Ongunstige omstandigheden bij de moeder

Tijdens de zwangerschap wordt veel van het lichaam van de moeder gevraagd. Het moet zich voortdurend aanpassen aan de veranderende situatie, zoals de groeiende vraag naar bouw- en brandstoffen. Het is een samenspel tussen moeder en foetus die zich voortdurend op elkaar afstemmen, zodat de foetus zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen.

Soms kan de moeder niet zorgen voor genoeg bouw- en brandstoffen of lukt het niet om de lichaamsfuncties stabiel te houden. Bijvoorbeeld omdat de moeder een aandoening heeft of doordat organen niet goed (gaan) werken of zich niet goed aanpassen. Soms is dat voor de zwangerschap al bekend, soms wordt het pas duidelijk tijdens de zwangerschap en soms ontstaat het door de zwangerschap zelf. Voorbeelden zijn diabetes, problemen met hart, bloeddruk of longen, problemen met baarmoeder of baarmoederhals en een infectie. Ook factoren van buitenaf, zoals medicijngebruik, roken, alcohol of drugs, ondervoeding of eenzijdige voeding kunnen een rol spelen.