Ik ben boos

Misschien ben je wel eens boos, als je vanwege je hart niet goed mee kunt komen in het dagelijkse leven. Of je bent boos dat het juist jóu moest overkomen. Hartenkinderen waarderen hun kwaliteit van leven lager dan gezonde leeftijdsgenoten. Daarom is het goed als iemand jou en je ouders daarbij kan helpen en begeleiden.

Veel ouders zijn vooral boos over de (te) late herkenning of ontdekking van het aangeboren hartprobleem, de verzorging die te wensen overlaat of vermeende fouten bij de behandeling. Waar de fout ligt, is vaak zo complex dat ouders en behandelaars samen naar een oplossing zullen moeten zoeken.

Wim Helbing

Uit onderzoek is gebleken dat, ondanks verbeterde behandeltechnieken, kinderen met een hartafwijking zich in psychisch en sociaal opzicht niet beter zijn gaan voelen. Deze kinderen hebben nog altijd een lagere kwaliteit van leven dan hun gezonde leeftijdsgenoten.
Counseling of begeleiding van de kinderen en hun ouders gaat verder dan enkel het overbrengen van kennis. Behalve de arts zou iemand anders uit het team mee kunnen werken om deze begeleiding nog beter te laten verlopen. Dit gebeurt helaas soms onvoldoende, door gebrek aan tijd en geld. Het zou wel een verbetering zijn in de zorg voor de kinderen als dit uitgebreid kon worden.

Folkert Meijboom

Welke problemen ik zie? Depressies, gewelddadigheid, alcoholproblemen en leerproblemen die vaak voorkomen in de adolescentie, maar later weer lijken te verdwijnen.

Marianne Geelen, moeder van Michelle

Er speelde van alles door mijn hoofd: hoe heeft het zover kunnen komen, het is niet normaal gegaan, dat hartfalen had nooit mogen gebeuren. Ik denk er tegenwoordig vaker over om van ziekenhuis te wisselen, maar eigenlijk ben ik niet zo wegloperig. Ik slinger heen en weer tussen boosheid en berusting.

Michelle Geelen

Af en toe wel ja. Dan denk ik:'Wat shit dat dit mij is overkomen.' Ik kan me goed afreageren door muziek te draaien of gewoon te huilen. Maar ik probeer altijd positief te blijven kijken. Ik kan er gelukkig ook goed over praten met vrienden op school.

Bernadette Huisman, moeder van Thomas

Hij heeft het een hele tijd psychisch moeilijk gehad, omdat hij niet kon wat hij wilde. Thomas was zo boos dat hij zich af ging reageren op de kinderen in de buurt. Dan belde er weer een vader aan dat Thomas zijn kind had geslagen, en vraag je toch maar weer begrip.

Cees Stuij

Ik ben wel eens boos. Dan trap ik en sla ik tegen de muur. Dan ben ik wel boos dat ik het heb. Maar na een tijdje zakt de boosheid wel weer. Je zult er toch mee moeten leren leven.

Jesper Brok

Ik ben wel eens boos, ja, maar niet zo vaak.

Denise Peters

Ik trok me terug en wilde het er niet over hebben. Mensen moesten alles maar aan mijn moeder vragen. Ik ontkende het gewoon en was er boos om. Ik heb ook een gedicht geschreven over mijn boosheid. De dokter had het ook gelezen en die was er wel van geschrokken. Ik ben toen met haar gaan praten en ook met mijn ouders. Dat hielp wel.

Theo van Schaik, vader van Joëlle

Het ging een tijd goed maar in groep vijf ging ze conditioneel erg achteruit. Ze was moe en begon ook briefjes te schrijven om haar emoties te uiten. Ze was boos en verdrietig. Wij wisten niet wat het was. Of zij was boos omdat ze zich realiseerde dat ze anders was dan andere kinderen of er was wat anders aan de hand.

Lenja Bystrykh

Vroeger was ik in de klas altijd lollig, hing de clown uit, maar van binnen wist ik wel beter. Ik huilde ook best veel, ik ben een gevoelig persoon. Ik kon niet tegen stomme opmerkingen van anderen, ik was snel gekwetst.

Gert en José Westerhof

Nee, niet schuldig, maar wel boos over de verloren jaren. De eerste vijf jaar kon ze niet bij de andere kinderen horen, ze was erg op zichzelf aangewezen. Dat merken we nu nog wel eens aan haar. Daar was ze erg verdrietig over. Dat vinden we eigenlijk het ergste. Als ouder heb je op dat moment geen oplossing.

Hélène Brok

Met één jaar en tien maanden werd hij weer geopereerd. Hij is toen in het ziekenhuis erg verwaarloosd door de verpleging. Hij had een doorligplek, zijn zuurstofbrilletje zat in zijn nek en hij had een kale plek op zijn hoofd. Daar was ik heel boos om. Het was niet de eerste keer dat dat gebeurd was.

Cor en Jenny de Jong, ouders van Romy

De arts van het consultatiebureau stuurde ons naar de huisarts omdat hij haar hart(je) hoorde overslaan. Deze gaf in eerste instantie aan dat het misschien een gaatje tussen de hartkamers was. Dat kwam wel vaker voor en zou vanzelf dichtgroeien. Later bleek dus dat de huisarts er veel te laconiek mee om is gegaan. Omdat we hierdoor geen vertrouwen meer in hem hadden hebben we direct voor een andere huisarts gekozen.