En ik dan?

Kinderen met (ernstig) astma vragen veel tijd, aandacht en zorg van hun ouders. Dat is natuurlijk niet voor niets, maar de aandacht voor de andere kinderen kan er ongewenst wel eens bij inschieten. Zeker als het kind met astma in het ziekenhuis of in Davos is opgenomen.

Ook komt het voor dat vrienden en buren op straat alleen vragen hoe het met het zieke kind gaat en niet informeren naar de ‘gezonde’ broer of zus die ernaast staat. Veel broertjes en zusjes vinden dat heel vervelend. Vooral als het vaker gebeurt. De meeste ouders zijn zich er wel van bewust. Soms proberen ze door iets extra’s te ondernemen met hun andere kinderen, de pijn iets te verzachten.

Tjitze en Anna Boersma, ouders van Renzo Boersma

We proberen er zo normaal mogelijk mee om te gaan en geen uitzonderingspositie te creëren ten opzichte van onze andere zoon. Maar we houden er stiekem wel een beetje rekening mee. Zo werkt het gewoon. Soms vragen mensen alleen naar Renzo en niet naar zijn broer. Die krijgt dan geen of weinig aandacht. Hij heeft daar wel eens om zitten huilen. Hij zei: ‘Had ik maar astma, dan kreeg ik ook eens een keer een voetbalshirtje.’ Dat heeft wel mijn ogen geopend. Ik had het nooit zo door. Veel aandacht gaat uit naar de patiënt, maar er is er nog een. Als ouder onderschat je dat en mensen in de omgeving ook.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Theo Jellema en Martien Ten Wolde, ouders van Anneke Jellema

Toen Anneke in Davos was, vond de andere dochter het wel gezeur. Als we op straat aangesproken werden en er gevraagd werd naar Anneke, stond ze vaak ernaast. Sommige mensen gingen daar wel slim mee om, maar niet iedereen. We proberen voldoende aandacht voor Berber te hebben, maar soms is er gewoon niks aan te doen. Op het moment dat Anneke levensbedreigend benauwd is, dan is er maar één ding, en dat is wat aan die benauwdheid doen. Daarna komt de rest wel weer. We betrekken Berber er wel bij. Ze is ook mee geweest naar Davos. Dat was wel goed want dan had het voor haar ook niet meer iets magisch.

Anneke Jellema

In het begin eiste ik wel een groot deel van de aandacht op en dat vond ik wel lullig voor mijn zusje. We hebben het daar niet over, maar ik constateer het alleen en probeer dat te verminderen. Als mensen ons samen tegenkomen, dan vragen ze aan mij hoe het gaat en niet aan haar. Dan probeer ik haar wel in het gesprek te betrekken. Ik vind dat vervelend voor mijn zusje

Klik hier om het hele interview te lezen.

Renée van Bueren, moeder van Tessa

Mensen vroegen altijd alleen naar Tessa en niet naar Nienke. Toen Tessa naar Davos ging, dacht Nienke dat zij nu alle aandacht kon krijgen, maar zo werkt het niet. De mensen vroegen nog steeds alleen maar naar Tessa. Ook al was ze weg, ze kreeg nog steeds de aandacht. Nienke werd er een beetje tegendraads van.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Catherine Lopulalan, moeder van Remco Heesters

De oudste vindt dat ik altijd met Remco bezig ben, en niet met haar. Dat klopt ook. Ik ben ’s avonds ook langer met hem bezig; medicijnen geven, verhaaltje lezen en ik blijf nog even. Zij zegt dat ze dat vervelend vindt. Ik probeer ook dingen met haar alleen te doen; een ijsje eten, naar het dorp of wat anders. Maar ik werk ook, dus het lukt niet altijd. De nodige aandacht, dat schiet er wel eens bij in.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Cynthia Leuven, moeder van Remco

Ze zeggen het niet, maar ze vragen wel: mama ben je er morgen wel? Ze kunnen ook niet altijd afspreken met vriendjes, omdat Remco naar het ziekenhuis moet. Afgelopen woensdag hadden we het kinderfeestje van Lars, maar ik moest ook met Remco naar het Sophia, dat kon ik niet verzetten. Dan moeten we ons opsplitsen, ik naar het Sophia en mijn man naar het feestje. We proberen zo veel mogelijk door te laten gaan. Wat we voorheen samen deden als gezin, is momenteel steeds opgesplitst. Ik hoop dat mijn kinderen ons dat in de toekomst niet kwalijk zullen nemen. Daar ben ik wel bezorgd om. Nu zeggen ze er niet veel van, maar later misschien wel.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Barbara Schreiner, de moeder van Nina

Als we naar de dokter gaan, leg ik wel altijd precies uit wat we dan gaan doen en waarom. Ook aan onze zoon. Hij vraagt altijd wel of we weer terugkomen, want hij heeft al die opnames [van Nina] ook meegemaakt. Dat is het enige dat hij erover zegt en verder hoort het er gewoon bij.

Klik hier om het hele interview te lezen.