Puffen en slikken?

Neem je steeds trouw je medicijnen, of komt het er soms gewoon niet van? Vind je het vervelend om ze in te nemen waar iedereen bij staat, bijvoorbeeld in de klas? Vergeet je ze wel eens af te halen bij de apotheek. En stop je wel eens als het beter met je gaat?

De verleiding is namelijk groot als het je goed gaat. En ook artsen hebben soms moeite met het voorschrijven van de juiste medicatie. Daar valt nog best wat te verbeteren, blijkt uit onderzoek. Ook is het belangrijk dat je arts voldoende tijd neemt voor uitleg over je behandeling en het gebruik van medicijnen.

Tjalling de Vries, Kinderarts, Leeuwarden

We hebben op basis van de apothekersgegevens gekeken of de medicatie ook goed voorgeschreven werd. Het bleek dat er toch een behoorlijke kloof was tussen wat er in de richtlijnen staat en wat er in praktijk gebeurt. Ons onderzoek liet zien dat maar ongeveer 60% van de kinderen behandeld wordt volgens de richtlijnen. Kinderen worden dan soms niet optimaal behandeld en dat is wel jammer.

Ik denk dat we met het onderzoek hebben laten zien dat ook dokters steken laten vallen, en dat de apothekers hen kunnen helpen niet meer steken te laten vallen. En daarmee verbetert de zorg voor de patiënten. Dus eigenlijk moeten we misschien bij kinderen met een chronische ziekte, in ieder geval bij astma, de apotheker een grotere rol laten spelen.

Het bleek dat van de kinderen die in 2002 begonnen waren met inhalatiecorticosteroïden, ongeveer de helft een veel te lage of een veel te hoge dosering kreeg. Dat is jammer, want daar zijn gewoon richtlijnen voor. Huisartsen en kinderartsen hebben daar standaarden voor. Een kind zou de was kunnen doen, maar blijkbaar dus niet.

Een probleem? Absoluut. Dat is het eigenlijk bij veel chronische ziektes waarbij mensen elke dag medicijnen moeten nemen. Dat geldt dus ook voor astma. In veel onderzoeken wordt een therapietrouw gevonden van rond de 50% of 70%, maximaal. En dan hebben we het over onderhoudsmedicatie, die dus heel vaak niet wordt genomen zoals voorgeschreven.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Ted Klok, Kinderarts In Opleiding, Doet Promotieonderzoek Naar Therapietrouw

Ouders wier kind door de huisarts behandeld wordt, komen niet zo vaak op controle. Ze gebruiken medicijnen naar eigen inzicht en laten zich daarbij leiden door ideeën als medicijnen zijn rommel, vergif. Heel veel ouders geven niet de medicijnen die de huisarts voorgeschreven heeft.

Ouders vertelden me dat ze een winter gewoon geen medicijnen gaven, om te kijken of hun kind eroverheen gegroeid was. Maar het kind had toch best veel klachten gehad, dus de volgende winter hebben ze wel weer de medicijnen gegeven en de griepprik gehaald. Zonder overleg met de huisarts. Astma is een chronische ziekte. Dat betekent dat je een paar keer per jaar naar de dokter gaat om het erover te hebben. En dat gebeurt nu echt veel te weinig en daar ben ik erg van geschrokken!

Klik hier om het hele interview te lezen.

Berts Arets, Kinderlongarts, Umc Utrecht

Die speelt zeker een rol, vooral in de pubertijd. Vooral op het moment dat ze zich prima voelen en geen klachten hebben, is het niet meer dan menselijk dat ze denken: waarom neem ik die medicijnen nog? Maar ook de techniek van medicatiegebruik speelt een rol. Het is niet alleen een pilletje dat je doorslikt, er komt toch een bepaalde techniek bij kijken om de middelen goed tot je te nemen. Verder moet je ook bedacht zijn op bijvoorbeeld nieuwe prikkels of prikkels die ontsteking continu blijven voeden. Zoals een nieuwe partner die weigert buiten te roken. Op het moment dat ze bij jou komen als het niet lekker gaat, vraag je daarnaar. Zijn er dingen veranderd, nieuwe huisdieren, wordt er gerookt, neem je je medicijnen goed?

Klik hier om het hele interview te lezen.

Cindy Hugen, Kinderlongarts, Nijmegen

Pubers vormen een lastige groep maar ook een leuke. Het is normaal als ze een periode hebben dat ze lastig zijn. Als ze dat niet zijn, vinden we dat eigenlijk raar. Je moet erg doorvragen bij deze groep. Omdat ze soms onverstandig omgaan met hun astma (bijvoorbeeld door te gaan roken) kosten ze wel meer tijd en energie. We gaan wel met ze aan de slag. Je probeert het eerst zelf door nog een keer goed uit te leggen wat de gevolgen zijn. Maar ik kan er ook de orthopedagoog op inzetten. Die heeft daar meer technieken en tijd voor, of de longverpleegkundige.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Jelmer Krom, Astma Fonds

Therapietrouw is een kwestie van gedrag. En wil je gedrag beïnvloeden, dan moet je het hebben over de consequenties. De bal ligt vooral bij de behandelaar, die moet met de patiënt in gesprek gaan. Daar is goede voorlichting bij nodig, maar een publiekscampagne hoort daar niet bij. Je moet de goede middelen aanreiken om de patiënt te bereiken. Bang maken helpt niet, maar je moet wel de ernst schetsen.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Marga Damhuis, Astmaconsulent, Heerenveen

Ik denk dat er meer pubers zijn die het niet goed doen dan pubers die het wel goed doen.

Het is ook afhankelijk van de klachten, als er weinig klachten zijn worden medicijnen makkelijker ‘vergeten’ (maar dit geldt zeker niet alleen voor pubers). Belangrijk is niet alle pubers over een kam te scheren, er zijn zeker ook pubers die heel serieus met hun klachten en lijf omgaan.

Hein Brackel, Kinderarts Voor Longziekten, Eindhoven

Ik vraag nooit of ze de medicatie goed innemen. Ik vraag: wat is je medicatie en hoeveel ben je er vergeten. Mijn ervaring is dat je dan een beter antwoord krijgt. Soms vraag ik aan de apotheek hoeveel er is opgehaald. Dat is wel confronterend, maar dan weten ze ook dat de dokter de mogelijkheid heeft om dat te controleren.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Rijn Jöbsis, Kinderlongarts, Mumc+ In Maastricht

Goede voorlichting aan ouders is essentieel. Als je de therapie niet goed uitlegt en onderbouwt, zie je dat ouders zich na een tijdje gaan afvragen of de onderhoudsbehandeling nog wel nodig is en of er niet gestopt kan worden. Dan wordt de onderhoudsbehandeling eigenlijk alleen nog maar gegeven als er klachten zijn, en dat moet je nou net niet doen!

Klik hier om het hele interview te lezen.

Anneke Jellema

Vanaf mijn zesde regel ik dat zelf. Ik vergeet het eigenlijk nooit. Het hoort er gewoon bij, ik denk er nooit over na. Als ik soms heel lang uitslaap, vergeet ik het wel eens, maar in het gewone ritme, vergeet ik het nooit.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Ashley brouwer (17 jaar)

Ik doe het zelf. Het lukt me niet altijd. Ik moet ze iedere ochtend en avond nemen, maar ik vergeet het soms gewoon. Ik hoef niet te vernevelen. Ik heb een disk.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Barbara Schreiner, moeder van Nina

Het kost helemaal geen moeite om aan de medicijnen te denken, en dat geldt ook voor mijn man. Een enkele keer moeten we elkaar eraan herinneren, maar dat is zelden. Astma is onderdeel van ons leven. Als we op vakantie gaan kijk ik wel even waar de dokter zit in een dorpje. We hebben die al zo vaak nodig gehad dat ik dat altijd wel even scan.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Kim van Rooij

Soms nam ik ze niet in. De dokter zei wel dat het niet slim was, maar ook daar verzette ik me tegen. Ik riep dan: ik wil het niet!

Klik hier om het hele interview te lezen.

Merel Blok

Eerste was ik vooral blij, vanwege mijn moeheid. Maar daarna vond ik het wel lastig. Als ik ging logeren, moest ik al die medicijnen meenemen, terwijl een ander gewoon zijn tanden poetst en naar bed gaat.[..] Ja, ik neem ze bijna iedere dag, maar het komt wel eens voor dat ik ze vergeet als ik een nachtje ga logeren. Op zich gaat het goed.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Ludmilla Brouwer, moeder van Ashley

Ja, natuurlijk maak ik me vaak genoeg zorgen. Of ze haar medicijnen wel inneemt. Dat het een keer verkeerd gaat en dat ze geen adem meer krijgt en stikt. Vooral als ze echt benauwd is. Ik houd wel in de gaten of ze haar medicijnen goed inneemt. In principe doet ze het op de juiste manier, maar ze wil het nog wel eens vlug-vlug doen. Als ik dat merk moet ze het met mij erbij innemen. Dat doe ik dan een paar dagen, totdat ik het idee heb dat het weer goed gaat.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Cynthia van Leuven, moeder van Remco

Je wilt toezicht houden, zonder overbezorgd te zijn. Of hij zijn medicijnen goed neemt. Ik houd elke dag bij hoe hij zich voelt en of hij extra medicijnen heeft gehad. Ik vraag of hij op school extra puffjes heeft genomen. Maar ik zit niet continu achter zijn broek of verbied dingen.

Ik kan me voorstellen dat hij zich op een gegeven moment gaat afvragen waar al die medicijnen nou goed voor zijn. Maar vorige week, toen hij van het Sophia de medicijnen niet mocht hebben voor het onderzoek, voelde hij zich helemaal niet happy. Hij heeft ze gewoon wel nodig en dat weet hij nu weer. En hij is nu zover dat hij zijn medicijnen zelf pakt, als hij voelt dat hij het benauwd gaat krijgen.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Remco van Leuven

Je mag best onderhandelen over medicijnen en zo, maar je moet wel goed naar je dokter luisteren. En naar je gevoel. Als je je benauwd voelt kun je best een extra puffje nemen, omdat jij dat zo voelt.

Tjitze en Anna Boersma, ouders van Renzo

Hij is nog wel eens wat vergeetachtig en te gemakkelijk. Hij moet eerst weer wat meer last hebben, dan trekt hij de kast wel open. Volgens mij kan hij daar wel wat slimmer in zijn. Door de medicijnen in te nemen voordat hij last krijgt. Maar dan bemoei ik me er alweer mee. Als wij er niet achteraan zitten, dan kom de klad erin.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Renzo Boersma

Met hulp van mijn ouders. Anders zou ik het wel eens vergeten. Als zij er niet zouden zijn, zou ik ze vast niet elke dag innemen. Ik moet twee keer per dag medicijnen nemen.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Tessa van Bueren

Normaal neem ik ze gewoon goed in, maar soms vergeet ik het wel eens. Maar ik denk dat iedereen dat wel eens heeft.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Aad Blok en Hanneke van Bergen, ouders van Merel

Toen ze meer last had en op school medicijnen moest gebruiken, gaf dat af en toe problemen. Maar ze heeft een astmacursus gedaan om te leren omgaan met astma en te begrijpen hoe het werkt. Hoe je bijvoorbeeld met je medicijnen omgaat. Dat doet ze nu zonder problemen. We kunnen onze twee kinderen mooi vergelijken. Onze zoon moeten we veel beter in de gaten houden. Merel niet, ze is heel trouw met medicijngebruik. Ze merkte ook meer dan haar broer dat het haar goed doet. Haar broer is al van jongs af aan veel meer gewend om ziek te zijn. Qua karakter kan hij daar ook veel gemakkelijker mee omgaan. Merel kan dat niet. Ze kan zich er niet goed bij neerleggen. Misschien verklaart dat ook haar medicijntrouw.

Klik hier om het hele interview te lezen.

Ghislaine van Der Zande, Kinderlongconsulent, Almere

Bij pubers is het vaak een kwestie van onderhandelen. Vooral bij meisjes. Bij jongens is astma in de puberteit meestal zo stabiel dat ze weinig medicijnen nodig hebben, bij meisjes is dat minder. Dan ga je met ze onderhandelen. Dat ze bijvoorbeeld de puffjes laten zitten maar wel de medicijnen nemen die ze tegelijk kunnen innemen met de pil. Als het dan niet beter gaat, en ze hebben wel goed gebruikt (daar zijn ze vaak wel eerlijk in want ze weten dat we het door hebben), kun je uitleggen dat het toch anders zal moeten.

Maar er zijn altijd kinderen die zeggen dat ze hun medicijnen gebruiken en het niet doen, of ouders die er niet goed op letten. Dat zijn vaak ouders die zelf als kind astma hebben gehad en toen waren er nog geen goede medicijnen. Zij gebruiken al jaren geen medicijnen en zeggen dat het goed met ze gaat. We laten ze vaak even een longfunctie blazen en dan blijkt het helemaal niet zo goed te gaan. Soms zijn het mensen met een lage sociale status die het niet goed begrijpen en niet goed uitvoeren, maar ook het omgekeerde komt voor. Mensen die denken dat ze het zo goed weten en het zelf wel even gaan regelen. Ze hebben op internet gekeken en geven daarom hun kind geen medicijnen meer.

Klik hier om het hele interview te lezen.