Stoppen met roken!

Maarten Kuethe is kinderarts met kinderlongziekten als aandachtsgebied en was werkzaam in het Amphia ziekenhuis in Breda. Hij deed onderzoek naar astma en (stoppen met) roken.

Hoe schadelijk is roken voor kinderen?

Roken is voor alles schadelijk, alle ziektes worden er door verergerd. Alleen op de ziekte van Crohn heeft het mogelijk een positieve uitwerking. Jonge kinderen hebben een grotere kans op wiegendood, ernstige infectieziektes en op het ontstaan van astma. Verder verergert het bestaande astma. De schade is immens. Dat is echt bewezen.

Roken kinderen meer of minder dan tien jaar geleden?

Ik geloof niet meer, maar ook niet minder. Wat ik wel weet is dat de doelstellingen van de overheid niet zijn gehaald. Onder tienjarige kinderen wordt al veel geëxperimenteerd en van de zestienjarigen rookt 28 procent dagelijks. De trend verbetert niet. Roken is vreselijk verslavend. In Nederland roken 3,5 miljoen mensen, van wie een half miljoen af en toe. Dat betekent dat 3 miljoen mensen afhankelijk zijn, 87 procent is dus verslaafd. Als je dat vergelijkt met alcohol; van de 10 miljoen mensen die alcohol drinken, hebben 300.000 een drankprobleem, dat is maar 3 procent.

Hoe slecht is astma en roken?

Behalve dat het je longen kapotmaakt, blijkt ook nog eens uit onderzoek bij volwassenen dat roken de werking van inhalatiecorticosteroïden vermindert. En roken verergert astma. Actief en passief.

Wat is de invloed van een rokende moeder op een ongeboren baby?

Het blijkt dat baby’s van rokende moeders bij de geboorte een kleiner longvolume hebben en een slechtere longfunctie. Dat kunnen we meten. Ook zou roken gedragsstoornissen kunnen veroorzaken. Het zou goed zijn om binnen de verloskunde het gesprek over roken en zwangerschap op gang te brengen. In de toekomst moet dat meer gaan gebeuren.

Hoe help je volwassenen en ook kinderen met stoppen?

Behalve dat er in het publieke domein aandacht aan het probleem moet worden besteed, onder andere door voorlichting te geven op scholen, probeer ik er ook bij mij in de spreekkamer aandacht aan te schenken. Ik denk dat nog steeds te veel kinderartsen het probleem uit de weg gaan. Ze vergeten erover te praten of ze doen het niet omdat ze denken dat het toch niet helpt. En als ze erover beginnen is het nog te vaak met het bekende vingertje, en dat werkt gewoon niet.

Wat werkt wel?

Erover praten in de spreekkamer is denk ik stap één. En ook belangrijk is om niet te snel te denken dat het toch niet helpt. Alle kleine beetjes helpen. Uit onderzoek blijkt dat na één advies van de dokter 5 à 7 procent van de mensen stopt met roken. Dat is toch één op de twintig. En we moeten meer gebruikmaken van communicatietechnieken die we kennen uit de verslavingszorg. Gesprekstechnieken zoals motivational interviewing, een hulpmiddel voor gedragsverandering bij volwassenen. En dat is wat we willen; het gedrag van rokers veranderen van roken naar niet roken.

Hoe doe je dat?

De techniek van motivational interviewing is rokers zelf achter hun motivaties te laten komen en ze zo coachen dat ze zelf beslissen om te stoppen. Maar daarvoor moeten ze wel in de juiste stage of change (fase van verandering) zitten. Ze moeten willen veranderen. Rokers kun je opdelen in drie types; de verstokte roker, dat is iemand die absoluut niet wil stoppen, de gevaren ontkent en alleen de mensen ziet die 91 zijn geworden met stevig doorroken. Dan heb je de ambivalente roker die eigenlijk wel weet dat roken ongezond is maar nog niet helemaal er mee op kan/wil houden en ten slotte de roker die echt wil stoppen en probeert om er vanaf te komen. Motivational interviewing werkt vooral bij mensen die al weten dat roken niet goed is, de zogenaamde ambivalente groep. Het is dus belangrijk om te weten waar de ambivalentie zit en in welke fase iemand zit. Bij een verstokte roker werkt het niet.

Hoe werkt motivational interviewing?

Het uitgangspunt is volstrekte gelijkwaardigheid. Je moet niet in een witte jas met het vingertje gaan zwaaien, dat roept alleen maar weerstand op. Via goed luisteren, praten en coachen moet je proberen te bereiken dat mensen hun eigen ambivalentie ontdekken. Door bijvoorbeeld te vragen wat ze al gedaan hebben en of ze misschien iemand in hun vriendenkring kennen die gestopt is met roken. Je moet ook niet meteen resultaat willen hebben. Soms werkt het niet, de andere keer wel. En maak er geen lange sessies van, vier of vijf minuten is soms al genoeg. Maar je moet er wel vaak op terugkomen. Je kunt het beter in kleine porties hakken, dat werkt vaak beter en stuit op minder weerstand.

Hoe zit het met de resultaten?

De effecten in de verslavingszorg zijn gunstig, maar in de rokerswereld zijn er nog te weinig opgeleid in de techniek. Er is nog te weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ik moet dus een slag om de arm houden, maar ik heb wel het gevoel dat wat ik doe werkt. Er is in Nederland nu één kinderarts opgeleid als trainer motivational interviewing en er zijn er nog vijf in opleiding, waaronder ikzelf. En onze longverpleegkundigen hebben allebei de basiscursus gedaan.

Werkt het ook bij kinderen?

Motivational interviewing werkt niet bij kinderen, die moet je anders benaderen. En in ieder geval niet met gezondheidsargumenten. Een puber van veertien die rookt interesseert het geen snars of hij later COPD krijgt. Je kunt beter zeggen dat meisjes niet graag zoenen met jongens die roken. Pubers zijn een niet gemakkelijk te beïnvloeden groep. Roken is voor hen een stoere gewoonte. Je hebt een voorbeeldfiguur nodig. Pas als de meest populaire, sportieve jongen zegt dat roken niet cool is, heeft dat effect op de peergroep. Veel belangrijker is het om na te denken hoe je kinderen van acht, negen of tien jaar kunt bereiken. Met twaalf of dertien ben je al te laat. Binnen de kindergeneeskunde is men er meer en meer van doordrongen dat er een andere benadering moet komen. Er is echt een kentering op komst.