Behandeling van rhinitis

Het stellen van de diagnose astma is niet gemakkelijk. Er is geen kant-en-klare test. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van klachten en stoornissen in de werking van de luchtwegen. Doordat de klachten voor iedereen anders zijn, kan het soms een tijd duren voordat er wordt gedacht aan astma.

Vaak wordt er bij de onderzoeken gekeken wat het niet kan zijn, zoals een longontsteking, waardoor de diagnose astma als enige verklaring van de klachten overblijft. Het is goed om te weten dat bij astma de mate van de klachten en de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek strijdig kunnen zijn.

Nasaal corticosteroïd

Nasaal corticosteroïd is de eerste keus bij allergische rhinitis. De corticosteroïden werken ter plekke ontstekingsremmend, het effect is na enkele dagen merkbaar. Als bijwerking kan irritatie van de neus optreden, een droge neus, een bloedneus of niesaanvallen.

Middelen vanaf vier jaar:
fluticasonproprionaat (Flixonase).

Middelen vanaf zes jaar:
budesonide (Rhinocort);
ficasonfuoaat (Avamys);
mometason (Nasonex).

Antihistaminica

Bij allergische aandoeningen worden de klachten veroorzaakt door het vrijkomen van histamine. Antihistaminica remmen de aanmaak van histamine. Ze zijn vooral effectief bij acute klachten. Er zijn meerdere soorten antihistaminica. De ene soort heeft een dempende werking op de hersenen waardoor je slaperig en suf kunt worden. De andere soort bereikt de hersenen niet of nauwelijks en de kans is dus héél klein dat je slaperig wordt. Aan kinderen, worden antihistaminica uit de eerste groep dan ook liever niet gegeven.
De medicijnen kunnen in de neus worden toegediend, of als tablet worden geslikt, als er meer klachten zijn.

Voorbeelden neusspray (vanaf zes jaar):
azelastine (Otrivin neusallergie of Allergodil Nevel);
levocabastine (Livocab);
cromoglicinezuur (Lomusol, Prevalin, Vividrin, Allergocrom).


Voorbeelden tabletten:
loratadine (Calritine, Allefre);
cetirizine (Zyrtec)
desloratidine (Aerius).