Klachten

Het is vaak moeilijk om onder woorden te brengen waar je precies last van hebt. Astma betekent voor niemand hetzelfde. Niemand heeft dezelfde klachten en iedereen reageert anders op prikkels. Zelfs de werking van de medicijnen kan van persoon tot persoon verschillen. Voor de juiste behandeling is goed inzicht in de klachten dan ook heel belangrijk. Als je precies uitlegt wat je voelt kan de dokter je het best helpen.
De klachten kunnen nogal verschillen. Vooral bij jonge kinderen kan de eerste presentatie anders zijn dan bij oudere kinderen.

Jonge kinderen

Bij zuigelingen en kleine kinderen kunnen de klachten anders zijn dan bij oudere kinderen.

Bij zuigelingen en peuters zijn de luchtwegen kleiner dan bij oudere kinderen, dat spreekt voor zich, maar vaak zijn ze ook in verhouding met het kind zelf klein. Daarom kan een lichte zwelling van de luchtwegwand, door bijvoorbeeld een virusinfectie, al snel leiden tot een te nauwe doorgang van de luchtweg waardoor de ademhaling gaat piepen. Op dat moment hoeft er geen sprake te zijn van astma. De diagnose astma is bij deze groep kinderen dan ook niet gemakkelijk te stellen. Bij jonge kinderen wordt dan ook liever gebruikgemaakt van de onderverdeling in de volgende drie groepen:
  • Tijdelijk piepen (wheezing), (alleen in de eerste levensjaren, daarna niet meer)
  • Niet-atopisch (geen aanleg) piepen (vooral uitgelokt door virusinfecties)
  • Voortdurend piepen (zoals bij astma, waarbij vaak sprake is van atopie (aanleg) en astma bij naaste familieleden).

Doordat bij deze onderverdeling pas achteraf duidelijk wordt binnen welke groep de klachten van een kind vallen, wordt tegenwoordig ook een indeling gemaakt naar de oorzaak, de trigger. Het kind kan dan last hebben van:

1. single-trigger wheezing; een piepende ademhaling die uitgelokt wordt door een virale infectie
2. multi-trigger wheezing; een piepende ademhaling die ontstaat door meerdere factoren, zoals virusinfecties, allergische aanleg, erfelijke aanleg enz.

Bij kinderen onder de twee jaar moet de diagnose astma overwogen worden als de volgende klachten spelen:
  • Piepen
  • Hoesten, vooral ’s nachts
  • Benauwdheid (o.a. gebruik van hulpademhalingsspieren)
  • Te snelle ademhaling
  • Merkbaar effect van medicijnen

Oudere kinderen

Bij oudere kinderen wijzen klachten als aanvallen van benauwdheid, piepende ademhaling en hoesten op astma. Maar niet als het eenmalig optreedt. Het moet vaker gebeuren, drie à vijf keer, waarbij de klachten enkele dagen duren. Er zijn heel veel klachten die bij astma passen. De meest voorkomende worden hieronder beschreven.

Piepen of wheezing

Met piepen wordt een piepende ademhaling bedoeld. In het Engels heet dit wheezing. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen piepen bij de inademing en piepen bij de uitademing. Het piepen bij de inademing wordt namelijk veroorzaakt door een vernauwing in de hoge luchtwegen, zoals een zwelling van het slijmvlies in de bovenste luchtwegen door een virale infectie. Piepen bij de uitademing wordt veroorzaakt door een vernauwing in de lage luchtwegen, zoals veroorzaakt door bronchiale hyperreactiviteit. Bronchiale hyperreactiviteit betekent letterlijk het té actief reageren van de bronchiale (grote lagere) luchtwegen op prikkels door samentrekking. De luchtweg wordt dan nauwer doordat het gladde spierweefsel samentrekt. Vernauwing van de luchtwegen kan ook ontstaan doordat bij luchtweginfecties het slijmvlies plaatselijk opzwelt. Door deze infecties zijn de luchtwegen, vaak tijdelijk, verhoogd prikkelbaar. Dit kan soms enkele weken duren.

Hoesten

Hoesten is een klacht die bij veel infecties en aandoeningen voorkomt. Hoewel hoesten vervelend en zelfs pijnlijk kan zijn heeft het wel degelijk een nuttige functie. Bij elke ademteug zuigen we namelijk mét de lucht een heleboel kleine vreemde deeltjes mee naar binnen de longen in. Die kleine deeltjes kunnen van alles zijn; stof, pollen, virussen, bacteriën etc. Om zich hiertegen te beschermen hebben de luchtwegen een eigen drievoudig verdedigingsysteem:

1. In de neus, luchtpijp en bronchiën zitten heel kleine haartjes (trilharen) met daartussen enkele kleine sensoren (een soort antennes). De trilharen en de sensoren kunnen die vreemde kleine deeltjes opvangen. De sensoren geven vervolgens een prikkel af waardoor je niest of hoest, zo worden de deeltjes weer naar buiten gewerkt.

2. Dieper in de luchtwegen zijn de wanden ook bekleed met trilhaarcellen. Hier wordt de hele dag door slijm aangemaakt dat door de trilhaarcellen met een opwaartse beweging naar boven wordt geveegd. Vreemde kleine deeltjes die toch zo ver in de luchtwegen konden komen, worden gevangen in het slijm naar boven gewerkt. In de keelholte wordt dit slijm vervolgens of doorgeslikt of opgehoest. (snelheid van trilhaarcellen 1 cm/minuut) De werking van de trilhaarcellen wordt geremd door diverse medicijnen, sigarettenrook en koude lucht.

3. Heel kleine hardnekkige deeltjes, de echte ‘die hards’ die toch de longblaasjes bereiken, worden daar aangepakt en onschadelijk gemaakt door witte bloedcellen.

Bij astma zijn er acute en langer bestaande ontstekingsverschijnselen in de luchtwegen. Hierdoor wordt er meer slijm aangemaakt en is er plaatselijke zwelling van het slijmvlies. Het vele slijm zorgt voor veel hoestprikkels waardoor het hoesten toeneemt. Maar de plaatselijke zwelling remt de snelheid van de trilhaarcellen waardoor de afvoer van het slijm niet optimaal is. Vooral ’s nachts, tijdens de slaap, hoopt het slijm zich op, waardoor de luchtwegen geprikkeld worden. Met als resultaat nachtelijk hoesten.

Benauwd

Het woord benauwd wordt veel gebruikt. Het woord lijkt meerdere betekenissen te hebben. Naast een lichamelijke toestand drukt het ook een gevoelswaarde uit, die voor iedereen anders is. Om het begrip wat duidelijker te maken, zodat patiënt en dokter hetzelfde beeld voor ogen hebben als er over benauwdheid gesproken wordt, zullen hier de lichamelijke kenmerken besproken worden.

De letterlijke vertaling van benauwdheid (medische term: dyspnoe) is het gevoel van ademnood of kortademigheid. Dit geeft al aan dat er een tekort aan adem en dus lucht is. Hierdoor raakt de gasuitwisseling, die gericht is op het in evenwicht houden van precies de goede hoeveelheden gassen zoals zuurstof en kooldioxide, uit balans. Het lichaam reageert hierop met diverse reacties om het tekort weer aan te vullen of te beperken. Astma is één van de oorzaken waardoor je benauwd kunt worden; er is een vermindering van de passerende lucht bij uitademing.

De veranderingen die zich voordoen zijn:
  • Versnelling van de ademhaling
  • Gebruik van hulpademhalingsspieren
  • Beperking van andere activiteiten, zoals bewegen en praten, om energie te sparen.
Deze reacties zijn er om een tekort aan zuurstof te voorkomen of te beperken. Als je niet genoeg kunt ademen en de passerende lucht niet toeneemt, voel je je benauwd. Hoe ernstiger de benauwdheid, hoe meer de ademhaling tekortschiet, hoe minder goed het zuurstofgehalte in het bloed bewaakt kan worden. Het zuurstofgehalte zal dalen en er zal een lagere saturatie (hoeveelheid zuurstof in het hemoglobine in de rode bloedcellen) meetbaar zijn.

Wat je aan het lichaam kunt zien bij benauwdheid:
  • Snelle ademhaling (zie ook de volgende paragraaf)
  • Neusvleugelen; het meebewegen van de neusvleugels
  • Bij elke ademteug om meer lucht naar binnen te zuigen
  • Intrekkingen boven het borstbeen, onder het middenrif en/of tussen de ribben
  • Opgetrokken schouders
  • Bleek- tot blauwverkleuring van het mondslijmvlies en nagelbedden
  • Angstig en onrustig, verlaagd bewustzijn en suf.
Benauwdheid komt niet alleen door astma, het kan diverse oorzaken hebben. Oorzaken die in de luchtwegen liggen, maar ook daarbuiten.

Oorzaken in de luchtwegen:

In de bovenste luchtwegen door vernauwing van de doorgang van de keel of luchtpijp door bijvoorbeeld een vreemd voorwerp, (taai) slijm of verslikking van voedsel. In de onderste luchtwegen/longen door een vernauwing of versperring, door afname van longweefsel dat deelneemt aan de gasuitwisseling of door een gestoorde gasuitwisseling of bloedvoorziening.

Het op een verkeerde manier ademhalen: hyperventileren. Waarbij de gaswisseling verstoord wordt door een te snelle oppervlakkige ademhaling.

Oorzaken buiten de luchtwegen: hartproblemen, problemen in de borstholte of buik, obesitas, bloedarmoede etc.

Snelle ademhaling

Een snelle ademhaling kan, zoals hierboven beschreven, een uiting zijn van benauwdheid. Maar het kan ook komen door angst, inspanning of koorts. Wanneer is een ademhaling eigenlijk versneld? In de tabel zijn de gemiddelde ademhalingsfrequenties (aantal ademteugen per minuut) weergegeven naar leeftijd.

Leeftijd : Ademhalingsfrequentie
Onder 1 jaar : 40 maal per minuut (spreiding: 30-60)

1-2 jaar : 25-40 x/min.

2-5 jaar : 20-25 x/min.

5-12 jaar : 18-20 x/min.

Boven 12 jaar : 17x/min.