Gebroken vliezen

In de baarmoeder zitten vliezen rondom de foetus en het vruchtwater, die zorgen voor bescherming. Zo kunnen infecties en andere invloeden van buitenaf niet zo makkelijk bij de foetus komen. Meestal breken de vliezen aan het einde van de zwangerschap, vlak voor of tijdens de bevalling. De baby wordt dan niet al te lang daarna geboren.

Maar soms breken de vliezen eerder, en dat heeft gevolgen. De geboorte kan te vroeg op gang komen, de kans op infectie wordt groter en het vruchtwater loopt weg.

Vroegtijdig gebroken vliezen

Als de vliezen breken vóór de zwangerschap voldragen is, noemen we dat prematuur of vroegtijdig gebroken vliezen. Dat kan bijvoorbeeld komen door een ontsteking, maar het is niet áltijd duidelijk waardoor het gebeurt. Vroegtijdig gebroken vliezen kunnen de oorzaak zijn van een vroeggeboorte.

Langdurig gebroken vliezen

Als de vliezen langer dan 24 uur gebroken zijn voordat de baby wordt geboren, noemen we dat langdurig gebroken vliezen. Doordat de bescherming tegen de buitenwereld wegvalt, kunnen ziekteverwekkers makkelijk in het vruchtwater komen en een infectie veroorzaken. Door een infectie van de vliezen (chorio-amnionitis) kunnen weeën ontstaan en kan de bevalling op gang komen. De foetus zelf kan ook geïnfecteerd raken, dit kan levensbedreigend zijn.

Verlies van vruchtwater

Als de vliezen gebroken zijn en het een lage vliesscheur is, dus dicht bij de baarmoedermond, kan het vruchtwater makkelijk weglopen. Bij een hoger gelegen vliesscheur hoeft dat niet te gebeuren. Wel kan het vruchtwater langzaam wegdruppelen. Als dit langere tijd gebeurt, kan er uiteindelijk een heleboel vruchtwater verdwijnen. Zo kan een tekort aan vruchtwater ontstaan. Als dit al vroeg in de zwangerschap gebeurt, voor de twintigste week, dan kunnen de longen zich niet goed ontwikkelen. Die blijven dan te klein en onderontwikkeld (longhypoplasie), en dat kan na de geboorte voor (ernstige) ademhalingsproblemen zorgen. Als het ernstig is, dan kunnen de longen té klein zijn om mee te leven.

Na de zesentwintigste week is er nog steeds behoorlijk wat vruchtwater nodig voor een goede longontwikkeling en voldoende bewegingsmogelijkheid voor de foetus. De kans op ernstige longhypoplasie is wel kleiner, omdat een groot deel van de longen al is gevormd. Als je als foetus niet genoeg bewegingsruimte hebt gehad, kunnen je ledematen, zoals voetjes, benen, handen of armen vergroeien, (contracturen).