IBD (inflammatory bowel disease)

De ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Waarom krijg je IBD?

Waarom je IBD krijgt, is nog niet bekend. Meerdere dingen kunnen een rol spelen, zoals erfelijke aanleg (je genen), je immuunsysteem, de samenstelling van je microbioom en omgevingsfactoren (zoals voeding of roken). Dat kan allemaal zorgen voor ontregeling van je immuunsysteem, waardoor je afweercellen zich tegen je darmen keren en de binnenkant van je maag-darmkanaal aantasten. Speciale immuuncellen en agressieve immuunstoffen veroorzaken daar ter plekke ontstekingen. Dit ontstekingsproces zit erg ingewikkeld in elkaar. De behandeling van IBD is gericht op die speciale immuuncellen en immuunstoffen.

De afweer in je darm

Je immuunsysteem of afweersysteem beschermt je tegen indringers zoals bacteriën, schimmels en virussen (micro-organismen), zodat je niet ziek wordt. Het is een heel slim systeem dat vreemde stoffen die je lichaam binnendringen kan herkennen, aanvallen en uitschakelen. Je immuunsysteem leert steeds meer bij. Het leert steeds beter te reageren en onderscheid te maken tussen schadelijke en niet schadelijke indringers of lichaamsvreemde stoffen. Als je een afweerreactie hebt, kan er koorts, zwelling, pijn en roodheid ontstaan; de tekenen van een ontsteking. Soms verloopt dit heftig en soms merk je het bijna niet.

Je darmwand helpt ook bij de bescherming tegen schadelijke stoffen. De bovenste laag van de darmwand bestaat uit epitheelcellen waarover een laagje slijm ligt dat bescherming biedt. Dit slijm wordt aangemaakt door slijmbekercellen die tussen de epitheelcelen liggen. Doordat je darmwand samentrekkende bewegingen maakt (peristaltiek), blijft de darminhoud in beweging, dit werkt ook beschermend. De bescherming tegen schadelijk stoffen en micro-organismen gaat goed als:

  • de beschermende laag van de darmwand (epitheel met slijmlaag) niet is beschadigd en goed werkt;
  • de immuunreactie niet te sterk en niet te zwak is;
  • alle onderdelen van je immuunsysteem (immuuncellen, afweerstoffen, cytokines etc.) goed samenwerken, in balans zijn en hun speciale eigenschappen goed gebruiken;
  • de omgeving een goed en positief effect heeft op de ontwikkeling van je immuunsysteem (van invloed zijn bijvoorbeeld het microbioom, voeding, infecties, beweging etc.);
  • het zenuwstelsel in je darm je immuunsysteem goed aanstuurt.