Organen die een rol spelen bij de spijsvertering: de lever, galblaas en alvleesklier

Je lever maakt gal aan. De gal wordt via de galwegen afgegeven aan de galblaas die deze vervolgens opslaat. Gal zorgt ervoor dat het vet in je voedsel goed kan verteren.

De bloedvaten van je buikorganen (darmen, maag etc.) stromen via de poortader door je lever. Die haalt de goede stoffen (voedingsstoffen, vitamines etc.) eruit, slaat ze op en maakt schadelijke stoffen (alcohol, medicijnen etc.) onschadelijk. Het gezuiverde bloed stroomt daarna via je hart naar de rest van je lichaam.

Je galblaas bewaart de gal en geeft deze af aan de dunne darm om het voedsel te verteren, de gal zorgt ook voor de vertering van vetten.

Je alvleesklier maakt hormonen aan en sap waar enzymen in zitten. Deze enzymen heeft je dunne darm nodig bij de vertering van suikers, eiwitten en vetten. De hormonen (insuline en glucagon) heb je nodig voor een goede balans van je bloedsuikerspiegel.