Interview met Sara Hekma

Ik heb soms last van benauwdheid en moet vaak niezen en hoesten. Ik heb ook last van tranende ogen en een loopneus en ik ben sneller moe.

Sinds wanneer heb je astma?

Al vanaf dat ik heel klein was, maar ik weet het ongeveer sinds mijn zevende.

Wat merk je van je astma?

Ik heb soms last van benauwdheid en moet vaak niezen en hoesten. Ik heb ook last van tranende ogen en een loopneus en ik ben sneller moe. Ik kan niet zo lang rennen, met wedstrijden kan ik niet meedoen. Maar met de piepjestest tijdens de gymles had ik trap zeven, en dat is best goed. Beter dan sommige kinderen in mijn klas die geen astma hebben. Maar ik vind sporten heel leuk en ik zou meer willen kunnen. Maar dat gaat niet want dan word ik benauwd.

Wat doe je aan die benauwdheid?

Ik neem drie keer per dag medicijnen. Twee keer een paarse puff en een keer een pilletje. Van die pilletjes werd ik in het begin wel moe. Maar dat is nu over.

Zorg je zelf voor je medicijnen?

Ja, dat doe ik zelf.

Vergeet je ze wel eens?

Heel soms.

Moet je ze ook op school nemen?

Nee, niet op school, maar als ik ga logeren neem ik ze wel altijd mee. Ik heb twee vriendinnen met katten, en daar ben ik heel allergisch voor.

Kun je daar dan wel logeren?

Ja, want ze hebben een logeerkamer en een paar dagen voordat ik kom wordt die haarvrij gemaakt. Ze doen ook altijd een schone hoes om het dekbed. Bij de een heb ik meer last dan bij de ander. Big Foot en Bennie, de katten van mijn ene vriendin hebben lange haren, daar heb ik meer last van. Bengel en Betsy, de katten van mijn andere vriendin hebben korte haren en dat is minder erg.

Hoe erg is je astma?

De dokter zegt dat het met mijn longen heel goed gaat, maar met mijn allergie niet zo. Ik heb een allergietest gehad en daar kwam van alles uit. Maar ik ben vooral heel erg allergisch voor pollen, huismijt en katten. Ook kan ik niet tegen sigarettenrook.

Wat doe je daar tegen?

Mijn moeder stuurt iedereen naar buiten die wil roken. En op mijn kamer heb ik dunne gordijnen en ik heb hoezen om mijn bed. In oktober krijg ik immuuntherapie. Dan krijg ik vier jaar lang prikken. Dat vind ik helemaal niet leuk. Maar het ik wel fijn als het daarna beter gaat.

Vind je dat astma je leven beïnvloed?

Nee. Ik vind het niet moeilijk om mijn medicijnen te nemen. Ik wil geen last hebben dus moet ik er aan denken.

Hoe heb je op school verteld dat je astma hebt?

Ik heb gewoon tegen de juf gezegd dat ik astma heb en dat ik daarvoor naar de dokter moet. En mijn moeder vertelt het ook altijd en iedereen weet het wel. Dat vind ik niet erg, maar ik vind het wel vervelend dat ze me pesten omdat ik kleiner ben. Dan zeggen ze Klein Duimpje. Meestal noemen ze me Grietje.

Wat doe je dan?

Ik probeer het te negeren en als ze doorgaan zeg ik het tegen de juf. En als die niets doet ga ik het nog een keer negeren.

Hoe vind je dat het nu met je gaat?

Het gaat heel goed. Ik wilde altijd op voetbal maar dat kon nooit. Nu gaat het zo goed dat ik na de vakantie op voetbal ga. Ik heb al proefgetraind en dat ging prima. Met schoolvoetbal deed ik ook mee en ik was meteen de één na beste van het team. Ik heb ook een doelpunt gemaakt. De eerste keer deed ik maar vijf minuten mee, maar daarna speelde ik de hele wedstrijd.