De anticonceptiepil en trombose

De anticonceptiepil is een zeer betrouwbaar middel om zwangerschap te voorkomen. In de pil zitten vrouwelijke hormonen die ervoor zorgen dat er geen eisprong plaatsvindt. De combinatiepil met oestrogenen en progestagenen wordt het meest gebruikt.

De oestrogenen in de pil verlagen o.a. de hoeveelheid proteïne S in je bloed en zorgen voor een verhoogde APC-resistentie. Dit betekent dat de bloedstolling minder afgeremd wordt door proteïne C/proteïne S. De kans op trombose bij het gebruik van de combinatiepil is heel erg klein, maar meisjes die ‘spontaan’ trombose krijgen, zijn vaak wel aan de pil.

Je hebt verschillende soorten anticonceptiepillen. Het verschil wordt bepaald door de hoeveelheid oestrogenen in de pil en het soort progestageen. Een grotere hoeveelheid oestrogenen zorgt voor een grotere kans op trombose, maar ook het soort progestageen speelt een rol. Op dit moment wordt een tweedegeneratiepil die 30 tot 37,5 microgram ethinylestradiol (oestrogeen) en levonogestrel of norgestimaat als progestageen bevat, het meest voorgeschreven. Deze combinatiepil geeft het minste risico op trombose. Zie deze PDF van de Trombosestichting voor een overzicht van de verschillende soorten anticonceptiepillen.

Als je deze pil gebruikt, wordt de kans op trombose ongeveer vier keer groter, maar kans is dan nog steeds klein, vier op de tienduizend meisjes.

Die kans op trombose wordt groter als trombose in je familie voorkomt. Als je vader, moeder, broer of zus trombose heeft gehad, wordt de kans nog eens twee keer groter. Als ook andere familieleden zoals neven en nichten trombose hebben gehad, wordt de kans nog eens twee keer groter, zestien op de tienduizend meisjes. Je zou dan voor een andere vorm van anticonceptie kunnen kiezen.

Meisjes met Factor V Leiden die de combinatiepil slikken, hebben een zeven keer grotere kans op trombose. Laat je goed voorlichten over wat de risico’s zijn en overleg met je behandelaar wanneer je beter een andere vorm van anticonceptie kunt kiezen.

Soms wordt de combinatiepil echt afgeraden. Dit geldt voor meisjes die eerder trombose hebben doorgemaakt en voor meisjes die antitrombine III-deficiëntie, proteïne C-deficiëntie of proteïne S-deficiëntie hebben of waarvan een ouder, broer of zus dit heeft. Hun kans op trombose is veel groter.

Een goed alternatief voor de combinatiepil is de minipil, waar alleen progestagenen en geen oestrogenen in zitten. Of een hormoonspiraaltje, zoals de Mirena of de minispiraal Kyleena. Je hebt dan geen grotere kans op trombose.

Als je de combinatiepil slikt en trombose of een longembolie krijgt, moet je de pil blijven slikken tijdens de behandeling met bloedverdunners en pas aan het einde van de behandeling met de pil stoppen. Want als je stopt met de pil, ga je na een paar dagen menstrueren en dat is dan heel veel erger door de antistollingsmiddelen die je krijgt. Je kunt ze veilig tegelijk gebruiken. De bloedverdunners werken sterker tegen trombose dan dat de pil trombose bevordert.

Je kunt meer lezen over de kans op trombose bij pilgebruik in het interview met Saskia Middeldorp, internist in het Amsterdam UMC, locatie AMC.

Trombose en zwangerschap

Als je zwanger bent, maakt je lichaam veel meer vrouwelijke hormonen aan. De hoeveelheid progesteron is vooral in het begin veel groter, de hoeveelheid oestrogenen wordt tijdens de zwangerschap steeds meer. Aan het einde van de zwangerschap kan de hoeveelheid oestrogenen wel duizend keer groter zijn. De oestrogenen zijn belangrijk voor de groei en doorbloeding van je baarmoeder, ze spelen een rol in de ontwikkeling van de bijnieren van je kind, ze helpen je lichaam zich voor te bereiden op borstvoeding en zorgen voor extra vocht en vet tijdens de zwangerschap, maar ze geven ook een groter risico op trombose.

Dit komt omdat je tijdens de zwangerschap meer stollingsfactoren, zoals Factor VII (7), VIII (8), X (10) en fibrinogeen, aanmaakt, terwijl er niet meer stollingsremmers (antitrombine en proteïne C) worden aangemaakt en de aanmaak van proteïne S zelfs daalt.

Als je trombose hebt gehad, kun je gewoon kinderen krijgen. Bespreek met de hematoloog of gynaecoloog of je tijdens de zwangerschap profylaxe (bloedverdunners) nodig hebt om de kans op trombose te verkleinen. Soms is dat alleen nodig rond het einde en soms tijdens de hele zwangerschap.
Als je bloedverdunners nodig hebt tijdens de zwangerschap moet je tweemaal daags onderhuids laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) spuiten. Tijdens de zwangerschap kun je geen vitamine K-antagonisten gebruiken, want die hebben invloed op de baby die in je buik groeit. Of het gebruik van DOAC’s (directe orale anticoagulantia) tijdens de zwangerschap veilig is, moet nog onderzocht worden.

Heb je zelf geen trombose gehad, maar wel trombofilie, of er is trombose in je familie? Bespreek dan (van tevoren) met je behandelaar en/of verloskundige wat je kunt doen om de kans op trombose te verkleinen.