Meconiumhoudend vruchtwater

Als er meconium in het vruchtwater zit, kan de foetus ademhalingsproblemen krijgen. Meconium wordt tijdens de zwangerschap in de darm van de foetus gevormd en bestaat uit ingeslikt vruchtwater met daarin verteerde darmcellen, gal en slijm.

Het heeft een donkergroene tot zwarte kleur. Prematuren hebben nog maar een kleine hoeveelheid meconium, meconiumhoudend vruchtwater komt daardoor niet voor bij vroeggeboorte. Normaal wordt het eerste meconium pas na de geboorte uitgepoept, binnen 48 uur. Soms poept een foetus al tijdens de zwangerschap, waardoor meconium in het vruchtwater terechtkomt. Dat gebeurt als de darmen samentrekken door zuurstoftekort. Het is een teken van foetale nood. Het vruchtwater kan dan een beetje groen worden, maar ook donkergroen en drabbig. Door het zuurstoftekort en de foetale nood gaat de foetus ook ademhalen. Daardoor komt het meconiumhoudende vruchtwater dieper in de luchtwegen terecht. Na de geboorte kan dit zorgen voor (ernstige) ademhalingsmoeilijkheden, een pasgeborene kan er erg ziek van worden. Soms komt er door de longproblemen een te hoge bloeddruk in de longen (pulmonale hypertensie), waardoor er te weinig bloed door de longvaten kan stromen en het lichaam te weinig zuurstof krijgt. Dit is een ernstige, levensbedreigende toestand.