Ik ben heel goed in Engels

Levi (13) is met vijfentwintig weken geboren, hij heeft te maken met beperkingen (CP). Sinds zijn tweede jaar wordt hij behandeld in Heliomare. Hij gaat daar ook naar school.

Ben je wel eens naar het ziekenhuis gegaan om de couveuseafdeling te zien?

Volgens mijn moeder wel, maar ik weet dat niet meer. Het lijkt me eigenlijk wel leuk om dat nog een keertje te doen.

Je zit nu in Heliomare, hoe is het daar?

Het gaat goed en ik vind het leuk. Op school gaat ook alles goed. Ik ben heel goed in Engels. Ik kijk veel Engelse filmpjes.

Hoe gaat het rekenen?

Dat gaat ook goed. Sommige dingen snap ik niet helemaal, voor de rest is het goed.

In welke klas zit je?

Ik zit in een klas met allemaal kinderen met een beperking. In september ga ik naar de grote school. Dat vind ik wel leuk, maar ook wel spannend. Het is een grote stap voor mij. Ik denk wel dat ik het aankan. Ik ga naar de havo. In mijn klas zitten nog twee kinderen die ook naar de havo gaan, maar daar kan ik niet zo mee opschieten. Er zijn ook veel andere kinderen op die school die ik wel leuk vind.

Hoe is het met school gegaan tijdens de coronaperiode?

Mijn moeder en ik zijn best wel bang voor corona, omdat ik ook wat longproblemen heb. Dat zou best grote gevolgen voor mij kunnen hebben. Ik ben vanaf maart thuis geweest en voor de vakantie wel nog anderhalve week naar school. Na de vakantie ga ik weer naar school.

Wat vind je belangrijk in een vriendschap?

Samen lachen en samen gamen. Dat kan ik met mijn vrienden doen, ook online.

Mag je veel gamen?

Mijn moeder geeft aan wanneer ik moet stoppen. Er is geen vaste tijd. Meestal mag ik een à twee uur gamen, maar niet iedere dag.

Je zit nu veel in een rolstoel. Wat vind je daarvan?

Dat is wel normaal. Ik ben eraan gewend. Ik slaap thuis beneden, en ik doe daar ook mijn huiswerk en ik knutsel daar. Er zijn ook wel nadelen, maar daar kijk ik niet te veel naar.

Wat is het grootste nadeel?

Ik kan mama niet helpen en niet bij hoge dingen komen, en ik moet soms geholpen worden en dat is vervelend. Ik ben niet de enige in een rolstoel in de klas, maar wel de enige met zo’n beperking. Ik kan alleen niet lopen, ik heb ook spastische bewegingen met mijn armen en benen. Dat is ook een beperking eigenlijk.

Hoe vaak moet je naar het ziekenhuis voor controle?

Ieder jaar een of twee keer. Een keer voor een behandeling en een keer voor controle. Ik krijg ieder jaar botox in mijn spieren gespoten zodat mijn spieren slapper worden, en daarvoor ga ik onder narcose.

Merk je verschil nadat je botox hebt gehad?

Ik merk niet echt het verschil, maar soms zijn mijn benen wel wat slapper. Het is meer voor mijn ouders. Met aankleden is het dan makkelijker. Ik heb klauwtenen en die zijn dan wat rustiger. Het werkt ongeveer drie maanden. Na een maand neemt de spierspanning weer toe.

Wat doen ze bij de controles in het ziekenhuis?

Dan luisteren ze naar mijn hart, kijken ze naar mijn oren en luisteren ze naar mijn longen. Meestal is dat een keer per jaar.

Jij bent vorig jaar ook geopereerd?

Ja dat klopt. Ik heb titaniumplaten gekregen in mijn knieën, omdat mijn knieën verkeerd groeien. Nu ben ik een stuk duurder. De platen zijn op mijn voorste groeischijf gezet en nu hopen we dat mijn benen recht groeien, zodat ik ze beter kan strekken. Het is alweer een jaar geleden en ik heb nog steeds pijn. Ze zeiden in het ziekenhuis dat de pijn drie maanden zou duren, maar moet je mij nu zien, ik heb nog steeds pijn. Ik zou namelijk graag op mijn knieën willen zitten, maar dat is heel gevoelig.

Denk je er wel eens over na, wat je hebt?

Ik denk wel eens, waarom kan ik niet gewoon lopen, en waarom ben ik niet net als alle anderen. Ik ben er niet echt boos over, soms wel verdrietig.

Wat helpt jou goed als je verdrietig bent?

Niet denken aan wat je niet kunt, je moet juist denken aan wat je wel kunt.

Kun je dat ook in het Engels zeggen?

Don’t think what you can’t do, think what you can do!

Hoe zie jij je toekomst?

Ik kijk naar wat ik nu doe en nog niet echt naar de toekomst. Ik verheug me wel op de havo straks.

Wat zou je later willen worden?

Ik heb er nog geen ideeën over. Bouwen kan ik heel goed. En zeggen hoe iemand iets moet bouwen. Ik heb ook veel ruimtelijk inzicht.

Waar blijkt dat uit?

Als ik een lege ruimte heb en ik pak wat meubels, kan ik ze zo neerzetten waar ze horen. Soms met spastische bewegingen, maar dat is nu zo. Ik dek ook heel veel de tafel en daar ben ik heel precies in. Als iemand eraan gezeten heeft, dan leg ik het weer goed.

Heb je het gevoel dat je nog vooruitgaat?

Ja, dat denk ik wel. Op motorisch vlak ook. Er is steeds nog verbetering. Op mijn rapport stond allemaal ‘goed’. Ik kan ook heel goed zwemmen voor mijn beperking, ik kan mijn hoofd namelijk niet omhooghouden. Met een speciaal masker voor mijn gezicht kan ik wel op mijn buik zwemmen.