Klachten

De klachten die je krijgt bij trombose zijn afhankelijk van de plek waar het stolsel zit.

Je krijgt een trombosebeen als het stolsel een ader in je been afsluit. Je hebt dan last van:
  • een snelle zwelling van je been;
  • een zwaar of pijnlijk gevoel in je been;
  • rode of blauwe verkleuring van je been.
Je kunt ook last hebben van:
  • temperatuurverhoging (een warm been);
  • een strakgespannen huid, soms rood en glanzend met zichtbaar opgezette aderen.
Soms kan je been wit worden en heel pijnlijk zijn. Of je krijgt pijn bij het lopen die minder wordt als je staat.

Trombose in je arm geeft niet altijd duidelijke klachten, maar als het bloed niet kan wegstromen uit je arm, kun je last hebben van:
  • een pijnlijke, dikke arm;
  • een moe of zwaar gevoel in je arm;
  • een strakke huid;
  • rode of blauwe verkleuring van je arm;
  • een witte of koude huid.
Als een stolsel in je arm of been loslaat, kan dit terechtkomen in de bloedvaten in je longen en zorgen voor longembolie. Dit kan gevaarlijk zijn. Je hebt dan last van:
  • (plotselinge) kortademigheid;
  • pijn bij hoesten en zuchten.
Je kunt daarbij ook last hebben van:
  • hartkloppingen;
  • benauwdheid of versnelde ademhaling;
  • pijn op je borst tijdens het ademhalen;
  • een licht gevoel in je hoofd of flauwvallen;
  • hoesten, soms met bloed.
  • bleek zien;
  • zweten;
  • lichte verhoging.
Bij sinustrombose raakt een ader in (het voorste deel) van je hersenen verstopt. Meestal krijg je dan snel opkomende, hevige hoofdpijn. Je kunt ook last hebben van:
  • epileptische aanvallen;
  • moeite met bewegen van je armen en/of benen;
  • een scheve mond, moeite met praten;
  • dubbelzien;
  • verlies van bewustzijn;
  • coma (heel zeldzaam).