling voor. Dat komt omdat de bacterie vaak al verdwenen is als je de schade merkt. De enige reden om antibiotica te gebruiken is als de bacterie in je keel zit, en je niet wilt dat zij zich verspreidt. De rest van je gezin wordt dan ook getest en als ze de bacterie hebben, krijgen ze ook antibiotica. Verder moet je de gevolgen van de nierschade behandelen: als je hoge bloeddruk hebt, krijg je plaspillen (diuretica), en als het zoutgehalte in je bloed te hoog is, krijg je een zoutarm dieet.

7.2 Syndroom van Henoch-Schönlein en IgA-nefropathie

Het syndroom van Henoch-Schönlein (HSP-nefritis) is een auto-immuunziekte. Die krijg je door een probleem met je immuunsysteem (je afweersysteem). Je immuunsysteem beschermt je tegen indringers zoals bacteriën en virussen, zodat je niet ziek wordt. Als je een auto-immuunziekte hebt, valt je immuunsysteem je eigen weefsels aan waardoor je ontstekingen krijgt. Bij het syndroom van Henoch-Schönlein ontsteken de kleine vaten in je huid, je nieren en je gewrichten. Door de ontstekingen wordt de vaatwand beschadigd en lekken er kleine hoeveelheden bloed weg. Je krijgt dan kleine bloeduitstortingen in je huid, vooral op je benen. Door de ontstekingen werken je nieren slechter en kunnen je gewrichten opzwellen en pijn doen.

Bij HSP-nefritis en IgA-nefropathie hopen bepaalde immuunstoffen, immunoglobulinen van het type A (IgA), zich op rond de cellen van de glomeruli, de haarvaatjes in je nieren. De precieze locatie van de IgA-afzetting is het glomerulaire mesangium. Hierdoor gaan de kleine bloedvaatjes in je nieren ontsteken, gaat de filterfunctie achteruit en komen bloed en eiwit in de urine terecht. Door het verlies van eiwit krijg je vochtophoping (oedeem) in je lichaam en te weinig vetten in je bloed. Je kunt ook last krijgen van een hoge bloeddruk. We noemen dit nefrotisch syndroom. Soms krijg je een nierbiopt om te zien hoe erg de ontsteking is.

Het is een heel zeldzame ziekte. Per jaar komt het voor bij ongeveer vijftien van de honderdduizend kinderen. Jongens krijgen het vaker dan meisjes, en vooral in de vroege kinderjaren. Vaak begint het met een verkoudheid of keelontsteking. Of je er gevoelig voor bent, lijkt met erfelijke aanleg te maken te hebben.

Eén van de vijf kinderen met HSP-nefritis krijgt na twintig jaar chronische nierinsufficiëntie. We kunnen niet goed voorspellen bij wie het wel of niet gebeurt, maar kinderen die bloedplassen en heel veel eiwit verliezen hebben een grotere kans op nierinsufficiëntie. Als er veel ontstekingen in het nierbiopt voorkomen, krijg je een behandeling met corticosteroïden. Een halfjaar lang worden je bloeddruk en urine gecontroleerd om te zien of je nieren goed herstellen. In mildere gevallen wordt het behandeld met ACE-remmer.

7.3 Andere glomerulaire aandoeningen

Aantasting van de glomerulus, de bloedvaatjes van de glomerulus of littekenweefsel rondom de glomerulus, kan leiden tot nierinsufficiëntie. Er is een biopt voor nodig om precies te kunnen zien om welke soort het gaat. Dat is belangrijk, omdat je dan weet welke behandeling je moet krijgen. Aandoeningen zijn: membranoproliferatieve glomerulonefritis (MPGN) en mesangioproliferatieve glomerulonefritis, membraneuze glomerulopathie, snel-progressieve glomerulonephritis, lupus erythematodes disseminates en diabetische nefropathie.

7.3.1. HUS (hemolytisch uremisch syndroom).
HUS staat voor hemolytisch uremisch syndroom. Het is een nierziekte die gekenmerkt wordt door drie dingen die niet specifiek voor die nierziekte zijn, maar wel toevallig samenkomen: je krijgt een versnelde afbraak van rode bloedcellen en een tekort aan bloedplaatjes in het bloed omdat je bloedplaatjes gaan samenklonteren in kleine bloedvaten. Zo ontstaan er dan stolseltjes in deze kleine vaatjes, vooral in je nieren, waardoor de nierfilters (glomeruli) verstopt raken en hun werk niet meer kunnen doen, namelijk bloed zuiveren. Dan krijg je nierinsufficiëntie of nierfalen. HUS ontstaat meestal acuut bij gezonde mensen.

Het komt bij zowel kinderen als volwassenen voor, alleen de oorzaak verschilt. Bij kinderen komt het vaak door een infectie met een bepaalde darmbacterie, een E-coli bacterie, die een shiga-toxine (STEC), een giftige stof aanmaakt. Vooral bij kinderen tussen de twee en zeven jaar. Deze vorm kan ook bij oudere kinderen voorkomen, maar bijna niet bij volwassenen. Dan is er ook nog een atypische erfelijke vorm (aHUS) waarbij het complementsysteem een rol speelt. Dat kan zowel bij kinderen als volwassenen voorkomen.

Lees voor meer informatie ook het interview van Nicole van de Kar, kindernefroloog over HUS.